Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Parkeren en ruimtelijke ordening
Deze tekst is gepubliceerd op 16-06-14

Wet ruimtelijke ordening (Wro)

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) regelt hoe de ruimtelijke plannen van de overheid, provincies en gemeenten tot stand komen. Voorbeelden zijn de bestemmingsplannen, inpassingsplannen en structuurvisies. Daarnaast regelt deze wet ook de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden en de procedures die daarbij horen. Het doel van de Wro is om een kader te bieden voor belangenafweging ten aanzien van het gebruik van schaarse ruimte, met behulp van instrumenten op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. Deze belangenafweging heeft vooral betrekking op het toestaan van nieuwe ontwikkelingen in relatie tot de belangen van bestaande situaties en belanghebbenden.
Wro en parkeren
Met de komst van de Wro behoort het onderwerp parkeren te worden geregeld in de (nieuwe) bestemmingsplannen. In de Wro staat namelijk dat beleidsplannen geen parkeernormen meer mogen bevatten. Dus een parkeerbeleidsplan ook niet.
Als uitwerking hiervan is in artikel 8.17 van de ‘Invoeringswet Wro’ bepaald dat artikel 8, vijfde lid van de Woningwet vervalt. In verband met wetstechnische problemen is besloten dit deel van de Invoeringswet Wro vooralsnog niet in werking te doen treden. Een nieuwe datum van inwerkingtreding is niet bepaald. Dit betekent dat onder meer het ‘parkeerartikel’ uit de bouwverordening blijft bestaan, ook indien op grond van de nieuwe Wro een bestemmingsplan wordt vastgesteld, waarin niet is voorzien in een regeling voor het parkeren.
Fondsvorming ten behoeve van parkeren
Bij ontwikkelplannen waarvoor volgens de Wro een plicht bestaat een exploitatieplan op te stellen, wordt de locatie van de benodigde parkeergelegenheid aan het exploitatieplangebied toegerekend.
Als er sprake is van gemeentelijke kosten voor de aanleg van parkeergelegenheid, worden deze vervolgens door de gemeente verhaald op de initiatiefnemer. De parkeerbijdrageregeling is hierbij richtinggevend. De afspraak tussen gemeente en initiatiefnemer over dit kostenverhaal wordt vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst (‘anterieure overeenkomst’) of zo nodig in een publiekrechtelijk exploitatieplan. De uit de parkeerbijdrageregeling verkregen fondsen worden in het algemeen aan een parkeerfonds toegevoegd (zie paragraaf 2.3.4).

Structuurvisie
De structuurvisie is een richtinggevend document voor de ruimtelijke ontwikkeling. Gemeenten zijn verplicht om voor hun grondgebied een of meer structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. Een structuurvisie kan ook deelaspecten van het ruimtelijk beleid bevatten en geeft aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren. De structuurvisie heeft vooral een intern structurerende functie. Ze legt geen verplichtingen op. De structuurvisie is een beleids- en ontwikkelingskader, geen toetsingskader.
Structuurvisie
De structuurvisie zoals bedoeld in de Wro moet niet verward worden met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van de centrale overheid. Hierin staan de plannen van het kabinet voor ruimte en mobiliteit. De SVIR is in 2012 in werking getreden met een scope tot 2040. Zo beschrijft het kabinet in de SVIR in welke infrastructuurprojecten het de komende jaren wil investeren. In de SVIR krijgen provincies en gemeentes meer bevoegdheden bij ruimtelijke ordening. De Rijksoverheid richt zich vooral op nationale belangen, zoals verbetering van de bereikbaarheid. De SVIR vervangt verschillende nota’s, zoals
  • de Nota Ruimte;
  • de Structuurvisie Randstad 2040;
  • de Nota Mobiliteit;
  • de Mobiliteitsaanpak;
  • de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving