Betaald parkeren
Uniforme toepassing bord ‘betaald parkeren’
Het komt de eenduidigheid ten goede wanneer het betaald parkeren landelijk op uniforme wijze wordt aangeduid. Borden die het betaald parkeren aangeven, vinden hun juridische grondslag in de gemeentelijke parkeerverordening en/of de gemeentelijke parkeerbelastingverordening, en niet in de wegenverkeerswetgeving. Aanbevolen wordt om voor betaald parkeren bord P01 toe te passen (zie figuur 11).
Het komt de eenduidigheid ten goede wanneer het betaald parkeren landelijk op uniforme wijze wordt aangeduid. Borden die het betaald parkeren aangeven, vinden hun juridische grondslag in de gemeentelijke parkeerverordening en/of de gemeentelijke parkeerbelastingverordening, en niet in de wegenverkeerswetgeving. Aanbevolen wordt om voor betaald parkeren bord P01 toe te passen (zie figuur 11).
[ link ]
Figuur 11. Het aanbevolen bord (P01) voor betaald parkeren
Bij de vormgeving van bord P01 is uitgegaan van de volgende criteria:
- Het bord dient in verschijningsvorm (kleurstelling en afmeting) zo veel mogelijk aan te sluiten bij de vormgeving van de E-borden volgens het RVV 1990/BABW. Dit komt de herkenbaarheid voor de weggebruiker en de zeggingskracht ten goede. De kleurstelling is derhalve blauw/wit.
- Overeenkomstig de borden van het RVV 1990 die parkeergelegenheid aanduiden, zal ook het bord voor betaald parkeren parkeergelegenheid als zodanig moeten aanduiden. De letter P op het bord is dan ook noodzakelijk.
- Het gebruik van pictogrammen op het bord is te verkiezen boven teksten. Bij pictogrammen mag worden aangenomen dat iedereen (dus ook anderstaligen) deze begrijpt: het pictogram van een hand die een munt inwerpt, laat geen onduidelijkheden bestaan over de bedoeling van de wegbeheerder.
- Het pictogram moet ook van grotere afstand direct herkenbaar zijn.
Het bord ‘betaald parkeren’ kan ook als zonebord worden gebruikt (zie figuur 12). Verder wordt aanbevolen het bord steeds in retroreflecterend materiaal (klasse II; NEN 3381) uit te voeren.
[ link ]
Figuur 12. De zonale uitvoering van het bord Betaald Parkeren (E10 (P01)) en de aanduiding van het einde van de zone (E11 (P01))
Uit oogpunt van uniformiteit wordt aanbevolen om ook de borden die parkeerautomaten aanduiden, standaard te voorzien van het pictogram die op bord P01 wordt toegepast.
Plaatsing borden betaald parkeren
Net als bij de plaatsing van RVV-borden, beoordeelt de gemeente naar eigen inzicht in de verkeersveiligheid en zichtbaarheid waar borden ‘betaald parkeren’ het best kunnen worden geplaatst. Bij zonale toepassing wordt aanbevolen de borden zo mogelijk aan beide zijden van de weg te plaatsen. Als er geen zonale toepassing plaatsvindt, wordt uit oogpunt van zorgvuldigheid aanbevolen om elk afzonderlijk weggedeelte van borden te voorzien. De borden mogen evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Net als bij de plaatsing van RVV-borden, beoordeelt de gemeente naar eigen inzicht in de verkeersveiligheid en zichtbaarheid waar borden ‘betaald parkeren’ het best kunnen worden geplaatst. Bij zonale toepassing wordt aanbevolen de borden zo mogelijk aan beide zijden van de weg te plaatsen. Als er geen zonale toepassing plaatsvindt, wordt uit oogpunt van zorgvuldigheid aanbevolen om elk afzonderlijk weggedeelte van borden te voorzien. De borden mogen evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Toepassing onderborden
Het toepassen van onderborden bij het bord ‘betaald parkeren’ kan het best tot het minimum worden beperkt. Uitgebreide informatie die de weggebruiker niet in het voorbijgaan tot zich kan nemen, zoals dag- en tijdsaanduidingen, kan beter achterwege blijven. Omdat parkeerders in de regel direct de parkeerautomaat opzoeken, is het aanduiden van de betaaltijden op de automaat in principe voldoende. Als extra service kunnen de betaaltijden tevens op een bord bij de automaat worden aangegeven.
De verplichting om in de vakken te parkeren, zoals geregeld in artikel 24, onderdeel g, van het RVV 1990, is niet van toepassing in gebieden met betaald parkeren. Toch wordt ontraden om in deze gebieden aan te geven dat er uitsluitend in de vakken mag worden geparkeerd; dit kan namelijk worden uitgelegd alsof er voor het parkeren buiten de vakken niet hoeft te worden betaald.
Het toepassen van onderborden bij het bord ‘betaald parkeren’ kan het best tot het minimum worden beperkt. Uitgebreide informatie die de weggebruiker niet in het voorbijgaan tot zich kan nemen, zoals dag- en tijdsaanduidingen, kan beter achterwege blijven. Omdat parkeerders in de regel direct de parkeerautomaat opzoeken, is het aanduiden van de betaaltijden op de automaat in principe voldoende. Als extra service kunnen de betaaltijden tevens op een bord bij de automaat worden aangegeven.
De verplichting om in de vakken te parkeren, zoals geregeld in artikel 24, onderdeel g, van het RVV 1990, is niet van toepassing in gebieden met betaald parkeren. Toch wordt ontraden om in deze gebieden aan te geven dat er uitsluitend in de vakken mag worden geparkeerd; dit kan namelijk worden uitgelegd alsof er voor het parkeren buiten de vakken niet hoeft te worden betaald.
Figuur 13. Het verdient aanbeveling de toepassing van onderborden tot het minimum te beperken
Op parkeerterreinen is een adequate inrichting vaak voldoende om een juiste wijze van parkeren te bewerkstelligen. In het geval van zones met betaald parkeren kan het parkeren in de vakken worden afgedwongen door plaatsing van zonebord E01 (parkeerverbod).
Het is aan te bevelen het gebruik van onderborden te beperken tot:
- een waarschuwing voor het gebruik van de wielklem, al dan niet gecombineerd met de wegsleepregeling. Hiervoor worden de onderborden uit figuur 14 geadviseerd;
- de dagen of uren waarop parkeren is verboden, bijvoorbeeld: ‘parkeren verboden op woensdag van 6 - 16 uur’;
- attentieborden die wijzen op tijdelijke omstandigheden of gewijzigde betaaltijden. Deze onderborden worden bij voorkeur in zwart op geel uitgevoerd.
- een waarschuwing voor het gebruik van de wielklem, al dan niet gecombineerd met de wegsleepregeling. Hiervoor worden de onderborden uit figuur 14 geadviseerd;
- de dagen of uren waarop parkeren is verboden, bijvoorbeeld: ‘parkeren verboden op woensdag van 6 - 16 uur’;
- attentieborden die wijzen op tijdelijke omstandigheden of gewijzigde betaaltijden. Deze onderborden worden bij voorkeur in zwart op geel uitgevoerd.
[ link ]
Figuur 14. Onderborden die waarschuwen voor wielklem en wegslepen
Betaalplicht invaliden
Bij algemene invalidenparkeerplaatsen hoeven geen onderborden te worden geplaatst met informatie over de betaalplicht. Uit jurisprudentie blijkt dat, wanneer in een gebied duidelijk is aangegeven dat er voor het parkeren moet worden betaald, dit niet bij invalidenplaatsen nogmaals kenbaar hoeft te worden gemaakt. Wanneer een gemeente invaliden vrijstelt van de betalingsplicht, wordt aanbevolen dat wel met (onder)borden bij de invalidenplaatsen aan te geven.
Bij algemene invalidenparkeerplaatsen hoeven geen onderborden te worden geplaatst met informatie over de betaalplicht. Uit jurisprudentie blijkt dat, wanneer in een gebied duidelijk is aangegeven dat er voor het parkeren moet worden betaald, dit niet bij invalidenplaatsen nogmaals kenbaar hoeft te worden gemaakt. Wanneer een gemeente invaliden vrijstelt van de betalingsplicht, wordt aanbevolen dat wel met (onder)borden bij de invalidenplaatsen aan te geven.
Figuur 15. Ook binnen een zone ‘betaald parkeren’ kan de invalidenparkeerplaats worden aangewezen. Zonder vrijstelling blijft de betaalplicht gelden.
Betaalplicht motoren
Het is niet mogelijk (realistisch) dat motorrijders een parkeerkaartje zichtbaar op het voertuig tonen. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, kan de gemeente besluiten motorfietsen vrij te stellen van de betalingsverplichting of betaalde parkeerplaatsen met parkeermeters in te richten voor deze categorie weggebruikers. Parkeerplaatsen voor motoren worden bij voorkeur aangegeven door bord E08 met motorsymbool. Bord E08 met pijlaanduiding op het bord kan worden gebruikt om naar deze parkeergelegenheid te verwijzen.
Het is niet mogelijk (realistisch) dat motorrijders een parkeerkaartje zichtbaar op het voertuig tonen. Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, kan de gemeente besluiten motorfietsen vrij te stellen van de betalingsverplichting of betaalde parkeerplaatsen met parkeermeters in te richten voor deze categorie weggebruikers. Parkeerplaatsen voor motoren worden bij voorkeur aangegeven door bord E08 met motorsymbool. Bord E08 met pijlaanduiding op het bord kan worden gebruikt om naar deze parkeergelegenheid te verwijzen.
Plaatsing parkeerautomaten
Er bestaan geen voorschriften voor de plaatsing van een parkeerautomaat, maar op grond van praktijkinventarisatie kunnen de volgende richtlijnen worden gegeven:
Er bestaan geen voorschriften voor de plaatsing van een parkeerautomaat, maar op grond van praktijkinventarisatie kunnen de volgende richtlijnen worden gegeven:
- Een parkeerautomaat moet in principe vanaf de gekozen parkeerplaats zichtbaar zijn; als dit niet mogelijk is, verdient het aanbeveling met verwijzingsborden aan te geven waar de parkeerautomaat staat.
- Vanaf de parkeerautomaat moet een andere parkeerautomaat zichtbaar zijn, zodat de parkeerder bij een defect aan de eerste automaat toch kan betalen.
- De loopafstand van de parkeerplaats naar de dichtstbijzijnde parkeerautomaat dient bij voorkeur niet meer dan 100 meter te zijn.
- De parkeerautomaat moet goed bereikbaar zijn voor invaliden.
- In het algemeen wordt één parkeerautomaat op 50 parkeerplaatsen aanbevolen, maar dit aantal is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
Aanduidingen op en bij parkeerautomaten
Op basis van praktijkonderzoek worden de volgende richtlijnen gegeven voor aanduidingen op en bij parkeerautomaten:
Op basis van praktijkonderzoek worden de volgende richtlijnen gegeven voor aanduidingen op en bij parkeerautomaten:
- Vermeld op de automaat de tarieven.
- Vermeld op de automaat de dagen en uren waarop het betaald parkeren geldt (inclusief vaste koopavond en koopzondagen). Als extra attentie kunnen deze gegevens tevens worden vermeld op het bord boven de automaat.
- Neem op de automaat een verwijzing op naar een andere parkeerautomaat waar betaald moet worden indien de eerstgenoemde automaat defect is.
- Zorg ervoor dat de parkeerautomaat wordt verlicht (hetzij door een lichtmast, hetzij door eigen verlichting). De automaat is dan 's avonds gemakkelijk te vinden. Zorg er tevens voor dat de tekst op de automaat bij duisternis leesbaar is.
Informatie over de plaats van de automaat, tarieven, tijden en dergelijke, kan op informatieborden worden aangegeven. In bijlage III zijn de hiervoor aanbevolen uitvoeringen weergegeven.
Figuur 16. Een systematische aanpak van de bebording wordt aanbevolen. Daaronder valt ook de verwijzing naar de betaalautomaat.