Parkeren op eigen terrein

Beschrijving maatregel
In veel gemeenten worden parkeerplaatsen op eigen terrein vaak niet (juist) gebruikt. Veel bewoners maken gebruik van straatparkeren in plaats van parkeren op eigen terrein en gebruiken de eigen parkeercapaciteit voor andere doeleinden. In de meeste bestemmingsplannen is de privécapaciteit echter een onderdeel van een parkeerbalans. Doordat deze parkeercapaciteit niet benut wordt, ontstaat er een hoge parkeerdruk op de openbare parkeerplaatsen. Om de parkeercapaciteit beter te benutten en het parkeren op eigen terrein te stimuleren, kan het vergunningenbeleid hierop aangepast worden. De mogelijkheid tot parkeren op eigen terrein wordt voor bewoners en bedrijven in mindering gebracht op het maximaal aantal aan te vragen parkeervergunningen. Bij één eigen garage mag dan bijvoorbeeld alleen maar een tweede (duurdere) parkeervergunning worden aangevraagd.

Oplossend vermogen

Toepassingsgebieden

Ruimtelijke kwaliteit
Doordat de beschikbare capaciteit beter wordt benut en er minder auto's in de openbare ruimte worden gestald, zal de ruimtelijke kwaliteit van de wijk iets verbeteren. Er moet echter wel worden bedacht dat de oorzaak van het probleem, het oneigenlijk gebruik van eigen parkeerplaatsen, vaak het gebrek aan voldoende opslagruimte bij de woning is.

Doelgroepen
Bewoners.

Draagvlak doelgroepen
Het draagvlak onder bewoners is wisselend. Het dwingend gebruik van de eigen parkeergelegenheid kan weerstand oproepen, zeker als de parkeermogelijkheid definitief een andere functie heeft gekregen. Bij bewoners zonder eigen parkeervoorziening is er veel draagvlak.

Initiatiefnemers
Gemeente.

Realisatietijd
Korte termijn, < 1 jaar.

Kosten
- Kostenindicatie

- Kostenopbouw
De kosten zitten vooral in het proces: de herziening van het parkeervergunningenbeleid kost tijd en daarmee geld. Aanvullende kosten zitten in de nieuwe uitgifte van vergunningen, eventuele bebording en controle op de parkeergelegenheid.

- Kostendragers
Primair: gemeente.
Secundair: bewoners (vergunninghouders).

Combinatiemogelijkheden

• deelauto;
• parkeren op afstand;
• mechanisch parkeren;
• parkeerduurbeperking
• prijsdifferentiatie bij vergunninguitgifte;
• functiemenging door bestemmingsplanwijzigingen;
• subsidies/welstandsverruiming voor parkeren in eigen voortuin;
• aanbieden alternatieven zoals goed openbaar vervoer en/of een goed fietsnetwerk;
• herindeling door versmalling, eenrichtingsverkeer en/of chirurgische ingrepen in de wijk.

Opmerkingen

• Toetsing door de gemeente is belangrijk, maar ook lastig. Verder is het van belang om als gemeente goed te omschrijven wat onder een eigen parkeermogelijkheid wordt verstaan.
• Als een parkeerplaats op eigen terrein niet meer gebruikt kan worden als parkeerplaats, maar nog wel als uitrit wordt gezien, dan kan het trottoir worden verhoogd zodat er een openbare parkeerplaats bijkomt.
• Gemeenten kunnen bij het vergunninguitgiftebeleid variëren met de hoogte van de prijs van de vergunning.

Voorbeelden
Dordrecht, zie bijlage IV. Den Haag.