Validatiesystemen
In bewaakte stallingen wordt gewerkt met verschillende validatiesystemen of stallingsbewijzen. Met het stallingbewijs krijgt de juiste klant de juiste fiets terug. Bij het binnen- en/of uitgaan van de stalling worden fietsers geregistreerd om monitoringsinformatie te verkrijgen of als betalingsinstrument. Afhankelijk van het systeem, kunnen bewaakte stallingen bemenst of onbemenst zijn. Systemen die zowel de fiets als de staller zelf valideren, dragen bij aan een betere diefstalpreventie.
De stallingbewijzen behoren te voldoen aan drie eisen:
- zowel de fiets als degene die de fiets ophaalt moeten eenzelfde code hebben/kunnen tonen;
- het stallingbewijs moet te gebruiken zijn voor de stallingadministratie;
- het stallingbewijs is niet eenvoudig te vervalsen.
Van oudsher wordt vaak een (papieren of plastic) bonnetje gebruikt, waarvan de staller bij binnenkomst een deel krijgt en het andere aan de fiets wordt bevestigd. Steeds vaker wordt dit systeem vervangen door een digitaal systeem. Dit heeft onder andere als voordeel dat er voor de beleidsmaker meer data beschikbaar is over het gebruik van de stallingen en eventuele verbeteringsmogelijkheden. De staller heeft als voordeel dat hij geen bonnetje meer hoeft te bewaren (CROW-Fietsberaad, 2014b).
Fietsen van abonnementhouders moeten duidelijk herkenbaar zijn. Zij krijgen bijvoorbeeld een papieren/plastic label, een penning, een sticker of tag (zie het kader ‘Tag’). Medewerkers van bewaakte stallingen brengen na elke maandelijkse betaling een nieuw papieren/plastic label in een andere kleur aan. Op deze wijze is gemakkelijk te controleren of iemand (nog steeds) abonnementhouder is.
Elektronische hulpmiddelen hebben hoge investeringskosten, maar bieden wel diverse voordelen. Als een abonnementhouder zich met een pasje moet in- en uitmelden, is eenvoudig te controleren of hij bevoegd is de stalling binnen te gaan en of hij tijdig heeft betaald. Ook de registratie en de administratie van klanten worden hierdoor doeltreffender. Daarnaast kunnen abonnementhouders via automatische incasso te betalen, wat efficiënter en veiliger is.
De stallingsbeheerder in Utrecht is bijvoorbeeld overgegaan op een barcodesysteem. De fietser krijgt bij de eerste keer stallen een barcodesticker op de fiets en een sleutelhanger met barcode. Deze zijn ook een volgende keer te gebruiken ( [ link ] ).
Een andere manier is ‘inchecken’ met een bankpas. Enkele gemeentelijke fietsenstallingen in Amsterdam passen deze methode toe ( [ link ] ).
Voor abonnementen worden vaak labels op de fiets bevestigd. De gemeentelijke fietsenstallingen in Breda werken met kleurcodes, waardoor de beheerder kan zien of het abonnement nog geldig is ( [ link ] ).
Validatiesystemen bij stationsstallingen zijn volop in ontwikkeling. De grootste ontwikkelingen vinden plaatst bij stationsstallingen in beheer van NS-stations. Meestal werkt de validatie via de OV-chipkaart of NS-business card. Er zijn verschillende gradaties: soms kan de staller volledig zelf in- en uitchecken, soms regelt de beheerder het uitchecken.
Incheckzuilen
De stallers kunnen zelf hun fiets inchecken bij incheckzuilen. Het uitchecken gebeurt bij de beheerder die het verschuldigde stallingstarief afrekent. Bij dit systeem ontstaan wachtrijen als een staller moet afrekenen. De stallers die op rekening of Business Card stallen, kunnen dan niet passeren en moeten wachten.
[ link ]
Zelf Service Stalling (ZSF) Figuur 7.2. Incheckzuil
Onbemenste bewaakte stallingen op treinstations hebben vaak het ‘Zelf Service Stalling’ (ZSF)-systeem. In 2018 bouwden NS en ProRail alle oude geautomatiseerde stallingen om naar het ZSF-concept. De fietsenstallingen waren eerder toegankelijk via een zwaar, vandalismebestendig maar ook gevangenisachtig tourniquet-systeem. Hiervoor in de plaats kwam een transparante glazen ingang met een zelfservice in- en uitcheckvoorziening (Thoth, 2021). In ZSF’s is stallen de eerste 24 uur gratis (zie het kader ’Eerste 24 uur gratis‘). In deze stallingen is geen beheerder aanwezig en vindt de bewaking plaats met camera's. ZSF’s zijn ook bruikbaar op andere locaties dan op stations. Uit een evaluatie van ZSF’s blijkt dat er een significante stijging in de klantbeleving heeft plaatsgevonden. Met name de toegankelijkheid, prijs en beleving worden goed beoordeeld. Daarnaast is er een geleidelijke toename van het gebruik van deze stallingen en is het de verwachting dat de benutting in de toekomst verder zal toenemen.
[ link ]
Figuur 7.3. Zelf Service Stalling (ZSF)
Eerste 24 uur gratis
NS constateerde in de periode 2005-2010 een sterke afname van de benutting van de betaald bewaakte fietsenstallingen (Thoth, 2021). Dit ging gepaard met een forse stijging van de tekorten op de fietsparkeerexploitatie. NS presenteerde daarom in 2013 een plan voor een kwaliteitsslag van het fietsparkeren bij stations. Dit leidde niet alleen tot een hogere klanttevredenheid van de gebruikers van de bewaakte stallingen bij stations, maar ook tot een betere benutting van de bewaakte/inpandige stallingen.
Het voorstel was om de stijging van de benodigde exploitatiekosten te laten betalen door NS, de betrokken decentrale overheid (de gemeente, eventueel samen met de provincie of vervoerregio) en het Rijk; ieder een derde deel. Ondanks positieve reacties op het inhoudelijke deel van het plan (het voorstel was een langgekoesterde wens van de Fietsersbond), ook van de zijde van het Rijk, gaf het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan niet te willen participeren in de negatieve exploitatie voor het ‘eerste 24 uur gratis’-concept. Alleen voor een pilot in Utrecht werd een uitzondering gemaakt, om ervaring op te doen met een integrale aanpak van stallingen bij een groot station.
In juni 2014 startte het ‘eerste 24 uur gratis’-concept in de Jaarbeurspleinstalling bij station Utrecht Centraal. Het werkt als volgt:
- De reiziger checkt in met de OV-chipkaart, waarbij toezicht wordt gehouden door servicepersoneel of met camera’s die in verbinding staan met een meldkamer.
- Na gebruik van de stalling checkt de reiziger uit bij een servicemedewerker of via de zelfservicepoort. Als er langer dan 24 uur is gestald, betaalt de staller het dagtarief met pin of stallen op rekening.
Het ‘eerste 24 uur gratis’-concept heeft als doel de stallingcapaciteit zo efficiënt mogelijk te benutten tegen zo laag mogelijke gezamenlijke (publieke kosten), klanttevredenheid te ontwikkelen en fietschaos in de stationsomgeving tegen te gaan. Onderzoek van NS toont op deze punten het volgende aan:
- Het leidt tot een betere benutting. De bezettingsgraad is hoger en de stallingsduur korter, waardoor er een hogere omloopsnelheid en betere doorstroming is. Ook wordt er minder oneigenlijk gebruikgemaakt van de stationsstallingen.
- Het leidt tot een hogere klanttevredenheid. Fietsers zijn positiever over de toegankelijkheid en kosten van het stallen. Wel geven zij aan dat vanwege de hogere bezetting het soms iets lastiger is om een plek te vinden in de stalling.
- Het heeft aantoonbaar effect op de openbare orde rondom het station. Door het wegnemen van een betalingsdrempel zetten fietsers hun fietsen in de stalling en niet buiten tegen een boom of hek. Voor voetgangers betekent dit een toegankelijker en aantrekkelijker stationsomgeving.
In 2019 heeft NS Fiets een pilot gedaan met twee validatiesystemen waarbij de staller het in- en uitchecken zelfstandig kan doen: in- en uitcheckpalen en zogenaamde bikelanes. Bij beide systemen is er een beheerder, die kan assisteren als er problemen zijn.
In- en uitcheckpalen
De in- en uitcheckpalen zijn vergelijkbaar met de eerder genoemde incheckzuilen. De werking van dit systeem is gericht op gemak en snelheid. Bij het inchecken van de fiets houdt de staller de OV-chipkaart voor een elektronische kaartlezer die de chip in de kaart leest. Het verschil met de incheckzuil is dat via dit systeem de staller ook moet uitchecken. Bij het uitchecken kan worden vastgesteld of de staller korter of langer dan het geldende stallingsregime heeft geparkeerd. Een ander verschil is dat wanneer er een stallingstarief verschuldigd is, de staller zelf, zonder tussenkomst van de beheerder, het verschuldigde bedrag met een pinpas kan betalen. In de praktijk wordt het uitchecken nog steeds handmatig gedaan door medewerkers van de stalling.
[ link ]
Figuur 7.4. In- en uitcheckpaal
Bikelane
De bikelane is een systeem dat lijkt op de toegangspoorten op de stations, echter zonder deuren. Hierbij gaat zowel de inkomende als de uitgaande staller door een soort sluis waarbij hij eveneens met de OV-chipkaart (of een pas met een soortgelijke chip) in- en uitcheckt. De bikelane is gebaseerd op dezelfde techniek als in- en uitcheckpalen. Daarnaast is het ook mogelijk om een op de fiets aangebrachte tag (zie het kader ‘Tag’) te lezen en te herkennen om de fiets in- en uit te checken. Dit heeft met name voordelen voor abonnementhouders omdat zij nu niet meer de handeling hoeven te verrichten voor het in- en uitchecken, wat de doorstroming verbeterd. Dit systeem heeft echter wel impact op de inrichting van de entreezone van de stalling. In 2021 zijn de eerste stallingen voorzien van bikelanes.
[ link ]
Figuur 7.5. Bikelane systeem
TAG
Met de TAG (een soort chip) die op de fiets is geplakt (bijvoorbeeld op de voorvork), is het mogelijk om door de poort te lopen zonder te stoppen en automatisch in en uit te checken. De doorstroomsnelheid gaat hierdoor omhoog en er zijn minder wachtrijen.
De TAG is een gezamenlijke ontwikkeling van NS Fiets en de gemeente Amsterdam. Daarbij is er in de ontwikkeling rekening mee gehouden dat ook andere steden of beheerorganisaties gebruik kunnen gaan maken van dezelfde TAG. Een staller die in verschillende stallingen komt, met andere beheerorganisaties, hoeft dan niet meerdere tags op de fiets te laten monteren.