Fietsgebruik
Stabiel fietsgebruik
In 2019 maakten Nederlanders 4,8 miljard ritten met de fiets, waarbij 17,6 miljard kilometer werd afgelegd. Dit komt neer op 3 kilometer fietsen per Nederlander per dag. Gemiddeld in heel Nederland gaat meer dan een kwart (28%) van alle gemaakte verplaatsingen per fiets. Dit aandeel ligt al decennia op hetzelfde niveau.
In de vier grote steden (G4) is het aandeel fiets voor het aantal binnenstedelijke verplaatsingen de afgelopen jaren gestegen (zie figuur 2.2). In veel andere steden is deze stijging ook waarneembaar, hoewel het beeld minder eenduidig is (KIM, 2020). Dit betekent dat de behoefte aan fietsparkeervoorzieningen in steden ook toeneemt.
[ link ]
Figuur 2.2. Ontwikkeling aandeel fiets voor binnenstedelijke verplaatsingen
Het gebruik van de elektrische fiets is in de afgelopen jaren sterk gestegen (zie tabel 2.1). Deze stijging doet zich vooral voor bij fietsers onder de 65 jaar; de elektrische fiets was al het populairst bij fietsers boven de 65 jaar (KIM, 2020).
Tabel 2.1. Groei in gebruik elektrische fiets
2013 | 2019 | |
Aandeel elektrische fietsen in fietsverplaatsingen | 8% | 18% |
Aandeel elektrische fietsen in fietskilometers | 12% | 26% |
Gebruik elektrische fietsen voor woon-werkverkeer | 18% | 23% |
Toename gebruik buitenmodelfietsen
De verscheidenheid aan fietsen wordt groter. Dit heeft invloed op de inrichting en capaciteit van de fietsparkeerlocaties. Er zijn steeds meer fietsen die niet meer in de standaardrekken passen. In de zogenoemde buitenmodelfietsen is een onderscheid tussen beperkt afwijkende fietsmodellen (bijvoorbeeld fietsen met een kinderzitje, kratje en/of fietstassen) en sterk afwijkende modellen (bijvoorbeeld bakfietsen en driewielers). Fietsen met een krat voorop zijn bijvoorbeeld populair onder scholieren. Deze fietsen passen niet in een standaard-hoog-laagsysteem. Hou hier bij het ontwerp van de stalling rekening mee.
Volgens een onderzoek van CROW-Fietsberaad uit 2016 is 7 tot 21 procent van de fietsen een beperkt afwijkend model, bijvoorbeeld door stuurhoogte, fietstassen of kinderzitje. In stationsstallingen is gemiddeld 3 procent een sterk afwijkend model, dit zijn met name brom- of snorfietsen (CROW-Fietsberaad, 2016a).
Informatie over buitenmodelfietsen buiten de stations komt uit een fietsparkeertelling in het centrum van Maastricht in 2019 (Gemeente Maastricht, 2019). Hier is ook het aantal buitenmodelfietsen geteld. De resultaten van de verdeling van typen fietsen staan in de tabel.
Tabel 2.2. Resultaten fietsparkeertelling naar type fietsen in het centrum van Maastricht
Standaardfiets | 82% |
Totaal aandeel buitenmodelfietsen (inclusief brom-/snorfiets) | 18% |
buitenmodel ‘mand/krat/kinderzitje voorop’ | 9% |
buitenmodel ‘mand/krat/kinderzitje achterop’ | 5% |
buitenmodel ‘mand/krat/kinderzitje voor- en achterop’ | 1% |
bakfiets | 0% |
brom-/snorfiets | 3% |