Parkeerduurmeting

Een parkeerduurmeting geeft inzicht in de frequentie en de duur van het gebruik van de parkeervoorzieningen. Ook kan aan de hand van een parkeerduurmeting inzicht worden verkregen in het aantal bewoners, werknemers en bezoekers dat in een gebied parkeert. Verder kan de meting inzicht geven in de verdeling kort- en langparkeerders op een locatie.

Aangezien de parkeerduurmeting een stuk intensiever (en daarmee duurder) is dan een parkeermotiefmeting, wordt een parkeerduurmeting meer gebruikt om gedetailleerder informatie te verkrijgen over het gebruik van parkeervoorzieningen dan een parkeermotiefmeting oplevert. Zo kan met een parkeerduurmeting de effectiviteit van een parkeerschijfzone worden onderzocht of juist het effect van het instellen van een parkeerschijfzone worden bepaald.

Een parkeerduurmeting kan ook worden gebruikt om inzicht te verkrijgen in het totaal aantal voertuigen dat gebruikmaakt van de parkeercapaciteit in een gebied, ofwel de turnover. Aan de hand van een parkeerduurmeting kan bijvoorbeeld worden bepaald of een constante bezettingsgraad van 80 procent over de dag voor vijf parkeerplaatsen duidt op vier auto’s die er de hele dag staan of bijvoorbeeld op drie auto’s die er de hele dag staan en twintig auto’s die elkaar steeds afwisselen op de vierde plaats. Inzicht in de turnover betekent dus inzicht in het aantal verkeersbewegingen en daarmee in de verkeersdrukte en de bereikbaarheid van een gebied.

Bij een parkeerduurmeting bepaalt het onderzoeksinterval de nauwkeurigheid van de te berekenen parkeerduur. Een kortere interval geeft meer zekerheid over de parkeerduur Als bijvoorbeeld elk half uur wordt gemeten en een voertuig is eenmaal waargenomen, dan bedraagt zijn werkelijke parkeerduur theoretisch tussen een minuut en (bijna) een uur. Voor dit voertuig wordt het gemiddelde van een half uur gehanteerd. Is een voertuig tweemaal waargenomen, dan bedraagt zijn werkelijke parkeerduur theoretisch tussen een half uur en anderhalf uur. Kort parkeren tussen twee rondes in zal worden gemist. Voor inzicht in het aandeel werknemers kan een veel langere interval (bijvoorbeeld twee uur) worden gekozen.

Een kort onderzoeksinterval betekent hoge kosten omdat er meer waarnemers nodig zijn. Aanbevolen wordt om bij een kort onderzoeksinterval en metingen over een langere periode en op diverse locaties, camera’s met automatische verwerking en de mogelijkheid om kentekens achteraf te matchen in te zetten.