Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek parkeren
Deze tekst is gepubliceerd op 03-10-12

Parkeerstructuur

Veel van de aantrekkelijkheid van parkeergarages wordt verkregen door een duidelijke en overzichtelijke verkeersstructuur. Dat is ook direct een van de lastigste taken voor de ontwerper. Het is vaak passen en meten. Enkele kenmerken van een goede structuur zijn:
  • kolomvrijheid;
  • eenrichtingsverkeer;
  • geen (te) lange rechtstanden;
  • geen doodlopende parkeerwegen;
  • geen onnodig zoekverkeer langs alle parkeerwegen;
  • een ‘linksomcircuit’ of anders gezegd ‘tegen de klok in’;
  • conflictvrij afwikkelen van voetgangersverkeer.
In de praktijk is de meest optimale oplossing vaak moeilijk te vinden en zijn compromissen niet te voorkomen. Ook niet omdat de gewenste capaciteit van de garage een belangrijke randvoorwaarde is.
Kolomvrijheid
Om tal van redenen behoren in openbare parkeergarages tussen auto’s geen kolommen thuis. Bij stallinggarages is die eis minder stringent. Kolomvrije parkeerbeuken geven een goed overzicht. Het geheel wordt daardoor veel ‘transparanter’. Parkeerders kunnen veel gemakkelijker hun weg vinden naar (nood) trappenhuizen en liften. Een groot voordeel is ook dat het bereik van bewakingscamera’s groter is, waardoor er minder camera’s nodig zijn.
Eenrichtingsverkeer
Eenrichtingsverkeer werkt in parkeergarages over het algemeen het beste. Het houdt het aantal verkeersbewegingen beperkt. Ook voor voetgangers is het gemakkelijker omdat ze – in principe – maar op verkeer uit één richting hoeven te letten. In principe, want in de praktijk gaat dat nog wel eens mis omdat verkeer tegen de gewenste richting inrijdt. Met parkeervakken onder een hoek wordt het eenrichtingsverkeer ondersteund. Men behoeft dan alleen maar vooruit een vak in te rijden, achteruitrijdend staat de auto direct in de goede rijrichting. Ook dan zijn er echter mensen die tegen de rijrichting inrijden en de auto achteruit inparkeren.
Geen (te) lange rechtstanden
Korte rechtstanden beperken de rijsnelheden. Bij woonerven is de maximumlengte van een rechtstand 50 m. Ook voor de rechtstanden in parkeergarages is dat een goed uitgangspunt om de rijsnelheden te beperken. Als een lengte van maximaal 50 m niet haalbaar is, moet worden getracht met visuele effecten toch een aanvaardbare snelheid te bewerkstelligen. Parkeerwegen met aan weerszijden stroken voor voetgangers om de kofferbak veilig te openen is een mogelijkheid. Zo’n strook – met een breedte van ongeveer 75 cm – kan met een andere kleur dan de rijbaan duidelijk worden aangegeven.
Geen doodlopende parkeerwegen
Doodlopende parkeerwegen zijn erg hinderlijk in parkeergarages. Aan het einde van een doodlopende parkeerweg is het moeilijk manoeuvreren. Voorts is het lastig om te zien of er in de parkeerstroken nog parkeervakken leeg zijn. Als blijkt dat alles vol is, is er geen ruimte om te keren zodat achteruit gereden moet worden. Dat achteruitrijden – met vaak een beperkt uitzicht – maakt het ook weer lastig om in te voegen in het verkeer op de rijroute door de garage.
Geen onnodig zoekverkeer
Met een ‘ladderstructuur’ (dat wil zeggen twee hoofdwegen voor de aan- en afvoer en korte rijbaantussenstukken voor het parkeren) kan de automobilist vrij snel zien of er in het korte tussenstuk nog lege vakken zijn. Dat voorkomt dat onnodig over alle parkeerwegen wordt gereden. Met detectie en signalering van lege parkeervakken kan het zoekverkeer verder worden beperkt.
Linksomcircuit
In een parkeergarage wordt meestal een rijroute ontworpen waarbij linksom – tegen de klok in – gereden wordt. Bij een verkeerstructuur met linksom rijdend verkeer is er over het algemeen een beter overzicht. Als er sprake is van twee gelijkwaardige mogelijkheden gaat de voorkeur uit naar een linksomcircuit.
Voetgangersverkeer
Een voetgangersstructuur waarbij geen rijdend verkeer wordt gekruist, klinkt ideaal, maar is niet erg reëel. In de praktijk laten voetgangers zich niet of nauwelijks sturen. Met korte rechtstanden waarbij de voetgangers automatisch naar een lange zijkant worden geleid, kan al veel aan veiligheid worden bereikt. Langs de zijkant kunnen dan afzonderlijke voetpaden worden aangelegd. Een duidelijke en heldere verwijzing naar de uitgang(en) met bebording draagt bij aan een zo kort mogelijke looproute in de garage.