Parkeervraag en parkeeroplossing, parkeerbalans en capaciteitsbepaling
De behoefte aan parkeerplaatsen, de parkeervraag, wordt berekend aan de hand van de parkeerbehoeften van de afzonderlijke doelgroepen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van parkeernormen en/of parkeerkencijfers. Parkeernormen zijn door de gemeente beleidsmatig vastgestelde vereisten; parkeerkencijfers zijn ervaringscijfers.
Bij de bepaling van de parkeervraag wordt rekening gehouden met de wijze van regulering per doelgroep (maximale parkeerduur, tarief, vaste bewonersplaatsen of niet).
Bij de bepaling van de parkeervraag wordt rekening gehouden met de wijze van regulering per doelgroep (maximale parkeerduur, tarief, vaste bewonersplaatsen of niet).
De vraag naar parkeerplaatsen varieert per doelgroep afhankelijk van de dag en het tijdstip. Dit maakt het mogelijk om parkeerplaatsen meervoudig te gebruiken. Wanneer een deel van de bewoners overdag afwezig is, kunnen hun plaatsen bijvoorbeeld aan kantoormedewerkers beschikbaar worden gesteld.
De principes van de parkeervraaganalyse
- onderzoek bestaande situatie;
- openbaar of privé/exclusief;
- meervoudig gebruik mogelijk en, zo ja, welke aanwezigheidspercentages?
- normen/kencijfers;
- programma van functies: m2 bvo;
- relatie tot bestemmingen/loopafstanden;
- aantrekkelijkheid van functies in de regio;
- bereikbaarheid per auto/openbaar vervoer/fiets;
- eventueel bijzonder gebruik (evenementen, markten).
Zie verder CROW-publicatie 182/317 en ASVV.
In een parkeerbalans wordt het mogelijke meervoudige gebruik van de parkeerplaatsen bepaald, en op basis daarvan de totale parkeervraag.
Meestal zal de berekende parkeervraag daadwerkelijk de grondslag voor de parkeeropgave zijn, zoals bij het parkeren voor de woonfunctie. Soms wordt echter bewust gekozen voor het creëren of in stand houden van schaarste, uit een oogpunt van economische haalbaarheid of mobiliteitsbeïnvloeding.
Meestal zal de berekende parkeervraag daadwerkelijk de grondslag voor de parkeeropgave zijn, zoals bij het parkeren voor de woonfunctie. Soms wordt echter bewust gekozen voor het creëren of in stand houden van schaarste, uit een oogpunt van economische haalbaarheid of mobiliteitsbeïnvloeding.
Naast de vaststelling van de huidige parkeerbehoefte moet ook de toekomstige vraag naar parkeerplaatsen worden geïnventariseerd. Aan de hand van de verwachte groei van het autopark en het autogebruik moet een inschatting worden gemaakt van de toekomstige parkeervraag, bijvoorbeeld voor de komende tien jaar. In een parkeerbalans worden alle relevante gegevens over de functies in het invloedsgebied, de gebruikers en de parkeerregulering voor alle relevante tijdstippen samengebracht. Het straatparkeren wordt hier ook bij betrokken. De parkeerbalans kan worden beschouwd als een instrument om het parkeerbeleid te vertalen naar het aantal parkeerplaatsen in een gebied of naar de juiste capaciteit voor de parkeergarage. Door daarin eveneens (de kwaliteit van) vervoersalternatieven (fiets, openbaar vervoer) te betrekken, kan de capaciteitsbepaling ook een rol spelen in het mobiliteitsbeleid.
In de parkeerbalans kunnen ook de randvoorwaarden of varianten voor de te realiseren parkeergarage worden meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn de exploitatievoorwaarden, zoals maximale grootte, aantal abonnementhouders, openingstijden, enzovoort, maar ook de randvoorwaarden voor het flankerend beleid (zoals de parkeerregulering in de nabijheid, de omgevingscondities en de beschikbaarheid van parkeerplaatsen op straat.
Verdere informatie over de parkeerbalans is bijvoorbeeld opgenomen in de ASVV (Aanbevelingen voor Stedelijke Verkeersvoorzieningen) van CROW en in CROW-publicatie 182/317.
Capaciteitsbepaling
Op basis van de parkeerbalansberekening wordt de capaciteit van de parkeergarage bepaald. Hoewel de parkeerbalans vaak een duidelijke capaciteitseis oplevert, is het met het oog op de financiële haalbaarheid van groot belang om de capaciteit van de te ontwikkelen parkeergarage specifiek af te wegen en vast te stellen. Een te ruim opgezette parkeergarage houdt steeds capaciteit over en is daardoor minder rendabel. Een te krap opgezette parkeergarage is ook buiten de piektijden te vaak vol; de capaciteit voldoet dan niet aan de vraag.
Voor de capaciteitsbepaling is een goed inzicht nodig in de aard en omvang van de verschillende gebruikersgroepen: winkelend publiek, bewoners, werknemers, vergunninghouders (bewoners/werknemers), evenementpubliek, horecapubliek. De parkeerbehoefte van de diverse gebruikersgroepen verschilt in duur en in tijdstip van de dag. Gecombineerd gebruik van parkeerplaatsen door meer dan één gebruikersgroep kan voordelen bieden.