Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Richtlijn parkeerbebording
Deze tekst is gepubliceerd op 06-10-11

Bijlage II.1.3 Voertuigcategorie en groep voertuigen

Naast de bestaande voorzieningen die kunnen worden geregeld met P-borden, zoals taxistandplaats (E5), invalidenparkeerplaats (E6), parkeergelegenheid voor openbaar-vervoer-reizigers (bord E12) en parkeergelegenheid voor carpoolers (bord E13), biedt het RVV 1990/BABW, met name na de voorgestelde wijzigingen, tal van mogelijkheden om parkeerplaatsen voor een bepaalde voertuigcategorie of groep voertuigen te bestemmen. Na de wijzigingen kan zowel op als onder het bord de voertuigcategorie of de groep voertuigen worden aangegeven waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd.
Het betreft de volgende borden:
- E4 (parkeergelegenheid), voorzien van een onderbord waarop de voertuigcategorie of de groep voertuigen is aangegeven;
- E8 (parkeergelegenheid voor een bepaalde voertuigcategorie of groep voertuigen).
E08 heeft de voorkeur boven E04 met onderborden.
Voor onderborden is in hoofdstuk III van de UVS BABW bepaald dat op onderborden de afbeeldingen worden gebruikt die voorkomen in de borden van bijlage 1 van het RVV 1990. Slechts indien daar niet aan kan worden voldaan, wordt een pictogram of tekst gebruikt.
Wat betreft afbeeldingen ter aanduiding van de voertuigcategorieën op bord E08 is in hoofdstuk II, paragraaf 4 van de UVS BABW, bepaald dat deze overeenkomen met de afbeeldingen in zijaanzicht op de borden van bijlage 1 van het RVV 1990. Omdat er niets is geregeld over het weergeven van een groep voertuigen, kan hiervoor op bord E08 zowel een pictogram als tekst worden gebruikt.
Afbeeldingen van voertuigen die voorkomen op de borden in bijlage 1 van het RVV 1990, en die bij parkeeraanduidingen kunnen worden gebruikt, zijn: personenauto, vrachtauto, bus, en motor. Wanneer de symbolen van fiets en bromfiets worden gebruikt, hebben de borden de betekenis van een informatiebord, te vergelijken met de betekenis van de borden in de hoofdstukken K en L van bijlage 1 van het RVV 1990.
Voorbeelden van een pictogram of teksten zijn: politievoertuigen, brandweervoertuigen en ambulances (ziekenauto's). Uit het oogpunt van handhaving heeft het toepassen van een tekst als ‘politievoertuigen’ alleen zin wanneer de desbetreffende voertuigen uiterlijk als zodanig herkenbaar zijn. Vanuit deze achtergrond is het toepassen van de tekst ‘arts’ niet mogelijk. Een ‘artsenvoertuig’ kan niet worden aangemerkt als een voertuigcategorie en evenmin als een groep voertuigen. Dergelijke parkeerplaatsen kunnen worden gereserveerd door toepassing van bord E9 ‘parkeerplaatsen voor vergunninghouders’ (zie hiervoor onderdeel II.2.3 van deze bijlage).
Het reserveren van een parkeerplaats voor één gebruiker met toepassing van een onderbord met kenteken, is binnen het RVV 1990 uitsluitend mogelijk in combinatie met bord E6 (invalidenparkeerplaats).