Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Ontwerpwijzer parkeergarages
Deze tekst is gepubliceerd op 25-01-13

Go-/no-go-checklist

Op het moment dat alle onderzoeken uit stap 3 zijn uitgevoerd, moet getoetst worden of de uitkomsten van deze onderzoeken nog stroken met de uitgangspunten die in stap 1 en stap 2 zijn geformuleerd. Als dit nodig en mogelijk is, moeten de uitgangspunten worden bijgesteld voordat deze definitief voor het gehele project gelden.
Als de uitkomsten van de onderzoeken niet overeenkomen met de in stap 1 of 2 geformuleerde uitgangspunten, moet beslist worden of met het project gestopt wordt.
Zonder uitputtend te zijn, moeten de volgende vragen aan de orde worden gesteld:
  1. Is het project passend (te maken) binnen het overheidsbeleid?
  2. Is de parkeeropgave oplosbaar op de voorgenomen locatie?
  3. Zijn de omvang, bouwmassa en het type parkeergarage bepaald?
  4. Voor welke beletselen zorgen de omgevingsfactoren?
  5. Zijn de noodzakelijke vergunningen in beeld gebracht? Past het ontwerp binnen de werking van de vergunningen?
  6. Is er draagvlak (te verwerven) voor een parkeeroplossing op de beoogde plaats?
  7. Passen de te verwachten bouwkosten en de daarmee samenhangende investeringskosten nog binnen de gestelde uitgangspunten?
  8. Komt de te verwachten inkomstenstroom nog overeen met de in stap 1 en 2 geformuleerde opbrengsten?
  9. Is het te verwachten meerjarige exploitatieresultaat nog conform de eerdere raming?
Wanneer de vragen niet afdoende kunnen worden beantwoord, kan niet met een volgende stap worden gestart. Aanvullend onderzoek moet plaatsvinden zodat wel een positief besluit kan worden genomen, of de projectopzet moet volgens stap 1 of 2 worden hergedefinieerd.
In het uiterste geval moet worden besloten met het project te stoppen.
Uiteindelijk moeten de volgende zaken gereed zijn aan het einde van stap 3:
  • definitief Programma van Eisen;
  • uitgewerkt SO: een vrij nauwkeurig uitgewerkt structuurontwerp waaruit afmetingen en type parkeergarage zijn af te lezen en dat kan worden voorgesteld en verlevendigd met een maquette;
  • uitgewerkt VO: hierbij moet het optimale aantal m2 per parkeerplaats en type parkeergarage voor het gebruiksdoel zijn vastgelegd, met daarbij een technische omschrijving;
  • gedetailleerd en goedgekeurd financieel investeringsplan;
  • getekende contracten, onder andere met de architect.
Voorbeeld: Parkeergarage Damsterdiep in Groningen (deel II)
(Tekst uit: Damsterdiep raadsvoorstel uitvoering herontwikkeling, gemeente Groningen, 2006)
Ontwerp
Het bouwplan voor de parkeergarage/het kantoor
Het pleinafsluitend gebouw en deze ondergrondse garage met 545 parkeerplaatsen worden het beoogde visitekaartje van de stad op de aanrijroutes vanuit oostelijk Groningen. In de garage is veel aandacht besteed aan de psychologische aspecten: de gebruiksvriendelijkheid van de garage door de toepassing van schuinparkeren, de ondergrondse oriëntatie op de omgeving door toepassing van natuurlijk daglicht, variatie in hoogtes in de lange ruimtes, met zicht op de uitgangen. Deze in- en uitgangen zijn zowel voor voetgangers als de auto's bijzonder vormgegeven. Bij kwaliteit gaat het veelal om architectonische uitwerking, de architectonische geïntegreerde relatie bovengronds/ondergronds tussen garage en het kantoorgebouw, vormgegeven in een grote ‘canyon’, en het afwerkingsniveau, toepassing van hout in de afwerking van plafond en wanden om daarmee een binnenklimaat te creëren met een chique uitstraling. Daarnaast in de daglichttoetreding bij de uitgang Steentilstraat en bij het kantoorgebouw van Nijestee, de verlichting, de dienstruimte voor bemensing van de garage en de overige dienstverlening (b.v. toiletten, stadsplattegrond met stadsactiviteiten). Ook is gedacht aan een combinatie met andere functies. In het kantoorgebouw komt aan het plein een nieuwe horecafunctie met terras, in het voormalige busstation wordt de bestaande horecafunctie opgewaardeerd. In programmatische zin ontstaat er zo een grotere vervlechting van de stad en de parkeergarage; de parkeergarage wordt van meer betekenis voor de stad. Naast de minimale normen waaraan de parkeergarage moet voldoen, is een ‘pluspakket’ meegenomen om de gewenste kwaliteit te realiseren. Bij het bouwplan en de inrichting van de openbare ruimte is rekening gehouden met de uitkomst van het onderzoek naar sociale veiligheid dat we hebben laten verrichten.
Het ontwerp van de openbare ruimte
In het stedenbouwkundig plan is gekozen voor een verdeling van de verkeersstromen over de noord- en zuidzijde (zoals bij de Diepenring). Daartussen komt een multifunctioneel plein met een pleinafsluitend kantoorgebouw voor Nijestee dat tevens de overgang markeert tussen het verblijven in de binnenstad en de stad met de hoofdroutes daarbuiten. Onder het Damsterdiep komt een parkeergarage met in- en uitgangen voor voetgangers die aansluiten op de routes naar de Grote Markt, zijnde de Steentilstraat en de Nieuweweg. Het autoverkeer kan ter hoogte van de Oostersingel de garage in-/uitrijden. Ter ondersteuning en om de samenhang met de (water)historie en de rest van het Damsterdiep te benadrukken, is op het Damsterdiep voorzien in een bomenrij aan de noordzijde en een dubbele rij bomen ter hoogte van het kruispunt met de Europaweg.
Vooruitlopend op de toekomst is in het ontwerp rekening gehouden met de mogelijke aanleg van een tracé voor hoogwaardig openbaar vervoer. Concreet zou dat kunnen resulteren in een tramtracé in beide richtingen aan de noordzijde van het plein. Besluitvorming hierover moet uiteraard nog plaatsvinden.

Detaillering en het gebruik van inrichtingselementen
Materialen
Voor het plein is gekozen voor een gebakken steen (waalformaat) uit oogpunt van duurzaamheid, beheer en kleur. De voorkeur gaat uit naar een bordeauxrode steen gecombineerd met een zachtroze steen voor accenten.
Een brede roze granietband dient als begrenzing van het plein.
In de rijbaan komt asfalt met geluidreducerende eigenschappen. Plaatselijk (m.n. in de bochten) zal een traditionele oplossing nodig zijn uit oogpunt van beheer en onderhoud. In de trottoirs komt de zelfde steen als in het plein, maar geen roze accentsteen.
Laden en lossen, parkeren en stallen
Aan de noordzijde komt een bomenrij met daartussen de mogelijkheid om te laden en lossen en is er ruimte gereserveerd voor het stallen van fietsen. Parkeren is mogelijk in de parkeergarage. Onder het kantoorgebouw is ruimte voor bevoorrading.
Verlichting
De grootste kwaliteit die momenteel te vinden is op het Damsterdiep is aanwezig in de vorm van prachtige neonreclames op individuele panden. Deze ondersteunen perfect de overgang van buiten naar binnen. De verwachting is dat de geschubde huid van het kantoorgebouw en de uitstraling van de onderste lagen van het gebouw daar ook een positieve bijdrage aan zal leveren. Wat betreft de openbare verlichting (type, kleur, armatuur) wordt aangesloten bij de keuzes die in de binnenstad zijn gemaakt.
Monoliet
De in-/uitgang Steentilstraat is vergaand uitgewerkt. De architectuur van dit deel van de garage en de inrichting van het plein zijn als een geheel uitgewerkt. Dit komt tot uitdrukking in het materiaalgebruik (zelfde steen als het plein) en de functionele betekenis, een zit-/kijkelement gericht op activiteiten op het plein, zoals dans, een waarschijnlijke invulling van een deel van het kantoorgebouw.

Openbaar vervoer
Aan beide zijden van het plein komt een halte voor de bus. Op het plein wordt een voorziening voor wachten en verblijven gerealiseerd (lange bank) De bus rijdt met het overige verkeer mee en kan niet voor de nieuwbouw langs naar de Oostersingel. Het UMCG wordt aangedaan via de Petrus Campersingel. Op het Hanzeplein wordt een circuit mogelijk gemaakt om de nieuwe relatie met de Euroborg en de Park & Pendel te onderhouden.

Fietsverkeer
In het stedenbouwkundig plan is duidelijk gekozen voor een ander ruimtelijk (plein) en verkeerskundig (eenrichtingverkeer)concept. Een plein met aan beide zijden een verkeersstroom, begrensd door een nieuw kantoorgebouw met daaronder de entree tot een parkeergarage, heeft consequenties in vergelijking met de huidige situatie. In het voorliggende ontwerp is ervoor gekozen om het aantal kruisende bewegingen in noord-zuidrichting (Oostersingel — Oosterhavenstraat) tot een minimum te beperken uit oogpunt van veiligheid en doorstroming. Dit heeft vooral consequenties voor de bus en het kruisende fietsverkeer.
Voor fietsers zijn drie mogelijkheden tot oversteken in het ontwerp opgenomen.
Vanaf de Oosterkade is een oversteek mogelijk richting Schuitendiep/Steentilstraat. Een informele route is mogelijk via het plein ter hoogte van de Loppersummergang. Bij de verkeerslichten met de Europaweg is een fietspad voorgesteld dat in beide richtingen kan worden bereden. Vanaf de Steentilbrug loopt de verbinding met het UMCG per fiets via het Schuitendiep/de Tuinstraat of via de zuidzijde van het plein en de Steentilkade. Aangezien de fietsroute over het Damsterdiep een belangrijke fietsroute door de stad is, hebben we ervoor gekozen afzonderlijke fietsstroken aan te brengen aan de noord- en zuidzijde van het plein (het gedeelte tussen de Oostersingel en het Schuitendiep). Tussen de Oosterhavenstraat/Oostersingel en het kruispunt worden vrijliggende fietspaden opgenomen/gehandhaafd.
De aanleg van fietsstroken is goed mogelijk binnen het aangegeven wegprofiel. Er dient wel rekening te worden gehouden met het feit dat op een fietsstrook parkeren en laden/lossen niet is toegestaan. De mogelijkheid voor laden en lossen is van belang voor de ondernemers op het Damsterdiep. Aan de noordzijde van het Damsterdiep is het mogelijk om laden en lossen op het trottoir te regelen tussen de geprojecteerde bomen. Wel moet de fietsstrook een keer onderbroken worden door een haltesituatie voor de bus. Vanwege de beperkte ruimte op het trottoir aan de zuidzijde van het plein is het creëren van laad- en losstroken hier minder een voudig omdat dit ten koste gaat van de doorgang van voetgangers. Achterbevoorrading via de Lijnbaanstraat is in een incidenteel geval mogelijk. De mogelijkheden voor laden en lossen zijn dus erg beperkt. Om die reden heeft de GCC (Groningen City Club) bedenkingen bij ons en bij uw raadscommissie Beheer en Verkeer kenbaar gemaakt tegen onze inspraakversie voor het plein. Wij hebben toen aangegeven dat we met de betrokken ondernemers in overleg zouden treden om te bezien of er aanvaardbare oplossingen te vinden zijn met behoud van de fietsstrook. Dit overleg heeft plaats gevonden met de GCC en de door hem geformeerde klankbordgroep van ondernemers aan het Damsterdiep. Alle betrokkenen hebben dit overleg als constructief ervaren. De mogelijkheden die zijn besproken en die als alternatief kunnen dienen zijn naar de mening van de GCC en de klankbordgroep van ondernemers echter onvoldoende. Wij zijn dan ook niet tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing gekomen. Het standpunt van de GCC namens de betrokken ondernemers treft u aan in de visietrommel. Hoewel als suboptimaal door de ondernemers ervaren, stellen wij u voor om op twee plekken het trottoir aan de zuidzijde te voorzien in een laad- en losstrook.

Groen
De huidige monumentale plataan bij het Damsterdammertje blijft gehandhaafd. De platanen die nu op het gedeelte staan waar de bouwput voor de garage is geprojecteerd, worden verplant. Voor de nieuwe aanplant is gekozen voor de linde. Het plein wordt aan de noordzijde begeleid door een bomenrij, bestaande uit gekandelaberde lindes. De omvang van de kroon blijft hierdoor beperkt. Aan de zuidzijde ter hoogte van de bestaande parkeerplaatsen wordt een nieuw groengebied aangelegd met een dubbele bomenrij als voorzetting van de structuur verderop aan het Damsterdiep in oostelijke richting.