Gebruik parkeerborden en onderborden
De bepalingen met betrekking tot het parkeren in RVV 1990 en BABW zijn zodanig geredigeerd, dat zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de behoefte van wegbeheerders. Elke stad heeft zo zijn eigen specifieke parkeerproblemen waarvoor een oplossing moet worden gevonden. De in deze Richtlijn besproken wijzigingen van het RVV 1990 en het BABW strekken er mede toe enkele reeds in de praktijk toegepaste oplossingen ook formeel mogelijk te maken. Daarmee kan worden gesteld dat de wegenverkeersrechtelijke instrumenten tezamen met de op gemeentelijke verordeningen gebaseerde regels het voor de wegbeheerder mogelijk maken voor vrijwel elke parkeersituatie een juridisch sluitende oplossing te vinden.
De Richtlijn heeft tot doel de algemeen voorkomende situaties zo veel mogelijk te uniformeren en behandelt daarom de algemeen voorkomende vormen van parkeerregulering en de toepassing van de aanbevolen borden en eventuele onderborden. Het is niet de bedoeling geweest alle mogelijke oplossingen weer te geven. Het is dan ook denkbaar dat in specifieke situaties niet opgenomen, doch juridisch verantwoorde oplossingen worden toegepast. Uiteraard is het de bedoeling dat de hier aanbevolen combinaties van borden en onderborden waar mogelijk worden gevolgd.
Tabel 2. Mogelijke en aanbevolen combinaties van borden en onderborden
In dit hoofdstuk wordt voor elk bord aangegeven welke onderborden daarbij, op basis van de aanbevelingen in deze Richtlijn, kunnen worden toegepast. Voor de genoemde onderborden geldt dat de aanduiding op deze onderborden derhalve niet op het bord kan worden toegepast. Het volgende schema geeft een overzicht van de toepassingen die in beginsel (dus ook naast de aanbevolen toepassingen) mogelijk zijn.
Bord E01: Parkeerverbod
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 62 RVV 1990, juncto bord E01 |
| Zonale toepassing: | toegestaan |
[ link ]
Figuur 21. Bord P02: parkeerex-cessenverordening
Toelichting
Bord E01 wordt niet toegepast op plaatsen waar op grond van het RVV 1990 al een algemeen verbod geldt om voertuigen te parkeren. Daar waar het verboden is stil te staan, is parkeren logischerwijs ook verboden. Het bord wordt evenmin geplaatst wanneer ter plaatse reeds een gele onderbroken streep aanwezig is.
Het bord wordt in beginsel niet geplaatst op weggedeelten waar parkeervakken of -havens aanwezig zijn. De wegindeling maakt dan immers duidelijk waar men hoort te parkeren. Pas bij hoge parkeerdruk kan een parkeerverbod worden ingesteld.
In plaats van bord E01 kan ook een gele onderbroken streep worden toegepast. Het gebruik hiervan verdient de voorkeur omdat de weggebruiker daarmee directer wordt geïnformeerd over het ingestelde verbod. Ook infrastructurele ingrepen waarmee het parkeren onmogelijk wordt gemaakt, hebben de voorkeur boven het plaatsen van bord E01.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiden weggedeelte: een parkeerverbod kan zo nodig worden aangegeven door middel van een onderbord met één of twee pijlen in de richting van het wegvak waarvoor het verbod geldt. Dit onderbord wordt evenwijdig aan de wegas aangebracht. Wanneer het begin of het einde van het verbod met een zijweg samenvalt, kan het onderbord achterwege blijven.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: aangegeven wordt dat het verbod alleen van kracht is gedurende de op het onderbord aangegeven dagen en/of uren.
Bermparkeren: dit onderbord wordt toegepast wanneer het niet gewenst is dat op de rijbaan wordt geparkeerd, terwijl parkeren in de berm wel is toegestaan.
Aanduiden voertuigcategorie waarvoor het verbod geldt.
Aanduiden voertuigcategorie waarvoor het verbod niet geldt.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet van toepassing.
Plaatsing
- Het einde en het begin van een parkeerverbod wordt zo nodig aangegeven door middel van een onderbord met een pijl in de richting van het wegvak waarvoor het verbod geldt. Dit onderbord wordt evenwijdig aan de wegas aangebracht. Wanneer het einde of het begin van een verbod samenvalt met een zijweg, kan het onderbord achterwege blijven. Het einde van dit verbod wordt niet aangegeven indien dit reeds volgt uit een ander verkeersteken of uit een gedragsregel, dan wel uit de inrichting van de weg.
- Op rijbanen met verkeer in twee richtingen wordt bord E01 zodanig geplaatst dat het verbod voor verkeer in beide richtingen waarneembaar is. Hiertoe mag het bord, mits voorzien van een onderbord waaruit het begin of het eind van het parkeerverbod blijkt, evenwijdig aan de wegas worden geplaatst.
Geldigheid
Bord E01 geldt slechts voor de zijde van de weg waar het is geplaatst. Bord E01 geldt niet op de voor het parkeren bestemde weggedeelten.
BordE01: Parkeerverbodszone
Bord E01: Einde parkeerverbodszone
Bord E01: Einde parkeerverbodszone
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 62 RVV 1990, juncto bord E1 |
| Zonale combinaties: | E01 met E09, E01 met bord betaald parkeren |
Toelichting
Zonale toepassing van bord E01 geeft aan dat het verboden is om binnen de zone te parkeren, uitgezonderd op voor het parkeren bestemde weggedeelten.
Als bovengenoemd bord wordt toegepast in combinatie met de zonale toepassing van bord E09, betekent dit dat er uitsluitend door vergunninghouders mag worden geparkeerd, en uitsluitend op de voor parkeren bestemde weggedeelten. Indien toegepast in combinatie met de zonale toepassing van het bord ‘betaald parkeren’ houdt dit in dat er uitsluitend op voor parkeren bestemde weggedeelten mag worden geparkeerd, en uitsluitend tegen betaling van parkeergeld.
Het verdient aanbeveling om, ter ondersteuning van de bebording, op het wegdek de tekst ‘zone’ (gevat binnen twee horizontale strepen) aan te brengen. De toepassing van deze markering is echter ook afhankelijk van de inrichting van en het gemeentelijk beleid voor de openbare ruimte.
Onderborden
Nadere uitleg
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Plaatsing
Zonebord E01 mag zowel links als rechts van de weg worden geplaatst. De voorkeur gaat uit naar plaatsing aan de rechterzijde en bij onduidelijke situaties tevens aan de linkerzijde. Wanneer zoneborden uit het RVV 1990 boven elkaar worden aangebracht, wordt het RVV-bord met het laagste nummer onderaan geplaatst (bijvoorbeeld zonebord E01 onder zonebord E09).
Herhalingsborden
Het verdient aanbeveling om binnen de zone herhalingsborden te plaatsen indien de afmetingen van de zone of andere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Bord E02: Verbod stil te staan
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 62 RVV 1990, juncto bord E02 |
| Zonale combinaties: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E02 mag niet worden toegepast op plaatsen waar op grond van het RVV 1990 al een algemeen verbod om stil te staan geldt. Het bord mag evenmin worden toegepast wanneer ter plaatse reeds een gele doorgetrokken streep is aangebracht.
In plaats van bord E02 kan een gele doorgetrokken streep worden toegepast. Het gebruik hiervan verdient de voorkeur omdat de weggebruiker daarmee directer wordt geïnformeerd over het ingestelde verbod. Ook infrastructurele ingrepen waarmee stilstaan wordt voorkomen (bijvoorbeeld rijbaanversmalling), hebben de voorkeur boven het plaatsen van bord E02.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiden weggedeelte: het verbod kan zo nodig worden aangegeven door een onderbord met één of twee pijlen in de richting van het wegvak waarvoor het verbod geldt. Dit onderbord wordt evenwijdig aan de wegas aangebracht. Wanneer het begin of het einde van het verbod samenvalt met een zijweg, kan het onderbord achterwege blijven.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: aangegeven wordt dat het verbod alleen van kracht is gedurende de op het onderbord aangegeven dagen en/of uren.
Stilstaan in de berm: dit onderbord wordt toegepast wanneer het niet gewenst is dat op de rijbaan wordt stilgestaan, terwijl stilstaan en parkeren in de berm wel is toegestaan.
Aanduiden voertuigcategorie waarvoor het verbod geldt.
Aanduiden voertuigcategorie waarvoor het verbod niet geldt.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Plaatsing
- Het einde en het begin van een verbod stil te staan wordt zo nodig aangegeven door middel van een onderbord met een pijl in de richting van het wegvak waarvoor het verbod geldt. Dit onderbord wordt evenwijdig aan de wegas aangebracht. Wanneer het einde of het begin van een verbod samenvalt met een zijweg, kan het onderbord achterwege blijven. Het einde van dit verbod wordt niet aangegeven indien dit reeds volgt uit een ander verkeersteken of uit een gedragsregel, dan wel uit de inrichting van de weg.
- Op rijbanen met verkeer in twee richtingen wordt E02 zodanig geplaatst dat het verbod voor verkeer in beide richtingen waarneembaar is. Hiertoe mag het bord, mits voorzien van een onderbord waaruit het begin of het eind van het verbod stil te staan blijkt, evenwijdig aan de wegas worden geplaatst.
Geldigheid
Bord E02 geldt slechts voor de zijde van de weg waar het is geplaatst. Het bord geldt niet voor weggedeelten die voor parkeren bestemd zijn.
Bord E03: Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen
| Verkeersbesluit | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 62 RVV 1990, juncto bord E03 |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Gelet op het stallingsgedrag van fietsers heeft toepassing van bord E03 alleen zin wanneer in de directe nabijheid voldoende stallingsvoorzieningen worden aangeboden.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiden weggedeelte: het verbod kan zo nodig worden aangegeven door een onderbord met één of twee pijlen in de richting van het wegvak waarvoor het verbod geldt. Indien het einde van het verbod samenvalt met een zijweg, kan het onderbord achterwege blijven.
Beperking van de werkingssfeer
Dag- en tijdsaanduidingen: aangegeven wordt dat het verbod alleen van kracht is gedurende de op het onderbord aangegeven dagen en/of uren.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Bord E04: Parkeergelegenheid
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW, indien er een onderbord wordt aangebracht, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten derde, RVV 1990, indien wordt geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderhoud is verboden |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E04 wordt gebruikt voor het aanduiden van een parkeergelegenheid sec. Voor het aangeven van parkeergelegenheid bestemd voor een voertuigcategorie of groep voertuigen, wordt bord E08 aanbevolen.
Bord E04 wordt toegepast bij parkeerterreinen, alsmede bij parkeergelegenheden die zonder bord niet tijdig waarneembaar zouden zijn, zoals parkeerhavens langs bijvoorbeeld een provinciale weg. Wanneer op bord E04 pijlaanduidingen voorkomen, wordt bord E04 beschouwd als een informatiebord in de zin van de borden vermeld in onderdeel K van bijlage 1 van het RVV 1990 (bewegwijzering).
Onderborden
Nadere uitleg
Afstandaanduiding: dit onderbord geeft aan dat een parkeergelegenheid zich op de aangeduide afstand bevindt.
Aanduiden weggedeelte: het weggedeelte waar het parkeren is toegestaan, moet fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen.
Het aangeven van een dagen/of tijdsaanduiding, ter beperking van de werkingssfeer, is alleen mogelijk in combinatie met het aangeven van de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd. Aanbevolen wordt om daarvoor bord E08 te gebruiken.
Niet aanbevolen.
Het aangeven van een dagen/of tijdsaanduiding, ter beperking van de werkingssfeer, is alleen mogelijk in combinatie met het aangeven van de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd. Aanbevolen wordt om daarvoor bord E08 te gebruiken.
Voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd
Niet aanbevolen.
Wanneer het gewenst is een voertuigcategorie of groep voertui gen aan te geven, wordt aanbevolen hiervoor bord E08 te gebruiken.
Niet aanbevolen.
Wanneer het gewenst is een voertuigcategorie of groep voertui gen aan te geven, wordt aanbevolen hiervoor bord E08 te gebruiken.
Wijze van parkeren
Niet aanbevolen.
Met de wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. Het gebruik van de tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat een parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden.
Niet aanbevolen.
Met de wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. Het gebruik van de tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat een parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden.
Indien het is toegestaan met twee wielen op het trottoir te parkeren, wordt aanbevolen gebruik te maken van bord E04b (zie bijlage III van deze Richtlijn).
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen of uren niet mag worden geparkeerd (bijvoorbeeld in verband met een markt).
Plaatsing
Bord E04 mag evenwijdig aan de wegas worden geplaatst. Een herziening van de UVS BABW voorziet hierin.
Bord E05: Taxistandplaats
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten eerste, RVV 1990, dan wel artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten derde, indien wordt geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderhoud is verboden |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E05 wordt gebruikt ter aanduiding van een of meer taxistandplaatsen. De aanduiding kan worden ondersteund door een tekstmarkering op het wegdek (‘taxi’). Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiden weggedeelte: het aangeven van meer dan één standplaats is mogelijk met pijlen of numerieke tekst (‘2x’, ‘3x’ etc.). Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: hiermee wordt aangegeven dat de parkeergelegenheid uitsluitend gedurende de aangegeven dagen en/of uren is bestemd als taxistandplaats. Impliciete strekking van dit onderbord is dat buiten de aangegeven perioden iedereen zijn voertuig op de betreffende plaats mag parkeren (algemene parkeergelegenheid).
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet aanbevolen. Voor mogelijkheden betreffende treintaxi wordt verwezen naar de bespreking van bord E08 (verderop in deze Richtlijn).
Niet aanbevolen. Voor mogelijkheden betreffende treintaxi wordt verwezen naar de bespreking van bord E08 (verderop in deze Richtlijn).
Wijze van parkeren
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen of uren niet mag worden geparkeerd.
Plaatsing
Bord E05 mag evenwijdig aan de wegas worden geplaatst.
Bord E06: Invalidenparkeerplaats
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 26 RVV 1990, dan wel artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten derde, indien wordt geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Het bord wordt tevens gebruikt bij invalidenparkeerplaatsen bestemd voor één specifiek voertuig. In dat geval wordt op een onderbord het kenteken vermeld. Wanneer de parkeerplaats bestemd is voor invalidenvoertuigen, wordt op het onderbord de tekst ‘invalidenvoertuigen’ of ‘brommobiel’ vermeld. Als aanvulling op de bebording wordt bij voorkeur op het wegdek een pictogram van een rolstoel aangebracht.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiding weggedeelte: het aangeven van meer dan één invalidenparkeerplaats is mogelijk met pijlen of numerieke tekst (‘2x’, ‘3x’ etc.). Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: gedurende de op het onderbord aangegeven dagen en/of uren mag er uitsluitend worden geparkeerd door invalidenvoertuigen en motorvoertuigen met een geldige invalidenparkeerkaart. Impliciete strekking van dit onderbord is dat buiten de aangegeven perioden iedereen zijn voertuig op de betreffende plaats mag parkeren. Dit geldt ook wanneer een invalidenparkeerplaats is gereserveerd voor één specifiek voertuig. De beperking van de werkingssfeer heeft betrekking op het bord en niet op eventuele onderborden.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Gereserveerde (individuele) invalidenparkeerplaats
Kenteken: dit onderbord geeft aan dat een invalidenparkeerplaats bestemd is voor het voertuig met het vermelde kenteken.
Invalidenvoertuigen, brommobielen: met de tekst ‘invalidenvoertuig’ of ‘brommobiel’ kan worden aangegeven dat de parkeergelegenheid uitsluitend voor deze voertuigen is bestemd. Eventueel kan de tekst worden aangevuld met een aanduiding van andere kenmerken van het voertuig.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen of uren niet mag worden geparkeerd.
Plaatsing
Bord E06 mag evenwijdig aan de wegas worden geplaatst.
Bord E07: Gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24, eerste lid, onderdeel f, RVV 1990 |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E07 wordt gebruikt ter aanduiding van laad- en losgelegenheid. Het bord kan betrekking hebben op één laad- en losgelegenheid, maar ook op meerdere. In dat geval kan op een onderbord met pijlen het betreffende weggedeelte worden aangeven. In aanvulling op bord E07 kan de laad- en losgelegenheid kenbaar worden gemaakt met een pictogrammarkering.
Een laad- en losgelegenheid mag door bestuurders van alle voertuigen worden gebruikt om te laden en te lossen. Het onmiddellijk laten in- of uitstappen van passagiers is eveneens toegestaan.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiding weggedeelte: het weggedeelte waar onmiddellijk laden en lossen is toegestaan, wordt aangegeven met een of meer horizontale pijlen of met numerieke tekst. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: met dit onderbord wordt aangegeven dat het betreffende weggedeelte gedurende de aangegeven dagen en/of uren uitsluitend bestemd is voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Plaatsing
Bord E07 mag evenwijdig aan de wegas worden geplaatst.
Bord E08: Parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het bord is aangegeven
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten eerste, RVV 1990, dan wel artikel 24, eerste lid, ten derde, indien wordt geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verbodenoederen. |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E08 wordt gebruikt voor het aangeven van een parkeergelegenheid die bestemd is voor een specifieke voertuigcategorie of groep voertuigen. De voertuigcategorie of groep voertuigen wordt op het bord aangegeven.
De afbeeldingen ter aanduiding van de voertuigcategorie komen overeen met de afbeeldingen in zijaanzicht op de borden van bijlage 1 van het RVV 1990. Het betreft de voertuigsymbolen personenauto, vrachtauto, bus en motorfiets. Voorbeelden van groepen voertuigen die met tekst, tekens of symbolen kunnen worden aangegeven, zijn politievoertuigen, ambulances, brandweervoertuigen, treintaxi's en campers.
Bord E08 kan tevens dienst doen als parkeerverwijzing naar de parkeergelegenheid, door op het bord richtingpijlen aan te brengen.
Onderborden
Nadere uitleg
Afstandsaanduiding: dit onderbord geeft aan op welke afstand de parkeergelegenheid zich bevindt.
Aanduiding weggedeelte: het aangeven van meer dan één parkeerplaats is mogelijk door middel van horizontale pijlen. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: dit onderbord geeft aan dat de parkeergelegenheid op de vermelde dagen en/of uren uitsluitend bestemd is voor de aangegeven categorie of groep voertuigen.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet van toepassing. Deze aanduidingen worden op het bord aangegeven.
Niet van toepassing. Deze aanduidingen worden op het bord aangegeven.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing. Met de wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. Het gebruik van de tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat de parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden. Het parkeren met twee wielen op het trottoir (indien onvermijdelijk), kan worden aangeven met bord E08B.
Niet van toepassing. Met de wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. Het gebruik van de tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat de parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden. Het parkeren met twee wielen op het trottoir (indien onvermijdelijk), kan worden aangeven met bord E08B.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen en/of uren niet mag worden geparkeerd.
Plaatsing
Bord E08 mag evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Bord E09: Parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders
| Verkeersbesluit: | geen verkeersbesluit nodig; wel een besluit op grond van de gemeentelijke parkeerverordening |
| Strafbaarstelling: | op basis van een gemeentelijke parkeerverordening, waarin de regels voor het parkeren met vergunning zijn opgenomen. Ditzelfde geldt voor onderborden die een gebod of verbod inhouden; toepassing hiervan moet gebaseerd zijn op de gemeentelijke parkeerverordening |
| Zonale toepassing: | toegestaan |
Toelichting
Volgens het RVV 1990 vloeit uit het bord geen parkeerverbod voor niet-vergunninghouders voort. Het bord heeft op zichzelf dan ook geen rechtskracht. Overtreding van hetgeen het bord aangeeft, wordt bestraft op basis van de Wet Mulder.
De regels voor het parkeren met vergunning zijn opgenomen in een gemeentelijke parkeerverordening. Vergunningplaatsen worden aangewezen door het college van burgemeester en wethouders bij een openbaar bekend te maken uitvoeringsbesluit. Uit oogpunt van uniformiteit wordt het gebruik van bord E09 aanbevolen.
Onderborden
Bij bord E09 kunnen onderborden worden aangebracht. Deze onderborden zijn echter geen onderborden in de zin van RVV 1990 en BABW en ontlenen daaraan dan ook geen rechtskracht. Als er onderborden worden aangebracht met de strekking van de onderborden in artikel 8, tweede lid, onderdelen b en c van het BABW, moeten deze rechtsgrond ontlenen aan bepalingen uit een gemeentelijke parkeerverordening. De betreffende onderborden kunnen betreffing hebben op de werkingssfeer van het bord, de wijze van parkeren en de dagen en/of uren waarop parkeren is verboden. In de gemeentelijke verordening moeten omschrijvingen van de toegepaste onderborden zijn opgenomen.
Nadere uitleg
Aanduiding weggedeelte: het aangeven van meer dan één parkeerplaats is mogelijk met horizontale pijlen. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Aanduiding vergunninggebied: dit onderbord geeft het gebied aan waarbinnen met een specifieke vergunning voor die sector mag worden geparkeerd.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: dit onderbord geeft de dagen en/of de uren aan gedurende welke de parkeergelegenheid uitsluitend bestemd is voor vergunninghouders.
Categorie vergunninghouders
Categorie vergunninghouders: dit onderbord geeft aan voor welke categorie vergunninghouders de parkeergelegenheid is bestemd. In de gemeentelijke parkeerverordening moeten de categorieén vergunninghouders worden omschreven. De vergunningcategorie wordt tevens op de vergunning vermeld.
Wijze van parkeren
De mogelijkheden die RVV 1990 en BABW bieden om de wijze van parkeren te regelen, zijn niet van toepassing op bord E09. De wijze van parkeren kan worden geregeld in de vergunningsvoorschriften.
De mogelijkheden die RVV 1990 en BABW bieden om de wijze van parkeren te regelen, zijn niet van toepassing op bord E09. De wijze van parkeren kan worden geregeld in de vergunningsvoorschriften.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
De dagen en/of uren waarop parkeren is verboden, kunnen worden vastgelegd in de vergunningsvoorschriften.
De dagen en/of uren waarop parkeren is verboden, kunnen worden vastgelegd in de vergunningsvoorschriften.
Plaatsing
Bord E09 mag evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Bord E09: Zone parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders en einde zone
Bord E09: Einde zone
Bord E09: Einde zone
| Verkeersbesluit: | geen verkeersbesluit nodig; wel een besluit op grond van de gemeentelijke parkeerverordening |
| Strafbaarstelling: | op basis van een gemeentelijke parkeerverordening, waarin de regels voor het parkeren met vergunning zijn opgenomen. Ditzelfde geldt voor onderborden die een gebod of verbod inhouden; toepassing hiervan moet worden gebaseerd op de gemeentelijke parkeerverordening |
| Zonale combinaties: | E09 met E01 |
Toelichting
Zonale toepassing van bord E09 geeft aan dat het verboden is om zonder geldige parkeervergunning binnen de zone te parkeren. In combinatie met de zonale toepassing van bord E01 betekent dit dat er uitsluitend door vergunninghouders mag worden geparkeerd, en uitsluitend op de voor het parkeren bestemde weggedeelten.
Het verdient aanbeveling om, ter ondersteuning van de bebording, op het wegdek de tekst ‘zone’ aan te brengen (gevat binnen twee horizontale strepen). De toepassing van markering is echter ook afhankelijk van de inrichting van en het gemeentelijk beleid voor de openbare ruimte.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiding vergunninggebied: dit onderbord geeft het gebied aan waarbinnen met een specifieke vergunning voor die sector mag worden geparkeerd.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: dit onderbord geeft de dagen en/of uren aan gedurende welke binnen de zone uitsluitend mag worden geparkeerd door vergunninghouders.
Categorie vergunninghouders
Categorie vergunninghouders: dit onderbord geeft aan voor welke categorie vergunninghouders de parkeergelegenheid is bestemd. In de gemeentelijke parkeerverordening moeten de categorieén vergunninghouders worden omschreven. De vergunningcategorie wordt tevens op de vergunning vermeld.
Wijze van parkeren
De mogelijkheden die RVV 1990 en BABW bieden om de wijze van parkeren te regelen, zijn niet van toepassing op bord E09. De wijze van parkeren kan worden geregeld in de vergunningsvoorschriften.
De mogelijkheden die RVV 1990 en BABW bieden om de wijze van parkeren te regelen, zijn niet van toepassing op bord E09. De wijze van parkeren kan worden geregeld in de vergunningsvoorschriften.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
De dagen en/of uren waarop parkeren is verboden, kunnen worden vastgelegd in de vergunningsvoorschriften.
De dagen en/of uren waarop parkeren is verboden, kunnen worden vastgelegd in de vergunningsvoorschriften.
Plaatsing
Zonebord E09 mag zowel links als rechts van de weg worden geplaatst. De voorkeur gaat uit naar plaatsing aan de rechterzijde van de weg en bij onduidelijke situaties tevens aan de linkerzijde van de weg. Wanneer zoneborden uit het RVV 1990 boven elkaar worden aangebracht, wordt het RVV-bord met het laagste nummer onderaan geplaatst (bijvoorbeeld zonebord E01 onder zonebord E09).
Herhalingsborden
Het verdient aanbeveling om binnen de zone herhalingsborden te plaatsen indien de grootte van de zone of andere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Bord E10: Parkeerschijf-zone
Bord E11: Einde parkeerschijf-zone
Bord E11: Einde parkeerschijf-zone
| Verkeersbesluit: | verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 25 van het RVV 1990 , dan wel artikel 24, eerste lid, onderdeel d, ten derde, indien wordt geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden. |
Toelichting
Met het instellen van een parkeerschijfzone wordt beoogd om het kortparkeren te bevorderen. De parkeerschijfzone als instrument om het langparkeren tegen te gaan is inmiddels grotendeels vervangen door het instrument betaald parkeren. De parkeerschijfzone wordt nog wel toegepast in winkelgebieden waar gratis geparkeerd kan worden.
In een parkeerschijfzone mag niet worden geparkeerd buiten de aangegeven parkeerplaatsen of de plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep. Voor parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep is het gebruik van de parkeerschijf verplicht voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen.
Het verdient aanbeveling om, ter ondersteuning van de bebording, op het wegdek de tekst ‘zone’ aan te brengen (gevat binnen twee horizontale strepen). De toepassing van markering is echter ook afhankelijk van de inrichting van en het gemeentelijk beleid voor de openbare ruimte.
Onderborden
Nadere uitleg
Aanduiding weggedeelte: het aangeven van meer dan één parkeerplaats is mogelijk met horizontale pijlen. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: dit onderbord geeft aan dat in de zone het gebruik van de parkeerschijf uitsluitend verplicht is gedurende de vermelde dagen en/of uren. Impliciete strekking van dit onderbord is dat buiten de aangegeven perioden de parkeerverboden die voortvloeien uit artikel 25 van het RVV 1990, binnen de parkeerschijfzone van kracht blijven.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Met de aanstaande wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. De tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat een parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen en/of uren niet mag worden geparkeerd.
Plaatsing
De zoneborden E10 en E11 worden rechts van de weg geplaatst en mogen, indien daar vanwege onduidelijke situaties behoefte aan bestaat, eveneens links worden geplaatst.
Herhalingsborden
Het verdient aanbeveling om binnen de zone herhalingsborden te plaatsen indien de grootte van de zone of andere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Bord E12: Parkeergelegenheid voor openbaar-vervoer-reizigers bij een Parkeer en Reis halte
| Verkeersbesluit: | alleen verplicht op grond van artikel 15 WVW 1995, juncto artikel 12 BABW, wanneer er een onderbord wordt aangebracht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, BABW, of wanneer toepassing wordt gegeven aan artikel 8, derde lid BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24 RVV 1990, indien er een onderbord is aangebracht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, BABW, of indien er toepassing wordt gegeven aan artikel 8, derde lid, BABW |
Toelichting
Bord E12 mag worden toegepast wanneer aan de volgende voorschriften van het BABW wordt voldaan:
- De afzonderlijke parkeergelegenheid, bestemd voor openbaar vervoerreizigers, moet voldoen aan de volgende eisen:
- voldoende pakeerplaatsen bevatten
- voorzien zijn van verharding, van een parkeervakindeling en van openbare verlichting. - Een parkeerplaats op deze parkeergelegenheid mag niet verder dan op ongeveer 250 meter loopafstand zijn gelegen van de Parkeer- en Reishalte.
- Bord E12 mag uitsluitend worden toegepast indien het betrokken openbaar vervoer op werkdagen gedurende de spitsuren in ieder geval een frequentie heeft van zes maal per uur voor zoveel het lokaal vervoer betreft, en van twee maal per uur voor zoveel het interlokaal vervoer betreft.
Indien op het bord een pijlaanduiding wordt aangebracht, is bord E12 een informatiebord in de zin van borden uit onderdeel K van bijlage 2 van het RVV 1990 (bewegwijzering).
Onderborden
Nadere uitleg
Afstandsaanduiding: dit onderbord geeft aan op welke afstand het P&R-terrein zich bevindt.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Dit onderbord geeft aan voor welke voertuigcategorie of groep voertuigen de parkeergelegenheid is bestemd. Deze toepassing is aan de orde wanneer het van belang is andere dan de aangegeven voertuigen te weren, en daarop te kunnen handhaven.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Met de aanstaande wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. De tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat de parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Plaatsing
Bord E12 mag uitsluitend worden geplaatst wanneer voldaan is aan de hiervoor genoemde voorschriften, welke zijn opgenomen in de UVS BABW.
Bord E13: Parkeergelegenheid ten behoeve van carpoolers
| Verkeersbesluit: | alleen verplicht op grond van artikel 15 WVW 1994, juncto artikel 12 BABW, wanneer er een onderbord wordt aangebracht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, BABW, of wanneer toepassing wordt gegeven aan artikel 8, derde lid BABW |
| Strafbaarstelling: | op grond van artikel 24 RVV 1990, indien er een onderbord is aangebracht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, BABW, of wanneer toepassing is gegeven aan artikel 8, derde lid BABW |
| Zonale toepassing: | niet toegestaan |
Toelichting
Bord E13 mag slechts worden geplaatst wanneer de betreffende parkeergelegenheid is voorzien van een verharding, een parkeervakindeling en openbare verlichting. Bord E13 kan tevens als verwijzingsbord worden toegepast door het aanbrengen van een pijl op het bord.
Onderborden
Nadere uitleg
Afstandsaanduiding: dit onderbord geeft aan op welke afstand het P&R-terrein zich bevindt.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Dit onderbord geeft aan voor welke voertuigcategorie of groep voertuigen de parkeergelegenheid is bestemd. Deze toepassing is aan de orde wanneer het van belang is andere dan de aangegeven voertuigen te weren, en daarop te kunnen handhaven.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Met de aanstaande wijziging van artikel 24 van het RVV 1990 wordt voor een als zodanig met borden aangeduide parkeergelegenheid die is voorzien van parkeervakken, het parkeren in die vakken verplicht gesteld. De tekst ‘uitsluitend in de vakken’ op of onder het bord dat een parkeergelegenheid aanduidt, is daarmee overbodig geworden.
Dagen en/of uren waarop het parkeren is verboden
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Plaatsing
Bord E13 mag evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Bord P01: ‘Betaald parkeren’: Parkeergelegenheid uitsluitend tegen betaling
| Verkeersbesluit: | geen verkeersbesluit nodig; wel een besluit op grond van een gemeentelijke verordening |
| Strafbaarstelling: | op basis van een gemeentelijke parkeerverordening en verordening parkeerbelasting, waarin de regels voor het betaald parkeren zijn opgenomen. Dit zelfde geldt voor onderborden die een gebod of verbod inhouden; toepassing hiervan moet gebaseerd zijn op de gemeentelijke parkeerverordening |
| Zonale toepassing: | toegestaan |
Toelichting
Plaatsen voor betaald parkeren worden aangewezen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken uitvoeringsbesluit.
Onderborden
De onderborden waaruit geboden of verboden voor de weggebruiker voortvloeien, alsmede de handhaving daarvan, moeten gebaseerd zijn op de gemeentelijke parkeerverordening en/of parkeerbelastingverordening.
Nadere uitleg
Aanduiding weggedeelte: het weggedeelte waar voor het parkeren moet worden betaald, wordt aangegeven met een of meer horizontale pijlen. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Waarschuwingsbord: met dit onderbord wordt aangegeven dat het gebruik van de wielklem, of wielklem en wegsleepregeling, van kracht is.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen. Volstaan kan worden met het aangeven van de betaaltijden op de parkeerautomaat.
Niet aanbevolen. Volstaan kan worden met het aangeven van de betaaltijden op de parkeerautomaat.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Wijze waarop er geparkeerd moet worden
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Aanbevolen wordt om de toepassing van een onderbord met het opschrift ‘alleen in de vakken’ achterwege te laten; daarmee kan namelijk de suggestie worden gewekt dat er buiten de vakken niet voor het parkeren hoeft te worden betaald. Om het parkeren in de vakken te bevorderen, wordt aanbevolen het bord ‘betaald parkeren’ te combineren met bord E01, al dan niet zonaal.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen en/of uren niet mag worden geparkeerd.
Bord BW111: Zone betaald parkeren
Bord BW111: Einde zone betaald parkeren
Bord BW111: Einde zone betaald parkeren
| Verkeersbesluit: | geen verkeersbesluit nodig; wel een besluit op grond van een gemeentelijke verordening |
| Strafbaarstelling: | op basis van een gemeentelijke parkeerverordening en parkeerbelastingverordening, waarin de regels voor het betaald parkeren zijn opgenomen. Dit zelfde geldt voor onderborden die een gebod of verbod inhouden; toepassing hiervan moet gebaseerd zijn op de gemeentelijke parkeerverordening |
| Zonale combinaties: | betaald parkeren en E01 |
Toelichting
Zonale toepassing van het bord ‘betaald parkeren’ geeft aan dat er binnen de zone voor het parkeren moet worden betaald. In combinatie met de zonale toepassing van bord E01 betekent dit dat er uitsluitend op de voor parkeren bestemde weggedeelten mag worden geparkeerd, en dat hiervoor moet worden betaald.
Het verdient aanbeveling om ,ter ondersteuning van de bebording, op het wegdek de tekst ‘zone’ aan te brengen (gevat binnen twee horizontale strepen). De toepassing van markering is echter ook afhankelijk van de inrichting van en het gemeentelijk beleid voor de openbare ruimte.
Onderborden
Nadere uitleg
Waarschuwingsbord: met dit onderbord wordt aangegeven dat het gebruik van de wielklem, of wielklem en egsleepregeling, van kracht is.
Beperking van de werkingssfeer
Niet aanbevolen. Volstaan kan worden met het aangeven van de betaaltijden op de parkeerautomaat.
Niet aanbevolen. Volstaan kan worden met het aangeven van de betaaltijden op de parkeerautomaat.
Voertuigcategorie of groep voertuigen
Niet aanbevolen.
Niet aanbevolen.
Wijze van parkeren
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Aanbevolen wordt om deze toepassing achterwege te laten, omdat daarmee de suggestie kan worden gewekt dat er buiten de vakken niet voor het parkeren hoeft te worden betaald. Om het parkeren in de vakken te bevorderen, wordt aanbevolen de zone betaald parkeren te combineren met een parkeerverbodszone.
Dagen en/of uren waarop parkeren is verboden
Parkeerverbod: met dit onderbord wordt aangegeven dat er op bepaalde dagen en/of uren niet mag worden geparkeerd.
Plaatsing
Het verdient aanbeveling het bord aan de rechterzijde van de weg te plaatsen, en bij onduidelijke situaties tevens aan de linkerzijde van de weg. Het bord kan evenwijdig aan de weg worden geplaatst.
Herhalingsborden
Het verdient aanbeveling om binnen de zone herhalingsborden te plaatsen, indien de afmetingen van de zone of andere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Bord P02: Parkeerverbod grote voertuigen
Bord E201: Zone parkeerverbod grote voertuigen
Bord E201zb: Einde zone
Bord E201: Zone parkeerverbod grote voertuigen
Bord E201zb: Einde zone
| Verkeersbesluit: | geen verkeersbesluit nodig; wel een besluit op grond van een gemeentelijke verordening |
| Strafbaarstelling: | op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien daarin de regeling van parkeerexcessen is opgenomen |
| Zonale toepassing: | toegestaan |
Toelichting
Met deze borden kan worden verboden om grote of uitzichtbelemmerende voertuigen te parkeren. Het gaat daarbij om voertuigen die een grotere afmeting hebben dan genoemd in de APV.
De borden kunnen worden toegepast wanneer wegenverkeersrechtelijke instrumenten (bord E01 met een voertuigsymbool op een onderbord) geen uitkomst bieden. Dat is met name het geval wanneer men het parkeren van grote voertuigen in wijken, steden of dorpen wil tegengaan.
Onderborden
Nadere uitleg (bij bord P02, niet zonaal)
Aanduiding weggedeelte: het weggedeelte waar voor het parkeren moet worden betaald, wordt aangegeven met een of meer horizontale pijlen. Daarbij moet het betreffende weggedeelte fysiek duidelijk herkenbaar zijn.
Beperking van de werkingssfeer
Dagen en/of uren: dit onderbord geeft aan dat er uitsluitend gedurende de vermelde dagen en/of uren geen grote voertuigen mogen worden geparkeerd.