Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Parkeerkencijfers 2024
Deze tekst is gepubliceerd op 28-10-18

Werkgebieden

Als over een gebied met de functie ‘werken’ geen bedrijfsspecifieke informatie voorhanden is, kan toch een globale berekening van de verkeersgeneratie op etmaalniveau worden gemaakt. Hoewel gedetailleerde gegevens ontbreken, is meestal wel bekend om wat voor type werkgebied het gaat. Tabel 6 onderscheidt vijf typen bedrijventerreinen. Door hieruit een keuze te maken, is de globale berekening aanmerkelijk betrouwbaarder. Het type werkmilieu bepaalt namelijk in belangrijke mate de vervoersbehoefte en de concurrentieverhoudingen tussen vervoerswijzen. De indeling voorziet niet in winkelgebieden en stedelijke centra.
Tabel 6. Indeling bedrijventerreinen
I Gemengd terreinTerrein met een hindercategorie 1, 2, 3 of 4, bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de categorieën ‘hoogwaardig bedrijvenpark’ of ‘distributiepark’. Gemengde terreinen kennen een gevarieerd aanbod aan bedrijvigheid, voornamelijk bestaande uit licht-moderne industrie en overige (‘modale’) industrie.
II Hoogwaardig bedrijvenparkTerrein voor bedrijven met hoogwaardige activiteiten (productie en/of R&D). Kenmerkend is de aanwezigheid van bedrijven uit de elektrotechnische industrie (waaronder IT), instrumenten- en optische industrie en overige hoogwaardige industrie
III DistributieparkTerrein voor transport-, distributie- en groothandelsbedrijven. Het gaat met name om bedrijven die activiteiten ontplooien op het vlak van spoorwegen, wegvervoer en binnenvaart.
IV Zwaar industrieterreinTerrein geschikt voor grootschalige industriële bedrijvigheid en waar bedrijvigheid in de hindercategorieën 5 en 6 is toegestaan.
V ZeehaventerreinTerrein dat dankzij een laad/loskade langs diep vaarwater toegankelijk is voor grote zeeschepen. De zeehaventerreinen in met name Amsterdam, Rotterdam, Delfzijl en Terneuzen kennen veel zware industrie (categorie IV), maar worden niettemin tot de categorie ‘zeehaventerrein’ gerekend.
Opmerkingen
  • De indeling voorziet niet in terreinen die exclusief bestemd zijn voor grondstof-, olie- en gaswinning, waterwinning en -zuivering, agrarisch gebruik, afvalstort en openbare bijzondere doeleinden (zoals gemeentehuizen, ziekenhuizen en onderwijsinstellingen).
  • Als er op een terrein twee of meer typeringen van toepassing zijn, dan is de typering die voor het grootste deel van het terrein geldt, bepalend.
  • Bedrijventerreinen met kantoorlocaties worden gesplitst in een deel ‘kantoren’ en een deel ‘overige bedrijvigheid’. Vervolgens worden deze delen apart doorgerekend. Inmiddels heeft het Planbureau voor de leefomgeving de indeling vereenvoudigd tot zeehaventerreinen en overige bedrijventerreinen.
Werkwijze
  1. Stel het werkmilieutype vast (tabel 6).
  2. Stel de oppervlakte vast.
  3. Hanteer voor bedrijventerreinen het ken­cijfer uit tabel 7 en hanteer tabel 8 als voor vrachtverkeer bij bedrijventerreinen een onderscheid naar voertuigtype is gewenst uit tabel 8.
  4. Vermenigvuldig het kencijfer met de oppervlakte.
Voorbeeld
Er komt een gemengd bedrijventerrein met een bruto-oppervlakte van 17 hectare en een geschatte netto-oppervlakte van 13,1 hectare. Vermenigvuldigd met het desbetreffende kencijfer uit tabel 7 bedraagt de verkeersgeneratie op een gemiddelde weekdag dan 2070 motorvoertuigbewegingen per etmaal (namelijk 158 x 13,1). Vanwege de schijnnauwkeurigheid van deze uitkomst, ligt een afronding naar 2000 voor de hand.
Tabel 7. Gemiddeld aantal motorvoertuigbewegingen per netto ha bedrijventerrein per weekdagetmaal, naar werkmilieutype en vervoerswijze
Type werkmilieu Personenauto Vrachtauto Totaal
I Gemengd terrein12830158
II Hoogwaardig bedrijvenpark17434208
III Distributieterrein13535170
IV Zwaar industrieterrein 591473
V Zeehaventerrein 23730
Opmerkingen
  • Deze kengetallen hebben grote marges.
  • De netto-oppervlakte is circa 77% van het bruto-oppervlak, voor zeehaventerreinen kan 64% worden aangehouden.
  • De stedelijkheidsgraad van de gemeente speelt nauwelijks een rol. In een zeer sterk stedelijke gemeente kunnen de cijfers voor de personenauto met 0,8 worden vermenigvuldigd.
  • Aangenomen is dat vrachtwagens goederen brengen of goederen halen (en niet op hetzelfde bedrijventerrein brengen en halen).
  • Een weekdag kan worden omgerekend naar werkdag door de kencijfers te vermenigvuldigen met 1,33.
  • De etmaalwaardes van de verschillende werkdagen wijken nauwelijks af van het werkdaggemiddelde. Ten opzichte van het werkdagetmaalgemiddelde is het gemiddelde van de zaterdag en de zondag respectievelijk 65% en 90% lager.
  • In mei ligt de hoeveelheid verkeer ongeveer 15% onder het werkdagetmaalgemiddelde en in de zomermaanden is dit zelfs ongeveer 20% lager. In maart daarentegen ligt de hoeveelheid verkeer ongeveer 25% boven het werkdagetmaalgemiddelde.
  • De hoeveelheid intern verkeer is verwaarloosbaar.
  • In [2] zijn ook kencijfers per bedrijfstype te vinden. Deze zijn met name nuttig als voor bestaande gebieden de verkeersgeneratie van afzonderlijke bedrijven wordt gevraagd.
  • Bij zeer grote oppervlakten bedrijventerrein leveren deze kencijfers een overschatting van de verkeersgeneratie. In die gevallen kan beter met een verkeersmodel gerekend worden.
  • De invulling van een gemengd terrein is in de praktijk zeer divers. De verkeersgeneratie is sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid dat zich op een dergelijk terrein vestigt. Bij voorkeur wordt gewerkt met de kencijfers uit hoofdstuk A4.
Tabel 8. Verdeling van het totale aantal vrachtautobewegingen naar lichte en zware vrachtauto’s, per werkmilieutype, per werkdagetmaal
Type werkmilieu Percentage lichte vrachtauto’s
(< 7,5 ton GVW)
Percentage zware vrachtauto’s
(> 7,5 ton GVW)
I Gemengd terrein4159
II Hoogwaardig bedrijvenpark4852
III Distributieterrein2674
IV Zwaar industrieterrein3763
V Zeehaventerrein3169
Opmerking
  • Trekkers met oplegger vallen ongeacht hun gewicht onder de categorie ‘zwaar’.
  • GVW: Gross vehicle weight (maximaal toegelaten massa).