Bijlage III Methoden voor het ‘merken’ of identificeren van fietsen
Er zijn verschillende markeringsmethoden en middelen om te bepalen hoelang fietsen geparkeerd staan (CROW-Fietsberaad, 2019d). Deze tabel geeft een overzicht van deze methoden.
Eenmalig labelen/merken (zonder identificatie van de fiets) | ||
Toelichting: | Gebruik een uniform merkteken (krijtstreep, tie-wrap of label) per meetmoment. Markeer eenmalig alle geparkeerde fietsen in het onderzoeksgebied. Tel vervolgens op verschillende momenten hoeveel fietsen er nog staan. De methode is vooral bruikbaar om langere parkeerduren vast te stellen. Het gaat hierbij om parkeerduur omgezet in dagen of weken. De krijtstreepmethode verdient de voorkeur, onder andere vanwege milieuoverwegingen. De krijtstreep verdwijnt als de fietser een stukje rijdt. | |
Werkwijze: | Meetmoment 1 | Voorzie alle geparkeerde fietsen van een markering met bijvoorbeeld krijt op een fietsband of bevestig een tie-wrap/label aan frame en wiel. Zodra de fiets wordt gebruikt, breekt de tie-wrap/label door of verdwijnt de krijtstreep. |
Meetmoment 2 | Stel vast hoeveel geparkeerde fietsen met een markering na bijvoorbeeld 24 uur of een week nog in het onderzoeksgebied aanwezig zijn. | |
Meetmoment X | Zie meetmoment 2. | |
Verwerking resultaten | Registreer en verwerk de data in een model. Met deze aanpak is alleen de minimumparkeerduur vast te stellen. Het is immers niet bekend hoelang de geparkeerde fietsen al in de openbare ruimte stonden voor aanvang van het onderzoek. | |
Geschikt voor: | Weesfietsenaanpak, handhaving (overtreding maximum parkeerduur). | |
Opmerkingen: |
|
Labelen/merken met verschillende merktekens per meetmoment (zonder identificatie van de fiets) | ||
Toelichting: | Gebruik per meetmoment een apart merkteken (label of gekleurde sticker op de fiets). Identificatie van een fiets is niet nodig zolang bekend is wanneer (in welk tijdvak) de fiets is aangekomen en vertrokken. Het aantal meetmomenten en het interval tussen de meetmomenten bepaalt hoe nauwkeuring de fietsparkeerduur is vast te stellen. In winkelgebieden zijn kleine intervallen wenselijk (15 tot 30 minuten) terwijl in woongebieden langere intervallen (1 tot 8 uur) volstaan. | |
Werkwijze: | Meetmoment 1 | Tel alle geparkeerde fietsen en voorzie ze van een merkteken dat uniek is voor dit eerste meetmoment. |
Meetmoment 2 | Tel alle overgebleven fietsen met het unieke merkteken uit meetmoment 1. Tel nieuw aangekomen fietsen en geef ze een uniek merkteken voor het desbetreffende tijdvak (niet-zijnde het merkteken van meetmoment 1). | |
Meetmoment X | Zie meetmoment 2. | |
Verwerking resultaten | Verwerk de data in een model dat per interval de aankomsten en vertrekken doorrekent. Op deze wijze is de parkeerduur zeer gedetailleerd te berekenen. | |
Plaatsing merkteken: | Sticker op bagagedrager, achterspatbord. | |
Geschikt voor: | Parkeerduuronderzoek | |
Opmerkingen: |
|
Sensoren in het rek | |
Toelichting: | Sensoren in of op het rek registreren de aanwezigheid van geparkeerde fietsen. Vooral de eerste generaties HBF-systemen maken gebruik van sensoren in het rek (HBF = handhaving, beheer, fietsparkeren). HBF-systemen zijn ontwikkeld om fietsers snel te laten zien waar nog plek is voor hun fiets. Ze zijn zeer geschikt om informatie over fietsparkeerdruk en -duur te verzamelen. Uit data-analyse blijkt hoeveel fietsen er op welk moment er in de stalling staan en hoelang zij er staan. Stallingen met een digitaal inchecksysteem hebben dezelfde voordelen. |
Werkwijze: | De eerste generatie gebruikt een wip-wapschakelaar. Het voorwiel drukt de schakelaar naar beneden. Latere generaties maken ook gebruik van inductie-sensoren die geactiveerd worden door het staal in de fiets. |
Alternatief: | Camerasysteem, in- en uitchecksystemen. |
Geschikt voor: | Parkeerdrukonderzoek, parkeerduuronderzoek, weesfietsenaanpak, handhaving, vol-vrij-signalering. Het is nog niet bekend of sensoren voldoende betrouwbaar zijn voor handhaving op de maximale parkeerduur. |
Opmerkingen: | Vanwege de kosten vooral geschikt als permanent systeem in inpandige stallingen. Een groot nadeel is dat fietsen die naast het rek staan, niet gedetecteerd worden. Daarnaast is een systeem soms storingsgevoelig. |
Camerasysteem (optische sensoren) | |
Toelichting: | Camera’s kunnen geparkeerde fietsen registreren en zo de bezettingsgraad in beeld brengen. Houd hierbij rekening met privacywetgeving. Camera’s die gezichten registreren, zijn daarmee vaak in strijd. Ondanks dat deze camera’s automatisch gezichten wegfilteren, moeten een aantal stappen worden doorlopen om te voldoen aan de regels voor persoonsgegevens. Veel HBF-systemen maken gebruik van camera’s. |
Werkwijze: | Het algoritme dat de camerabeelden verwerkt, heeft geleerd om geparkeerde fietsen te herkennen. Volgens leveranciers kan een systeem ook onderscheid maken naar type voertuig, zoals bromfiets, bakfiets en eventueel fiets met kinderzitje. |
Alternatief: | Sensoren in het rek, in- en uitchecksystemen. |
Geschikt voor: | Parkeerdrukonderzoek, parkeerduuronderzoek, weesfietsenaanpak, handhaving, vol-vrij-signalering. Het is nog niet bekend of camerasystemen voldoende betrouwbaar zijn voor handhaving op de maximale parkeerduur. |
Opmerkingen: | Vanwege de kosten vooral geschikt als permanent systeem in inpandige stallingen. Een groot nadeel is dat fietsen die buiten het beeld staan, niet gedetecteerd worden. Daarnaast is een systeem mogelijk gevoelig voor lichtomstandigheden. |
In- en uitchecksystemen | |
Toelichting: | Steeds meer bewaakte stallingen beschikken over een elektronisch in- en uitchecksysteem. Elke fiets en/of elke fietser wordt bij binnenkomst elektronisch ‘ingeboekt’ en bij het verlaten van de stalling weer ‘uitgeboekt’. Hierdoor is voor elke fiets de parkeerduur te bepalen. Privacy is een belangrijk aandachtpunt. De unieke informatie van de fietsers/fiets moet vertrouwelijk behandeld worden en mag niet langer bewaard blijven dan noodzakelijk is voor de afhandeling van de stallingstransactie. Verzamel informatie over stallingduur bij voorkeur over minimaal 15 transacties. |
Werkwijze: | De fietsers checkt in met een OV-chipkaart, een barcode-sleutelhanger of een RFID-tag op de fiets (RFID = radio-frequency identification). Gemeentelijke stallingen maken daarnaast gebruik van een barcode-sticker op de fiets, die gekoppeld is aan de barcode op de sleutelhanger. |
Alternatief: | Camerasysteem, sensoren in het rek. |
Geschikt voor: | Parkeerdrukonderzoek, parkeerduuronderzoek, vol-vrij-signalering. Als de fiets verzien is van een ID (barcodesticker), ook geschikt voor weesfietsenaanpak en handhaving van de maximale parkeerduur. |
Opmerkingen: | Vanwege de kosten vooral geschikt als permanent systeem in inpandige stallingen. Een groot nadeel is dat een (klein) deel van fietsers niet in- of uitcheckt. Hierdoor klopt de administratie van geparkeerde fietsen (op den duur) niet meer. Controleer daarom periodiek welke fietsen er nog werkelijk in de stalling staan. |