Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Parkeerkencijfers 2024
Deze tekst is gepubliceerd op 29-02-24

Borgen van parkeernormering en reductiefactoren

Stappenplan
Om onder de omgevingswet het parkeerbeleid en de parkeernormen te borgen, en parkeren als onderdeel van de “evenwichtige toedeling van functies aan locaties” op te nemen zijn een aantal stappen benodigd. Door deze stappen te volgen wordt in het beginsel zo veel mogelijk recht gedaan aan de juridische borging van de parkeernormen. CROW kan geen garanties bieden dat de parkeerkundige onderbouwing in de planvorming als ‘Raad van State-proof’ kan worden beschouwd. Het is wél belangrijk om te onthouden is dat de bestuursrechter indien nodig zal toetsen in hoeverre bepaalde zaken juridisch zijn geborgd en of het vastgestelde beleid daaropvolgend consistent is gevolgd.
Stap 1: Omgevingsvisie (nadere uitwerking in bijvoorbeeld mobiliteitsvisie of parkeervisie)
Dit is een strategisch document waarin een gemeente haar langetermijnvisie en beleidsdoelstellingen voor mobiliteit en vervoer uiteenzet. In de visie staat een analyse van de huidige en toekomstige uitdagingen. Er staan beleidskeuzes in die bijvoorbeeld betrekking hebben op de aanleg van nieuwe infrastructuur, het bevorderen van duurzame vervoerswijzen, het verminderen van verkeerscongestie en het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het is een dynamisch document dat kan worden aangepast om in te spelen op veranderende omstandigheden en nieuwe ontwikkelingen in mobiliteitstechnologieën.
Stap 2: Beleidsregels parkeernormen
In aanvulling op de omgevingsvisie, kan een gemeente specifiek beleid opstellen gericht op parkeernormen. Dit is een vertaling van de visie en doelstellingen uit de omgevingsvisie (mobiliteitsvisie of parkeervisie). Er is een duidelijke relatie tussen de uitgangspunten in de omgevingsvisie en de opgestelde beleidsregels parkeernormen. Indien de gemeente in de omgevingsvisie bijvoorbeeld inzet op het STOMP -principe, is het vanzelfsprekend dat de beleidsregels de mogelijkheid bieden om het beleid ook uit te kunnen voeren. Andersom is het bijvoorbeeld minder aannemelijk dat er een grootschalige mobiliteitstransitie plaatsvindt binnen een gemeente waar er niet tot nauwelijks sprake is van hoogwaardige alternatieven.
Stap 3: Vertalen beleidsregels parkeernormen in het omgevingsplan
Onder de Omgevingswet zijn er twee mogelijkheden om de parkeernormen juridisch te borgen. Via een dynamische verwijzing naar de beleidsregels in de planregels van het omgevingsplan, of door de parkeernormen direct op te nemen in de planregels van het omgevingsplan. Bouw flexibiliteit in het omgevingsplan of de beleidsregels in door bijvoorbeeld bij toekomstige ontwikkelzones (bijvoorbeeld een nieuwe buurt, wijk of stadsdeel) te zetten dat hiervoor later een specifieke parkeerbehoefte of parkeernorm wordt vastgesteld. Hiermee kan een gemeente zoeken naar een balans tussen de verschillende beleidsdoelen (denk aan efficiënt ruimtegebruik, kwaliteit van de openbare ruimte en het stimuleren van alternatieve vervoerswijzen).
Stap 4: Afwijken van de parkeernormen
Het afwijken van de parkeernormen kan op twee manieren worden geborgd:
  • Het opnemen van afwijkingsmogelijkheden in de beleidsregels parkeernormen.
    Denk aan reductiefactoren door de nabijheid van hoogwaardige mobiliteitsalternatieven (zie ook de vorige paragraaf), maar ook in meer algemene zin door te melden dat het college van B&W op basis van een zwaarwegend belang vrijstelling kan verlenen. Het afwijken op de tweede wijze moet sterk gemotiveerd worden, maar hoeft niet expliciet in de beleidsregels te staan (in artikel 4:84 Awb is een afwijkingsbevoegheid van beleidsregels opgenomen).
  • Het opnemen van afwijkingsmogelijkheden in een regel in het omgevingsplan (zoals hierboven opgenomen), zoals ‘flexibiliteit voor ontwikkelzones’ of de toepassing van maatwerk voor een functie waarvoor geen passende parkeernorm of parkeerkencijfer voorhanden is. Dit biedt helderheid voor gebruikers wat de spelregels binnen de gemeente zijn.