Kwaliteitsaspecten
Inleiding
In deze bijlage [14] worden de kwaliteitsaspecten en subcategorieën van beleidsuitvoering die in hoofdstuk vijf gebruikt worden gedefinieerd. Tevens wordt de keuze van enkele kwaliteitsaspecten bij bepaalde subcategorieën onderbouwd middels literatuur.
Kwaliteitsaspecten
De kwaliteitsaspecten die gebruikt worden voor het bepalen van de mate waarin de beleidsuitvoering voldoet aan de wensen van de gebruiker zijn: veiligheid, eenduidigheid, duidelijkheid, gebruiksvriendelijkheid, zichtbaarheid, herkenbaarheid en bereikbaarheid. Deze begrippen worden hier gedefinieerd.
Veiligheid
Met betrekking tot de veiligheid dienen we een onderscheid te maken naar verkeers- en sociale veiligheid. Onder verkeersveiligheid wordt in dit geval verstaan de mate waarin de parkeerder zichzelf en de overige weggebruikers (voetgangers, fietsers en overige voertuigen) in gevaar brengt met zijn of haar parkeermanoeuvres. Onder sociale veiligheid wordt verstaan de mate waarin de parkeerder zich veilig voelt op de plek waar hij parkeert en de gerustheid waarmee de auto op de parkeerplaats wordt achtergelaten.
Eenduidigheid
Eenduidig wil zeggen dat er geen verschillen zijn in de uitvoering. Met andere woorden de uitvoering is consistent. Dit kan zowel betrekking hebben op de uitvoering van processen of de fysieke uitvoering van objecten.
Duidelijkheid
Met duidelijkheid wordt hier begrijpelijkheid bedoeld. Wanneer vragen komen over wat er wordt bedoeld is het niet duidelijk.
Gebruiksvriendelijkheid
Gebruiksvriendelijkheid geeft aan in hoeverre iets aan de meest uiteenlopende (specifieke) wensen van klanten voldoet, de mate van eenvoud waarmee een object te gebruiken is, alsmede of een proces naar tevredenheid van de klant wordt afgehandeld.
Zichtbaarheid
Zichtbaarheid geeft de mate aan waarin iets fysiek waargenomen kan worden.
Herkenbaarheid
Herkenbaarheid is de mate waarin de functie van een object (in de ruime zin van het woord; ook de herkenbaarheid van parkeervakken en -terreinen worden hiertoe gerekend) ook als zodanig door de klant wordt gezien/herkend in de omgeving.
Bereikbaarheid
Bereikbaarheid heeft betrekking op de eenvoud waarmee een object (zoals bijvoorbeeld een parkeerautomaat) kan worden bereikt. Bereikbaarheid geeft in dit onderzoek ook de eenvoud aan waarmee een invalide een object of bestemming kan bereiken.
Subcategorieën
Het parkeerbeleid kan worden onderverdeeld in drie hoofdcategorieën, namelijk de beleidsuitvoering, het straatmeubilair en de parkeerplaatsen. Per hoofdcategorie worden de subcategorieën gedefinieerd die aan de hand van de kwaliteitsaspecten getoetst worden.
Beleidsuitvoering
Onder beleidsuitvoering vallen de subcategorieën tariefstructuur, handhaving sancties en administratieve procedures.
- Tariefstructuur is de structuur van de verschillen in tariefstelling naar locatie en tijd die binnen een gemeente gehanteerd worden. Bijvoorbeeld onderscheid tussen tarief in het centrum en in de omliggende wijken, of onderscheid tussen tarief overdag en 's avonds.
- Het opleggen van sancties bij niet (voldoende) betalen door de parkeerder. Mogelijke sancties van de gemeente zijn de naheffingsaanslag, de administratieve boete, de wielklem of het wegslepen.
- Onder administratieve procedures vallen het registreren van de overtreding, het toesturen van een acceptgiro, aanmaning of dwangbevel, het verlenen van een vergunning, vrijstelling en ontheffing, incasso en het behandelen van bezwaar- en beroepschriften.
Straatmeubilair
Onder straatmeubilair vallen de subcategorieën bebording, parkeerverwijssysteem, bewegwijzering voetgangers en parkeerapparatuur.
- Onder bebording vallen hier alle borden met betrekking tot met parkeren met uitzondering van het parkeerverwijssysteem. (P-borden, borden ‘betaald parkeren’ en verwijsborden naar parkeerautomaat).
- Een parkeerverwijssysteem is een systeem van borden waarbij op enige afstand van de parkeerplaats of garage de route wordt aangegeven. Er wordt onderscheid gemaakt in statische en dynamische parkeerverwijzing. Statische verwijzing maakt gebruik van vaste verwijzingsborden (P-route). Bij dynamische parkeerverwijzing kan onderscheid worden gemaakt in systemen die ‘vol’/‘vrij’ aangeven of aangeven hoeveel vrije parkeerplaatsen er in de aangegeven richting zijn.
- De bewegwijzering voor voetgangers zijn borden die de voetgangersroute aangeven naar belangrijke gebouwen, instellingen, serviceplaatsen zoals w.c. en telefooncel en terug naar de parkeerplaats.
- Onder parkeerapparatuur vallen zowel parkeermeters als parkeerautomaten.
Parkeerplaatsen
Binnen de hoofdcategorie parkeerplaatsen kan onderscheid worden gemaakt tussen parkeervakken, parkeerterreinen, parkeerplaatsen voor gehandicapten en laaden losplaatsen.
- Een parkeervak is een parkeerplaats bestemd voor één auto. Er zijn verschillende soorten parkeervakken te onderscheiden:
- Langsparkeerstrook;
- Langsparkeerplaats voor mensen met een handicap;
- Langsparkeren geheel of gedeeltelijk op het trottoir;
- Langsparkeerstrook voor vrachtauto's.
- Parkeerhaven voor gestoken parkeren;
- Parkeerhaven voor motorfietsen;
- Parkeerhaven met manoeuvrestrook;
- Haaks parkeren in middenberm (enkele en dubbelde parkeerstrook).
- Haakse parkeerplaats voor mensen met een handicap;
- Gestoken parkeerplaats voor mensen met een handicap.
- Langsparkeerhaven - Parkeerhaven voor haaks parkeren - Gestoken parkeren in middenberm (enkele en dubbele parkeerstrook) - Een parkeerterrein is een terrein met meerdere parkeervakken waarop meerdere voertuigen geparkeerd kunnen worden, al dan niet afgesloten met een slagboom, waarop betaald parkeren van toepassing is. Er zijn verschillende parkeerterreinindelingen mogelijk:
- terreindindeling bij haaks parkeren (parkeerhoek 90°); - terreinindeling bij gestoken parkeren (parkeerhoek 60°, 45° of 30°); - terreinindeling bij visgraatopstelling (parkeerhoek 60° of 45°); - terreinindeling voor vrachtauto's bij haaks parkeren (parkeerhoek 90°); - terreinindeling voor vrachtauto's bij gestoken parkeren (parkeerhoek 60°, 45° of 30°); - Gehandicapten parkeerplaats. Een parkeerplaats gereserveerd voor voertuigen van gehandicapten. Dit kan zowel langs de straat als op een terrein zijn.
- Laad- en losplaatsen zijn plaatsen die speciaal zijn aangewezen voor het laden en lossen van goederen. Dit betreft activiteiten waarbij transporteenheden, goederen of producten respectievelijk op of in en van of uit een vervoermiddel worden geplaatst dan wel genomen. Op deze plaats is de tijd waarin een voertuig geplaatst mag worden met het doel te laden en te lossen zeer beperkt.
Onderbouwing door literatuur
Beleidsuitvoering
Oosterdijk (1997) doet enkele uitspraken over de klantvriendelijkheid met betrekking tot de handhaving van sancties en administratieve procedures. Er wordt aangegeven dat de invordering van naheffingtoeslagen weliswaar overal volgens dezelfde procedure verloopt, maar dat de termijnen die daarbij gehanteerd worden wel weer sterk uiteen kunnen lopen.
Bebording
In de CROW-publicatie 134 (1999) spreekt men een voorkeur uit voor zonale toepassing van bebording. In Koens (1996) meet men de kwaliteit van de bebording, door te kijken in hoeverre ze voldoen aan de RVV richtlijn. Met andere woorden, de bebording dient duidelijk te zijn. Van Burgsteden (1999) voegt hieraan toe dat de borden zichtbaar dienen te zijn.
Parkeerverwijssysteem
In Koens (1996) geeft men de voorkeur aan een dynamisch parkeerverwijssysteem ten opzichte van een statisch parkeerverwijssysteem. Van Burgsteden (1999) geeft aan dat de parkeerverwijzing consistent/ eenduidig dient te zijn.
Bewegwijzering voetgangers
Koens (1996) geeft aan dat met name de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de voetgangersbewegwijzering de klantvriendelijkheid ervan bepalen.
Parkeerapparatuur
In de Europese voornorm parkeerapparatuur (1996) zijn eisen opgenomen met betrekking tot de herkenbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van de parkeerapparatuur.
De CROW-publicatie 134 (1999), Van Burgsteden (1999) en Lubbers & Hop (1998) ondersteunen dit en hebben hier bereikbaarheid als eis aan toegevoegd. Koens (1996) noemt in dit kader enkel de gebruiksvriendelijkheid.
De CROW-publicatie 134 (1999), Van Burgsteden (1999) en Lubbers & Hop (1998) ondersteunen dit en hebben hier bereikbaarheid als eis aan toegevoegd. Koens (1996) noemt in dit kader enkel de gebruiksvriendelijkheid.
Parkeerplaatsen
In het gemeentelijk parkeerbeleid (1983) wordt nadrukkelijk de veiligheid van de parkeerplaats genoemd als belangrijk voor de parkeerder. Dit kwam ook duidelijk op de internetpagina van de EPA naar voren. De CROW-publicatie 134 (1999) en Koens (1996) stellen dat de herkenbaarheid van het parkeervak middels vakmarkering van belang is. Op de internetpagina zet men juist in op de herkenbaarheid van het parkeerterrein. Tevens dient volgens Koens (1996) de circulatie op het terrein duidelijk aangegeven te zijn. Van Burgsteden (1999) noemt de gebruiksvriendelijkheid (afmetingen) van het parkeervak. Koens (1996) noemt nog als aparte kwaliteitseis met betrekking tot parkeerplaatsen de gebruiksvriendelijkheid van de gehandicaptenparkeerplaatsen.