Werkgebieden
Als over een gebied met de functie ‘werken’ geen bedrijfsspecifieke informatie voorhanden is, kan toch een globale berekening van de verkeersgeneratie op etmaalniveau worden gemaakt. Hoewel gedetailleerde gegevens ontbreken, is meestal wel bekend om wat voor type werkgebied het gaat. Tabel 6 onderscheidt vijf typen bedrijventerreinen. Door hieruit een keuze te maken, is de globale berekening aanmerkelijk betrouwbaarder. Het type werkmilieu bepaalt namelijk in belangrijke mate de vervoersbehoefte en de concurrentieverhoudingen tussen vervoerswijzen. De indeling voorziet niet in winkelgebieden en stedelijke centra.
Tabel 6. Indeling bedrijventerreinen
I Gemengd terrein | Terrein met een hindercategorie 1, 2, 3 of 4, bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de categorieën ‘hoogwaardig bedrijvenpark’ of ‘distributiepark’. Gemengde terreinen kennen een gevarieerd aanbod aan bedrijvigheid, voornamelijk bestaande uit licht-moderne industrie en overige (‘modale’) industrie. |
II Hoogwaardig bedrijvenpark | Terrein voor bedrijven met hoogwaardige activiteiten (productie en/of R&D). Kenmerkend is de aanwezigheid van bedrijven uit de elektrotechnische industrie (waaronder IT), instrumenten- en optische industrie en overige hoogwaardige industrie |
III Distributiepark | Terrein voor transport-, distributie- en groothandelsbedrijven. Het gaat met name om bedrijven die activiteiten ontplooien op het vlak van spoorwegen, wegvervoer en binnenvaart. |
IV Zwaar industrieterrein | Terrein geschikt voor grootschalige industriële bedrijvigheid en waar bedrijvigheid in de hindercategorieën 5 en 6 is toegestaan. |
V Zeehaventerrein | Terrein dat dankzij een laad/loskade langs diep vaarwater toegankelijk is voor grote zeeschepen. De zeehaventerreinen in met name Amsterdam, Rotterdam, Delfzijl en Terneuzen kennen veel zware industrie (categorie IV), maar worden niettemin tot de categorie ‘zeehaventerrein’ gerekend. |
Opmerkingen
|
Werkwijze
- Stel het werkmilieutype vast (tabel 6).
- Stel de oppervlakte vast.
- Hanteer voor bedrijventerreinen het kencijfer uit tabel 7 en hanteer tabel 8 als voor vrachtverkeer bij bedrijventerreinen een onderscheid naar voertuigtype is gewenst uit tabel 8.
- Vermenigvuldig het kencijfer met de oppervlakte.
Voorbeeld
Er komt een gemengd bedrijventerrein met een bruto-oppervlakte van 17 hectare en een geschatte netto-oppervlakte van 13,1 hectare. Vermenigvuldigd met het desbetreffende kencijfer uit tabel 7 bedraagt de verkeersgeneratie op een gemiddelde weekdag dan 2070 motorvoertuigbewegingen per etmaal (namelijk 158 x 13,1). Vanwege de schijnnauwkeurigheid van deze uitkomst, ligt een afronding naar 2000 voor de hand.
Tabel 7. Gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per netto ha bedrijventerrein per weekdagetmaal, naar werkmilieutype en vervoerswijze
Type werkmilieu | Personenauto | Vrachtauto | Totaal |
I Gemengd terrein | 128 | 30 | 158 |
II Hoogwaardig bedrijvenpark | 174 | 34 | 208 |
III Distributieterrein | 135 | 35 | 170 |
IV Zwaar industrieterrein | 59 | 14 | 73 |
V Zeehaventerrein | 23 | 7 | 30 |
Opmerkingen
|
Tabel 8. Verdeling van het totale aantal vrachtautobewegingen naar lichte en zware vrachtauto’s, per werkmilieutype, per werkdagetmaal
Type werkmilieu | Percentage lichte vrachtauto’s (< 7,5 ton GVW) | Percentage zware vrachtauto’s (> 7,5 ton GVW) |
I Gemengd terrein | 41 | 59 |
II Hoogwaardig bedrijvenpark | 48 | 52 |
III Distributieterrein | 26 | 74 |
IV Zwaar industrieterrein | 37 | 63 |
V Zeehaventerrein | 31 | 69 |
Opmerking
|