Parkeerbeleid
Het groeiende gebruik van motoren, bromfietsen en snorfietsen zorgt in stedelijke omgevingen voor een vraag naar geschikte parkeergelegenheid voor GTW’s. Vooral op zonnige dagen, wanneer het gebruik van GTW’s groter is, kan het voorkomen dat er onvoldoende parkeerruimte is. Veel gemeenten voeren een gedoogbeleid: zolang ze niet in de weg staan, mag een motorfiets op veel plaatsen worden geparkeerd. Echter, wettelijk gezien mag een motorfiets niet op het trottoir staan, maar moet hij net als elk ander motorvoertuig op straat of op een daartoe aangewezen plaats worden geparkeerd. Om excessen te voorkomen, wordt aanbevolen in een omgeving waar veel motorfietsen parkeren en dit tot problemen leidt, het parkeren te ordenen door bijvoorbeeld specifieke parkeerzones aan te wijzen.
Voor auto’s worden vaak parkeernormen gehanteerd. Aanbevolen wordt ook voor motorfietsen een parkeernorm toe te passen. Een eenvoudige rekensom leert dat de Nederlandse verhouding motorfiets/personenauto drie tot zes parkeerplaatsen voor motorfietsen per honderd auto’s oplevert. Dit betreft een gemiddeld ervaringscijfer. Op sommige plaatsen kan het zijn dat een hogere norm moet worden gehanteerd. Voorbeelden hiervan zijn centra van steden met een belangrijke recreatieve of toeristische functie, in winkelgebieden en bij uitgaansgelegenheden.
Een motorfiets heeft voor het parkeren vaak niet meer nodig dan een klein deel van de parkeerruimte van een gemiddelde personenauto. De maatvoering voor een parkeerhaven voor motorfietsen staat in tabel 37.
Tabel 37. Maatvoering (in meters) bij haaks en gestoken parkeren voor gemotoriseerde tweewielers
Afstand | Maatvoering | |
Haaksparkeren 90° | Breedte Lengte | 1,25 à 1,50 m 2,50 m |
Parkeerhoek 45° | Breedte Lengte | 1,77 à 2,21 m 2,20 m |
Bij een parkeerhoek van 90° is het aantal parkeerplaatsen (eenzijdig) per 10 m zes à acht stuks. Bij een parkeerhoek van 45° bedraagt het maximaal aantal parkeerplaatsen (eenzijdig) per 10 m vier à zes stuks. De maatvoering voor een parkeerhaven voor motorfietsen kan worden meegenomen bij het bepalen van het aantal mogelijk te parkeren motorfietsen in één autoparkeervak. De lengte van een motorvak met een parkeerhoek van 45° komt globaal overeen met de breedte van een parkeerhaven voor een personenauto.