Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek parkeren
Deze tekst is gepubliceerd op 02-10-12

Betaalwijzen (parkeerapparatuur)

Parkeerapparatuur, zoals (centrale) parkeerautomaten en parkeermeters, wordt geplaatst zodat parkeerders kunnen voldoen aan het betalen van de parkeerbelasting. De betaalapparatuur moet eenduidig, duidelijk, gebruiksvriendelijk, zichtbaar, herkenbaar en bereikbaar zijn. Een andere aan de betaalwijzen gelinkt element is de trend van digitalisering. Daar wordt in paragraaf 6.7.1 op ingegaan.
Er bestaan geen voorschriften voor de plaatsing van een parkeerautomaat, maar op grond van praktijkinventarisatie kunnen de volgende richtlijnen worden gegeven:
  • Een parkeerautomaat moet in principe vanaf de gekozen parkeerplaats zichtbaar zijn; als dit niet mogelijk is, verdient het aanbeveling met verwijzingsborden aan te geven waar de parkeerautomaat staat.
  • Vanaf de parkeerautomaat moet een andere parkeerautomaat zichtbaar zijn, zodat de parkeerder bij een defect aan de eerste automaat toch kan betalen.
  • De loopafstand van de parkeerplaats naar de dichtstbijzijnde parkeerautomaat dient bij voorkeur niet meer dan 100 meter te zijn.
  • De parkeerautomaat moet goed bereikbaar zijn voor invaliden.
In het algemeen wordt één parkeerautomaat op 50 parkeerplaatsen aanbevolen, maar dit aantal is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
Parkeermeter
Een parkeermeter wordt in werking gesteld door het inwerpen van muntgeld. Voor het ingeworpen bedrag wordt parkeertijd verkregen. Er kan, afhankelijk van het model/type, worden betaald voor één of twee parkeerplaatsen. Parkeermeters worden steeds minder toegepast. Tegenwoordig worden ze vooral nog gebruikt bij afgelegen losse parkeerplaatsen of bij gehandicaptenparkeerplaatsen. De meeste parkeermeters zijn vervangen door (centrale) parkeerautomaten.
Parkeerautomaat
Een (centrale) parkeerautomaat is een machine waarbij door het inwerpen van muntgeld of het aanbieden van een betaalkaart (chipknip, pin of creditcard) een ticket wordt verkregen. Dit ticket wordt achter de voorruit op het dashboard gelegd. Bij parkeerautomaten die werken met kentekeninvoer en zijn aangesloten op een parkeerrechtendatabase is dit niet nodig. Het ticket is dan alleen bewijs van betaling, dat alleen op aanvraag kan worden geprint.
Parkeerautomaten staan verspreid over het gehele parkeergebied en hebben betrekking op een aantal parkeerplaatsen. In CROW-publicatie 134 ‘Richtlijn Parkeerbebording’ staan uitgangspunten voor de plaatsing van parkeerautomaten.
Contant
De meest voorkomende en algemeen geaccepteerde methode om parkeergeld af te rekenen, is contant. Contant betalen kan met munten en met bankbiljetten. In Nederland kan betalen met bankbiljetten alleen bij betaalautomaten in parkeergarages vanwege criminaliteit en vandalisme. Muntbetaling kan zowel op straat als in parkeergarages. In tabel 7 staan de belangrijkste voor- en nadelen van contant betalen. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 7. Voor- en nadelen contant betalen
VoordeelNadeel
  • In Nederland algemeen geaccepteerd als betaalalternatief voor parkeren (parkeerder)
  • iedereen kan beschikken over contant geld (parkeerder)
  • hogere kosten voor interne controle vanwege fraudegevoeligheid, geldstroom (gemeente)
  • kans op vandalisme en diefstal vanwege contant geld (gemeente)
  • regelmatige lediging van de automaten (gemeente)
  • op zak hebben van voldoende contant geld (parkeerder)
Chipknip
De chipknip is in Nederland vrijwel voor iedereen toegankelijk omdat bijna iedere bankpas met een chipknip is uitgerust. Veel parkeerders in Nederland zijn gewend om hun parkeergeld via chipknip te betalen. De chipknip is echter geen gestandaardiseerd Europees product, dus personen die niet in het bezit zijn van een Nederlandse bankrekening, zoals bijvoorbeeld buitenlandse toeristen, hebben geen beschikking over een chipknip tenzij zij zijn overgegaan tot de aanschaf van een prepaidkaart. De chipknip verdwijnt binnen enkele jaren. Dit als gevolg van het besluit om de chipknip niet meer actief als betaalmiddel te ondersteunen en als gevolg van de ontwikkelingen op het gebied van het Europese betalingsverkeer in het kader van het SEPA-project (Single European Payment Area). Dit project staat onder leiding van de Europese Centrale Bank en heeft onder andere tot doel een verdere standaardisatie van het Europese betalingsverkeer. Als gevolg van dit project zal de chipknip opgaan in een nieuwe Europese betaalwijze. In tabel 8 staan de belangrijkste voor- en nadelen van de chipknip. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 8. Voor- en nadelen chipknip
VoordeelNadeel
  • In Nederland algemeen geaccepteerd als betaalalternatief voor parkeren (parkeerder)
  • bij chipknip-only minder tijd interne controle vanwege verlaagde fraudegevoeligheid (gemeente)
  • bij chipknip geen of minder lediging van de automaten (gemeente)
  • niet iedereen is in het bezit van een chipknip
  • beschikbaarheid oplaadpunten chipknip (parkeerder)
  • investeringskosten aanpassen automaat (gemeente)
  • verdwijnt op afzienbare termijn
Creditcard
Het gebruik van de creditcard voor parkeerbetalingen raakt in Nederland steeds verder ingeburgerd. De twee grootste doelgroepen van creditcardbetaling zijn de zakelijke parkeerder en buitenlandse parkeerders. De buitenlandse parkeerder is immers niet in het bezit van een chipknip en buitenlandse pinpassen worden vaak niet geaccepteerd. Wel hebben buitenlanders vaak een creditcard. De werking van betalingen met creditcard is vergelijkbaar met die van de chipknip. In tabel 9 staan de belangrijkste voor- en nadelen van de creditcard. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 9. Voor- en nadelen creditcard
VoordeelNadeel
  • Buitenlandse parkeerder vaak wel in het bezit van een creditcard (parkeerder)
  • grotere bedragen dan chipknip (gemeente)
  • minder kosten voor lediging en telling automaten (gemeente)
  • automaten minder gevoelig voor storingen dan bij muntgeld (gemeente)
  • zelfde kaartlezer als bij chipknip; er is wel softwareaanpassing nodig (gemeente)
  • niet alle parkeerders in bezit van een creditcard
  • investeringskosten per automaat (gemeente)
  • lagere transactiesnelheid; op drukke locaties eventueel meer automaten nodig (gemeente)
  • hoge transactiekosten (gemeente)
Pin
Gemeenten passen steeds meer betalingen via pin bij parkeerautomaten toe. Pin biedt, net als de creditcard en in kleinere mate de chipknip, de mogelijkheid om grotere bedragen te voldoen. Nagenoeg iedere Nederlandse bankpas is geschikt om pinbetalingen mee uit te voeren. Daarnaast zijn Europese bankpassen die zijn voorzien van het Maestro-vignet geschikt. Net als voor de chipknip geldt dat pin op termijn zal worden vervangen door een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem in het kader van het SEPA-project. In tabel 10 staan de belangrijkste voor- en nadelen van de pin. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 10. Voor- en nadelen pin
VoordeelNadeel
  • pinnen is ingeburgerd (parkeerder)
  • minder interne controle (gemeente)
  • minder ledigingen muntgeld (gemeente)
  • grotere bedragen dan chipknip (gemeente)
  • gevoel van onveiligheid in verband met intoetsen pincode op straat (parkeerder)
  • hoge investeringskosten per automaat (gemeente)
  • automaten moeten online staan (gemeente)
Realtimeparkeren
Bij realtimeparkeren betaalt de parkeerder voor de tijd die hij parkeert. Dit kan door bij aanbieders van deze mogelijkheid een contract af te sluiten. De parkeerder betaalt aan de aanbieder en de aanbieder betaalt de parkeerbelasting. Hiervoor is het nodig dat achter de voorruit een herkenningsbewijs aanwezig is, bijvoorbeeld een pasje, maar steeds vaker wordt gewerkt met het kenteken op de auto als identificatiemiddel. Realtimeparkeren kan met sms-/belparkeren, pasparkeren of de persoonlijke parkeermeter. Ook kan dit via de (centrale) parkeerautomaten. Bij alle methoden meldt de parkeerder zich bij aanvang van de parkeerhandeling aan en bij beëindiging van de parkeerhandeling af.
Sms-/belparkeren
Sms- en belparkeren (ook wel gsm-parkeren of 06-parkeren genoemd) zijn vergelijkbaar. Het verschil is dat bij sms-parkeren een sms naar de provider wordt gestuurd voor aan- of afmelding van de parkeertijd en bij belparkeren gaat dit door middel van een telefoontje. Sms- en belparkeren worden niet door de gemeente, maar door een derde partij (bijvoorbeeld Parkline, Parkmobile of Yellowbrick) aangeboden.
De werking van sms- of belparkeren is als volgt: de parkeerder ontvangt een transponderkaart die bij de meeste gemeenten achter de voorruit geplaatst moet worden. In sommige gemeenten worden de auto’s op kenteken herkend en is een transponderkaart niet nodig. Bij aanvang van het parkeren belt (of sms’t) de klant naar de provider waarbij hij de code van het parkeergebied via de telefoontoetsen doorgeeft. Deze code staat boven iedere parkeerautomaat. De provider herkent de gebruiker aan zijn mobiele nummer. De klant staat dan aangemeld. Bij vertrek meldt de parkeerder zich af door opnieuw met de provider te bellen (of te sms’en). De parkeeractie wordt dan beëindigd. Aan het einde van de maand rekent de provider alle parkeergelden met de klant af. In tabel 11 staan de belangrijkste voor- en nadelen van sms-/belparkeren. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 11. Voor- en nadelen sms-/belparkeren
VoordeelNadeel
  • niet naar automaat voor betalen parkeergeld (parkeerder)
  • realtimeparkeren mogelijk (parkeerder)
  • meer aanbieders naast elkaar versterkt onderhandelingspositie over de vergoeding per transactie (gemeente)
  • beschikbaarheid goede managementinformatie (gemeente)
  • parkeerder moet zich vooraf bij de dienst aanmelden en ook weer afmelden (parkeerder)
  • handhaving is arbeidsintensief (gemeente)
  • aanschaf handhavingsapparatuur is noodzakelijk voor efficiënte handhaving van de sms-/belparkeerders (gemeente)
  • parkeerder moet aangemeld zijn bij de dienstverlener en betaalt daarvoor een vergoeding (parkeerder)
  • vergoeding per transactie (gemeente)
  • kans op doorgeven foutieve code (parkeerder)
  • geen direct inzicht in gemaakte kosten, parkeerder krijgt de rekening achteraf (parkeerder)
Pasparkeren
Een nieuw betaalalternatief is pasparkeren. Het pasparkeren werkt op een vergelijkbare wijze als sms-/belparkeren: men moet aan- en afmelden en krijgt de rekening achteraf. Het verschil tussen beide is de wijze van aan- en afmelden. Bij sms-/belparkeren gaat dit via de telefoon, terwijl bij pasparkeren de pas bij de kaartlezer van de automaat wordt gehouden. Na het aan- of afmelden van de pas wordt de slagboom geopend. De pas wordt uitgegeven door de gemeente. De gemeenten Deurne, Eindhoven, Roosendaal, Venray en Zevenaar werken al met pasparkeren.
De (stads)pas is vaak ook voor andere diensten te gebruiken, zoals in de bibliotheek of bij afvalaanbieding.
Persoonlijke parkeermeter
De werking van de persoonlijke parkeermeter is als volgt: de parkeerder zet het aan, stopt de chipkaart (waar zijn parkeertegoed opstaat, alsmede de zone- en tariefstructuur van de gemeente) in het apparaatje, stelt de juiste tariefzone in, drukt op start, haalt de kaart uit het apparaatje en hangt deze achter de binnenspiegel. Aan het einde van de parkeerduur pakt de parkeerder het apparaatje weer op en drukt op stop. De volgende keer dat hij de persoonlijke parkeermeter gebruikt, wordt het bedrag van de vorige parkeersessie van zijn kaart afgeschreven. Hiermee heeft hij aan zijn betaalverplichting voldaan. In tabel 12 staan de belangrijkste voor- en nadelen van de persoonlijke parkeermeter. Tevens staat aangegeven of ze voor de parkeerder of de gemeente gelden.
Tabel 12. Voor- en nadelen persoonlijke parkeermeter
VoordeelNadeel
  • geen gang richting de parkeerautomaat (parkeerder)
  • realtimeparkeren (parkeerder)
  • niet bijvullen bij langere parkeerduur (parkeerder)
  • parkeeropbrengsten vooraf gegarandeerd → positieve cashflow (gemeente)
  • lage verwerkingskosten (gemeente)
  • parkeergeld wordt pas bij volgende gebruik afgeschreven (nooit te weinig betaald) (parkeerder)
  • werknemers hoeven geen parkeergeld voor te schieten (bedrijven)
  • geen handhavingsapparatuur nodig m.u.v.controleapparatuur bij mogelijke fraude (gemeente)
  • illegaal opwaarderen van chipkaarten en technologie ‘in handen van de parkeerder’ (gemeente)
  • geen flexibele parkeertarieven (gemeente/parkeerder)
  • geen betalingsbewijs beschikbaar: geen bewijslast (parkeerder)
  • risico op naheffing als gevolg van verkeerde tijdsinstelling of defect (parkeerder)
  • beperkte kans op diefstal (parkeerder)
  • borgsom gebruik (parkeerder)
  • ook privégebruik (bedrijven)
  • iedere gemeente eigen kaart/systeem (parkeerder heeft dus verschillende passen nodig)