Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Leidraad fietsparkeren 2023
Deze tekst is gepubliceerd op 27-12-22

Fietsparkeur

Er zijn verschillende soorten fietsparkeersystemen waardoor er altijd wel een is die aansluit bij de wensen van de gebruikers, exploitanten en beheerders van fietsparkeervoorzieningen. Om de kwaliteit en bruikbaarheid van deze verschillende systemen te waarborgen, heeft de stichting Fietsparkeur het ‘Normstellend document fietsparkeersystemen’ ( [ link ] ) opgesteld.
Fietsparkeur is het keurmerk voor fietsparkeervoorzieningen. Het bevat diverse kwaliteitseisen waaraan goede fietsparkeersystemen moeten voldoen. Het stelt – rekening houdend met verschillende typen fietsen (uitgezonderd kinderfietsen) – eisen aan de volgende punten:
  1. Gemak bij het plaatsen van een fiets – Bepalend voor het gebruiksgemak is of het een voorziening op één niveau, of een hoog-laagvoorziening is. Bij een voorziening op één niveau is er meer ruimte tussen de fietsen en hoeft de fiets meestal nauwelijks te worden opgetild om hem in een rek te plaatsen. Een hoog-laagvoorziening waarderen de gebruikers minder. Er zijn ook eisen voor de stabiliteit van de geplaatste fiets.
  2. Gemak bij het vastzetten van een fiets – Fietsparkeur stelt geen minimale eisen voor de mogelijkheid tot aanbinden. Bij goedgekeurde aanbindvoorzieningen kan in ieder geval een kabelslot van 90 centimeter gebruikt worden.
  3. Kans op letsel bij de gebruiker of passant – De gebruiker van een fietsparkeervoorziening mag zich niet aan het systeem kunnen bezeren (bijvoorbeeld door scherp uitstekende delen).
  4. Kans op schade aan de fiets – Een fietser wil zijn fiets graag onbeschadigd terugzien. Hoewel het risico van beschadiging bij geen enkele fietsparkeervoorziening is uit te sluiten, is bij de meeste voorzieningen de kans op schade erg klein. Hoog-laagvoorzieningen scoren op dit punt minder gunstig omdat hierbij soms kabels worden losgetrokken of een koplamp of dynamo wordt geraakt.
  5. Vandalismebestendigheid – De fietsparkeervoorziening moet bestand zijn tegen pogingen om de voorziening moedwillig af te breken of te verbuigen.
  6. Duurzaamheid – De beweegbare onderdelen van de fietsparkeervoorziening moeten bestand zijn tegen minimaal 15.000 bewegingen.
Een gemeente kan ook besluiten om eigen kwaliteitseisen te hanteren. De gemeente Eindhoven hanteert eigen kwaliteitseisen voor inpandige fietsenstallingen, waarbij onder meer aandacht is voor het type fietsenrek, afmetingen (gangpaden, hoogte, toegang), ligging en sociale veiligheid (Gemeente Eindhoven, 2020). De gemeente Amsterdam heeft een ‘Werkboek Fietsparkeren’ waarin inrichtingsoplossingen beschreven staan (Gemeente Amsterdam, 2020). Ook ProRail heeft een ontwerpvoorschrift, dat alle relevante ontwerpaspecten van stationsfietsenstallingen bevat (ProRail, 2020).
[ link ]

Figuur 6.1. Voorbeeld van een gemakkelijk toegankelijke fietsenstalling

[ link ]

Figuur 6.2. Buitenmodelvak in een stationsfietsenstalling