Criteria en richtlijnen
In tabel 7 worden zoals gezegd criteria vastgesteld. Hierbij is gebruikgemaakt van het rapport ‘De parkeerder is koning!?’[14]. Met behulp van deze criteria kunnen de vastgestelde categorieën met betrekking tot de verschillende kwaliteitsaspecten gemeten worden. Tevens worden richtlijnen gegeven voor het ontwerp van parkeervakken en -terreinen, bewegwijzering en parkeerapparatuur.
Tabel 7. Criteria waarmee vastgestelde categorieën met betrekking tot de verschillende kwaliteitsaspecten kunnen worden gemeten
1) | Tariefstructuur | Opmerkingen/richtlijnen/voorbeelden | ||
Duidelijkheid | Alle tarieven moeten weergegeven zijn. De tariefvermelding moet leesbaar zijn. Aangegeven moet worden wanneer betaald moet worden voor het parkeren. | Ook tarieven op koopzondagen en/of speciale koopavonden moet zijn weergegeven. Aangeven wat vaste koopavond is. | ||
2) | Handhaving parkeerregulering | |||
Eenduidigheid | De gedoogtijd moet minimaal en uniform zijn. (De gedoogtijd is de tijd tussen het begaan van de overtreding en het tijdstip vanaf wanneer de controleur volgens de regels van de gemeente een sanctie oplegt). | Omdat het mogelijk is dat de klok op de parkeerautomaat niet geheel juist loopt, moet de gedoogtijd minimaal vijf minuten bedragen. | ||
Duidelijkheid | - Bij parkeerlocaties moet zijn aangegeven of de wielklem en/of wegsleepregeling kan worden toegepast. - Aantal terechte klachten moet minimaal zijn. | Zie CROW-publicatie 134 ‘Richtlijn parkeerbebording’ [15] | ||
3) | Administratieve procedures | |||
Duidelijkheid | - Op de naheffingsaanslag moet, indien deze is uitgedeeld, de te volgen procedure (inclusief mogelijkheid tot bezwaar) zijn weer gegeven. | |||
- Indien een wielklem is aangebracht, moet op een sticker, die op de auto is aangebracht, aangegeven zijn welke procedure moet worden gevolgd (inclusief mogelijkheid tot bezwaar). | Informatie waterbestendig en tweetalig (Nederlands/Engels) | |||
- Het moet automobilisten bekend zijn wat ze moeten doen indien hun auto is weggesleept. | ||||
- De procedure voor een wielklem moet zo kort mogelijk zijn. | ||||
- De procedure dient bij voorkeur ook in een andere taal vermeld te zijn. | Alleen Engels is voldoende. Bij grensstreken zou een derde taal toegevoegd kunnen worden | |||
Gebruikersvriendelijkheid | - Het percentage bezwaren dat binnen de maximum termijn wordt afgehandeld moet 100% zijn. - Aantal terechte klachten moet minimaal zijn. - Klachten moeten zo snel mogelijk worden afgehandeld. - Er moet een gemeentelijke commissie van bezwaar/beroep (onafhankelijke klachtencommissie) aanwezig zijn. | |||
4) | Bebording (bord en onderbord) | |||
Eenduidigheid | - Pas overal dezelfde P-borden toe. | Zie CROW-publicatie 134 [15] | ||
- Pas overal dezelfde borden ‘betaald parkeren’toe. | Idem | |||
- Pas overal dezelfde verwijsborden naar de parkeerautomaat toe. | Idem | |||
- Borden ‘betaald parkeren’ moeten lijken op verwijsborden naar de parkeerautomaat. | Zie CROW-publicatie 134 voor nieuw standaardbord. | |||
- Bij voldoende grootte betaald parkeergebied dienen zoneborden te worden gebruikt. | Bij meer dan één straat zoneborden, met markering begin en einde zone op wegdek en herhalingsborden conform CROW-publicatie 134. | |||
- Zoneborden dienen op juiste wijze en locatie te worden geplaatst. | ||||
- Borden moeten voor verschillende situaties uniform gebruikt worden. | Zoneborden altijd links en rechts van de weg plaatsen. | |||
Duidelijkheid [16, 17] | - De afmetingen van het bord moeten voldoen aan de richtlijn. | - BABW [16] en NEN 3381 [26] | ||
- Gebruik zo veel mogelijk tekens in plaats van tekst. | - Gebruik bekende pictogrammen conform CROW-publicatie 134. | |||
- Indien er toch tekst gebruikt wordt, dient de hoeveelheid tekst beperkt te worden. | - Dagen en uren uniform afkorten (verkeerskunde augsept 1999). | |||
- De afmetingen van de letters (indien van toepassing) moeten voldoen aan de richtlijn. | - Standaard volgens BABW, RVV en Richtlijnen Bewegwijzering is het beste. | |||
Zichtbaarheid | - Obstakels in het gezichtsveld van de parkeerder naar het bord voorkomen. | |||
- De hoogte waarop het bord geplaatst is zo kiezen dat het bord goed zichtbaar is. | Minimaal op 2,20 m hoogte boven voetpad/trottoir, conform uitvoeringsvoorschriften BABW. | |||
- Bij verkleuring die leidt tot slechte zichtbaarheid het bord vervangen. | ||||
- Stickers of bekladdering die het bord (gedeeltelijk) onleesbaar maken voorkomen en/ofverwijderen. | ||||
- Het bord moet zo geplaatst zijn (ten opzichte van de rijbaan) dat het vanaf de rijbaan goed zichtbaar is. | NEN3381 [26] | |||
- Verdraaide, en daardoor onleesbare borden voorkomen. | Zorgen voor een goede, vaste bevestigingsmethode. | |||
- Zorgen voor voldoende zichtbaarheid in het donker. | Zorgen voor reflecterend materiaal met een grote invalshoek. | |||
- Borden die voor een groter gebied geldig zijn, moeten voldoende herhaald worden. | ||||
5) | Parkeerverwijssysteem (indien van toepassing) | |||
Eenduidigheid | - Statisch versus dynamisch (afhankelijk van de situatie). | |||
- Pas overal dezelfde borden toe. | ||||
- Sluitend systeem gebruiken. | - Parkeerbewegwijzering zo mogelijk integreren in de standaard bewegwijzering. | |||
Duidelijkheid | - De afmetingen van de borden moeten voldoen aan de richtlijn. | - CROW-publicatie 134 [15] en Richtlijn Bewegwijzering [23]. | ||
- De afmetingen van de tekst/tekens moeten voldoen aan de richtlijn. - Richting juist aangeven. - Aanduidingen VOL/VRIJ bij een dynamisch systeem juist weergeven. - Aanduidingen VOL/VRIJ in de juiste kleur weergeven. - Het aantal vrije plaatsen bij een dynamisch systeem juist weergeven. - Het gebruik van symbolen heeft de voorkeur boven tekst. - Herhalingsborden kunnen duidelijkheid voor weggebruikers vergroten. - De hoeveelheid tekst zo veel mogelijk beperken. | - CROW-publicatie 134 [15] en Richtlijn Bewegwijzering [23]. | |||
Zichtbaarheid | - Obstakels in het gezichtsveld van de parkeerder naar het bord voorkomen. | |||
- Bij verkleuring die leidt tot slecht zichtbaarheid het bord vervangen. | ||||
- Stickers of bekladdering die het bord (gedeeltelijk) onleesbaar maken voorkomen en/ofverwijderen. | ||||
- Verdraaide, en daardoor onleesbare borden goed bevestigen zodat ze weer goed zichtbaar zijn. | ||||
- De hoogte van het bord ten opzichte van het maaiveld zo kiezen dat het bord goed zichtbaar is. | Hoogte conform Uitvoeringsvoorschriften BABW [16]. | |||
- Lampjes (LED's) van de display (bij een dynamisch parkeerverwijssysteem) vervangen als het bord door defecte lampjes niet goed zichtbaaris. | ||||
- De afstand van het bord tot de rijbaan zo kiezen dat het bord goed zichtbaar is, maar het verkeer op de rijbaan er geen hindervan ondervindt (bijvoorbeeld vrachtwagens met uitstekende spiegels). | ||||
- Zorgen voor voldoende zichtbaarheid in hetdonker. | Gebruik reflecterende borden of inwendig verlichte borden. | |||
6) | Bewegwijzering voetgangers (De bewegwijzering voor voetgangers bestaat uit drie delen: - bewegwijzering op het parkeerterrein; - bewegwijzering vanaf het parkeerterrein; - bewegwijzering vanuit de bestemmingen terug naar het parkeerterrein.) | |||
Eenduidigheid | - Pas overal dezelfde borden toe. | |||
- Eenduidig zijn in de mate waarin bewegwijzering voetgangers bij soort parkeerterreinen aanwezig is (bijvoorbeeld bij alle parkeerplaatsen of alleen bij de grote parkeerterreinen). | ||||
- Er moet ook bewegwijzering van de bestemmingen terug naar parkeerterreinen aanwezig zijn. | Aanbevolen kan worden parkeerterreinen een herkenbare korte naam te geven, ten behoeve van de bewegwijzering. Maak onderscheid tussen symbolen voor terrein (P) en garage (P met dak) conform Richtlijnen Bewegwijzering [23]. | |||
Duidelijkheid | - De afmetingen van de borden moeten voldoen aan de richtlijn. | Zie Richtlijnen Bewegwijzering [23], RVV en CROW-publicatie 134 [15]. | ||
- De afmetingen van de tekst/letters moet voldoen aan de richtlijn. | Idem | |||
- De mate van contrast tussen tekst en achtergrond moet voldoen aan de richtlijn. | Idem | |||
- De informatie op de borden moet juist zijn (de richtingen moeten kloppen). | ||||
- Aantal plaatsen en richtingen dat tegelijkertijd is aangegeven beperken (om verwarring en onoverzichtelijkheid te voorkomen). | Idem | |||
- Soort informatie (namen of functies van instellingen en afstanden) kiezen om zo de hoeveelheid informatie op het bord te beperken (om verwarring en onoverzichtelijkheid te voorkomen). | ||||
Zichtbaarheid | - Borden moeten vanaf alle parkeervakken en vanaf de uitgang van het parkeerterrein zichtbaar zijn. - Bij verkleuring die leidt tot slecht zichtbaarheid het bord vervangen. - Stickers of bekladdering die het bord (gedeeltelijk) onleesbaar maken voorkomen en/of verwijderen. | |||
Herkenbaarheid | - Borden moeten zo veel mogelijk lijken op overige bebording (om verwarring en onherkenbaarheid te voorkomen). | Zie Richtlijnen Bewegwijzering [23] en CROW-publicatie 134 [15]. | ||
7 | Parkeerapparatuur | |||
Eenduidigheid | Parkeerautomaten moeten zo uniform mogelijk zijn wat betreft: - vormgeving; - betalingsmogelijkheden; - uit te voeren handelingen; - kleur; - tickets; - tariefweergave. | NB. De kleur rood wordt nog wel eens gebruikt voor meters/automaten waarvoor 24 uur/dag betaald moet worden. Dit kan als standaard worden aanbevolen. Ook maximum tijd en de tijd waarop ze gebruikt moeten worden moet aangegeven staan. | ||
Duidelijkheid | - Betalingsinstructies zowel in pictogrammen als tekst weergeven. - De volgorde waarin de tekst/pictogrammen geplaatst zijn zo kiezen dat de instructies duidelijk zijn. - De grootte van de tekst zo kiezen dat de instructies goed leesbaar zijn. - De tickets moeten goed leesbaar zijn. - Duidelijk vermelden over welke betalingsmogelijkheden de automaat beschikt. | Bij tekst ook korte Engelse tekst. | ||
Gebruikersvriendelijkheid | - Bij voorkeur zijn meerdere betalingswijzen mogelijk: muntgeld, bankbiljetten, (buitenlands geld), chipknip. - Bij voorkeur de mogelijkheid om wisselgeld terug te krijgen. - Ticket moet eenvoudig uit de automaat te verwijderen zijn. - De apparatuur moet op ooghoogte bevestigd zijn. - Vermelden wat te doen indien de automaat defect is. - Verwijzen naar een andere parkeerautomaat bij defect. - Het aantal uit te voeren handelingen zo veel mogelijk beperken. - Geld moet eenvoudig in te brengen zijn. - Knoppen moeten eenvoudigte bedienen zijn. - De afstand tot de eerstvolgende automaat met richting moet weergegeven zijn. - De talen waaruit gekozen kan worden voor de displayweergave moet weergegeven zijn. | NEN-EN 12414 [27] | ||
Zichtbaarheid | - Er moet voldoende verlichting aanwezig zijn. - Het aantal parkeerplaatsen waar vandaan de parkeerautomaat te zien is maximaliseren. - Stickers of bekladdering die de tekst/pictogrammen (gedeeltelijk) onleesbaar maken voorkomen en/of verwijderen. - Een verlichte display moet aanwezig zijn. - De aanwezigheid van obstakels in het gezichtsveld van de parkeerder naar de automaat (boom, gebouw, bord, geparkeerde bestelbus/vrachtwagen etc.) moet minimaal zijn. - De apparatuur of de verwijzing naar een apparaat moet goed zichtbaar zijn vanaf alle plaatsen die door de apparatuur bediend worden. | NEN 2443 (25 lux op 1 m hoogte) [2] | ||
Herkenbaarheid | - Er moet een opvallend beeldmerk aanwezig zijn dat aangeeft waar betaald moet worden. | - CROW-publicatie 134 [15]. | ||
- Het ontwerp moet opvallend zijn zodat de plaats waar betaald moet worden goed herkenbaaris. | - Vanwege het gevaar dat elke gemeente iets nieuws bedenkt (hetgeen in strijd is met eenduidigheid), kan worden aanbevolen een dergelijk ontwerp te ontwerpen. | |||
Bereikbaarheid | - De gemiddelde afstand tussen parkeerplaats en automaat mag niet te groot zijn. | - Richtlijn is 50 meter (CROW-publicatie 134 zegt bij voorkeur niet meer dan 100 m) | ||
- Obstakels, anders dan een straat, tussen de parkeerplaats en de automaat dienen zo veel mogelijk voorkomen worden | - CROW-publicatie 134 geeft als aanbeveling het plaatsen van één parkeerautomaat per 50 plaatsen. Dit aantal geldt echter alleen voor overzichtelijke parkeerterreinen. In woonstraten en drukke winkelstraten verdient het aanbeveling meer automaten te plaatsen. | |||
8) | Parkeervak/langsparkeren | |||
Veiligheid | ||||
Verkeersveiligheid | - Bij het uitstappen komt de parkeerder bij voorkeur niet op de rijbaan terecht. | |||
- De auto- en (brom)fietsintensiteiten op de rijbaan dienen minimaal te zijn. | CROW-publicatie 31 [18] | |||
- De snelheden op de rijbaan dienen minimaal te zijn. - Is bij de planvorming al gelet op het voorkomen van bepaalde kritieke combinaties. - Kruising van een fietspad en/of voetpad voor het oprijden van de parkeerplaats veilig ontwerpen. - Voorkom obstakels die het zicht bij het op en afrijden van de parkeerplaats beperken - Een veilige looproute moet aanwezig zijn. - Plaats automaten bij voorkeur aan de kant van de weg waar geparkeerd wordt. - De mate waarin de parkeerder andere voertuigen hindert bij zijn parkeermanoeuvres moet zo veel mogelijk beperkt zijn. | CROW-publicatie 31 | |||
Gebruikersvriendelijkheid | - De afmetingen van het parkeervak zo kiezen dat makkelijk ingeparkeerd kan worden. - Vakmarkering moet aanwezig zijn. - De ondergrond moet zo veel mogelijk vlak zijn - Obstakels (bomen/paaltjes) rondom het parkeervak die de parkeerder hinderen bij het parkeren zo veel mogelijk voorkomen. - De hoek ten opzichte van de rijbaan waaronder ingeparkeerd dient te worden zo kiezen dat er bij het inparkeren geen gevaarlijke situaties ontstaan. - De rijbaan moet voldoende breed zijn. - De afwatering moet goed zijn. | NEN 2443 [2] | ||
- De loopafstand tussen de parkeerplaats en de bestemming moet beperkt zijn. | De aanvaardbaarheid van de loopafstand hangt af van de parkeerduur en van het motief van het bezoek aan het bestemmingsadres. Met behulp van de ASVV [12] kunnen acceptabele loopafstanden berekend worden. | |||
9) | Herkenbaarheid | - Vakmarkering, afwijkende bestrating en/of afwijkende kleurstelling gebruiken om de parkeervoorzieningen herkenbaarte maken. | Zie Richtlijnen voor Bebakening en Markering [21] | |
- De aanwezigheid van een P-bord verdient de voorkeur. | ||||
- De aanwezigheid van een P-symbool op het parkeervak verdient de voorkeur. | Dit is slechts nodig wanneer het ondanks plaatsing van een P-bord en vakmarkering onvoldoende duidelijk is dat er een parkeervak is. | |||
Parkeerterrein | ||||
Veiligheid | ||||
Verkeersveiligheid | - Kruising van een fietspad en/of voetpad voor het oprijden van het parkeerterrein veilig ontwerpen. - Voorkom obstakels die het zicht bij het op en afrijden van de parkeerplaats beperken. - Aantal kruisingen tussen de looproute en het verkeer minimaliseren. - De looproute moet opvallend zijn door goede kleuring en/of markering. - De mate waarin de parkeerder andere voertuigen hindert bij zijn parkeermanoeuvres zo veel mogelijk beperken. - Eenrichtingsverkeer op de parkeerplaats verdient de voorkeur. - De intensiteit van fietsers op het parkeerterrein beperken. - Potentiële conflictpunten op het terrein identificeren en verbeteren. | |||
Sociale Veiligheid | - De aanwezigheid van sociaal toezicht vergroot de sociale veiligheid. - Zo veel mogelijk overzicht creëren van buiten het parkeerterrein. - Graffiti envuil voorkomen en/of verwijderen. - Het parkeerterrein moet voldoende verlicht zijn. | |||
Gebruikersvriendelijkheid | - Vakmarkering moet aanwezig zijn. - De afmetingen van het parkeervak zo kiezen dat makkelijk ingeparkeerd kan worden. - De ondergrond moet zo veel mogelijk vlak zijn. - De afwatering moet goed zijn. - Beperk obstakels rondom het parkeervak die de parkeerder hinderen bij het parkeren. - De hoek ten opzichte van de rijbaan waaronder ingeparkeerd moet worden zo kiezen dat er bij het inparkeren geen gevaarlijke situaties ontstaan. - Rijbaan op het parkeerterrein moet voldoende breed zijn. - De circulatie over het parkeerterrein moet door middel van borden of markering aangegeven zijn. - De circulatie over het parkeerterrein moet logisch zijn. - Er moet informatie aanwezig zijn over de loopafstand tot de primaire bestemming vanaf het parkeerterrein en eventueel over de voor- en natransportvoorzieningen. | |||
Herkenbaarheid | - Vakmarkering, afwijkende bestrating en/of afwijkende kleurstelling gebruiken om de parkeervoorzieningen herkenbaar te maken. - Het parkeerterrein moet worden aangeduid middels P-borden. - Het parkeerterrein moet vanaf de rijbaan vanaf beide rijrichtingen zichtbaar zijn. Obstakels (bomen/muren) om het parkeerterrein moeten zo veel mogelijk voorkomen worden. | |||
10) | Parkeerplaats voor gehandicapten | |||
Veiligheid | ||||
Verkeersveiligheid | - Bij het uitstappen komt de parkeerder bij voorkeur niet op de rijbaan terecht. - De auto- en (brom)fietsintensiteiten op de rijbaan dienen minimaal te zijn. - De snelheden op de rijbaan dienen minimaal te zijn. - Kruising van een fietspad en/of voetpad voor het oprijden van de parkeerplaats veilig ontwerpen. - Voorkom obstakels die het zicht bij het op en afrijden van de parkeerplaats beperken. - Een veilige looproute moet aanwezig zijn. - Plaats automaten bij voorkeur aan de kant van deweg waar geparkeerd wordt. - De mate waarin de parkeerder andere voertuigen hindert bij zijn parkeermanoeuvres moet zo veel mogelijk beperkt zijn. | |||
Sociale veiligheid | - De aanwezigheid van sociaal toezicht vergroot de sociale veiligheid. - De gehandicaptenparkeerplaats moet van buitengoedzichtbaarzijn. - Graffiti en vuil voorkomen en/of verwijderen. - Gehandicaptenparkeerplaats moet voldoende verlicht zijn. | |||
Gebruikersvriendelijkheid | - De afmetingen van het parkeervak zokiezen dat makkelijk ingeparkeerd kan worden (extra groot voor gehandicapten). - Vakmarkering moet aanwezig zijn. - De ondergrond moet zo veel mogelijk vlak zijn (extra belangrijk voor gehandicapten). - Obstakels (bomen/paaltjes) rondom het parkeervak die de parkeerder hinderen bij het parkeren zo veel mogelijk voorkomen. - De hoek ten opzichte van de rijbaan waaronder ingeparkeerd dient te worden zo kiezen dat er bij het inparkeren geen gevaarlijke situaties ontstaan. - De rijbaan moet voldoende breed zijn. - De afwatering moet goed zijn. | Zie NEN 2443 [2] voor afmetingen gehandicaptenvak. | ||
- Het moet duidelijk zijn waar parkeerplaatsen voor gehandicapten gelokaliseerd zijn. | Bij de VVV moet een kaart beschikbaar zijn waarop de locaties van gehandicaptenparkeerplaatsen aangegeven zijn. | |||
Herkenbaarheid | - Vakmarkering, afwijkende bestrating en/of afwijkende kleurstelling gebruiken om de gehandicaptenparkeerplaats herkenbaar te maken. | |||
- Een bord ‘Gehandicaptenparkeerplaats’ moet aanwezig zijn. - Op het parkeervak moet een symbool ‘Gehandicaptenparkeerplaats’ of een kruis aanwezig zijn. | (RVV E06) | |||
Bereikbaarheid | - De gemiddelde afstand tussen parkeerplaats en automaat mag niet te groot zijn (extra belangrijk voor gehandicapten). - De weg van de gehandicaptenparkeerplaats naar de automaat danwel de bestemming moet vlak zijn. - De afstand naar de (gerelateerde) bestemming moet zo klein mogelijk zijn. - Obstakels, anders dan een straat, op de weg naar de automaat danwel debestemming moeten voorkomen worden. | Automaat bijvoorkeur direct naast vakken. | ||
- De hoogte van de parkeerautomaat/meter moet zo gekozen worden dat deautomaat of meter goed te bedienen is door gehandicapten. | NB. Vooral moet duidelijk zijn of gehandicapten wel of niet moeten betalen. | |||
11) | Parkeerplaats voor motoren | |||
Veiligheid | ||||
Verkeersveiligheid | - Bij het afstappen komt de parkeerder bij voorkeur niet op de rijbaan terecht. - Kruising van een fietspad en/of voetpad voor het oprijden van de parkeerplaats veilig ontwerpen. - Voorkom obstakels die het zicht bij het op en afrijden van de parkeerplaats beperken. - Een veilige looproute moet aanwezig zijn. - Parkeermeters moeten bij de parkeerplaats geplaatst worden. - De mate waarin de parkeerder andere voertuigen hindert bij zijn parkeermanoeuvres moet zo veel mogelijk beperkt zijn. | |||
Sociale veiligheid | - Het verdient voorkeur een paal te plaatsen waaraanmotorenkunnenwordenvastgemaakt | |||
Gebruikers-vriendelijkheid | - De afmetingen van het parkeervak zo kiezen dat makkelijk ingeparkeerd kan worden. - Vakmarkering moet aanwezig zijn. - De ondergrond moet zo veel mogelijk vlak zijn. - Obstakels (bomen/paaltjes) rondom het parkeervak die de parkeerder hinderen bij het parkeren zo veel mogelijk voorkomen. - De afwatering moet goed zijn. | |||
Herkenbaarheid | - Vakmarkering, afwijkende bestrating en/of afwijkende kleurstelling gebruiken om de parkeerplaats voor motoren herkenbaar te maken. - Een bord parkeerplaats voor motoren moet aanwezig zijn. |