Vergunninghoudersparkeren

Plaatsing bord E09
Bij zonale toepassing wordt aanbevolen om de borden zo mogelijk aan beide zijden van de weg te plaatsen. Als er geen zone wordt toegepast, moet elk afzonderlijk weggedeelte van borden worden voorzien. De borden mogen evenwijdig aan de weg worden geplaatst.

Onderborden bij bord E09
De verschillende soorten onderborden die het RVV 1990 onderscheidt, kunnen ook bij bord E09 worden toegepast. Deze onderborden ontlenen daaraan echter geen rechtskracht. Als er onderborden worden toegepast, moet de strekking van deze onderborden in de gemeentelijke parkeerverordening zijn omschreven.

Onderborden bij bord E09 kunnen betrekking hebben op:

• een aanduiding van de werkingstijden van het vergunninghoudersparkeren (vergunninghouders zijn weliswaar reeds van deze tijden op de hoogte door de vergunningsvoorwaarden, niet-vergunninghouders echter niet);
• een aanduiding van het vergunningengebied;
• een aanduiding van de vergunningcategorie waarvoor de parkeerplaatsen zijn bestemd.

Aanduiding vergunningcategorie
Binnen het kader van RVV 1990/BABW is het mogelijk parkeerplaatsen te reserveren voor bepaalde voertuigcategorieën of groepen voertuigen die uiterlijk als zodanig herkenbaar zijn. Voor het reserveren van parkeergelegenheid voor een individueel voertuig of voor een groep voertuigen die uiterlijk niet als zodanig herkenbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van vergunningverlening op basis van een gemeentelijke verordening. Het gaat dan bijvoorbeeld om voertuigen van bewoners, bedrijven, artsen, consuls en deelauto-organisaties (autodate). Deze groepen belanghebbenden worden dan in de gemeentelijke parkeerverordening in vergunningcategorieën ondergebracht. De betreffende vergunningcategorie wordt vermeld op een onderbord bij bord E09; bijvoorbeeld ‘categorie 2’.

In principe kan in de gemeentelijke parkeerverordening ook een parkeerplaats voor één gebruiker worden gereserveerd. Verwacht mag worden dat dit slechts in uitzonderlijke situaties aan de orde is. In de meeste gevallen is in een vergunningengebied het gebruik goed te reguleren met behulp van vergunningcategorieën.

Parkeerverbod grote voertuigen (parkeerexces in het kader van de APV)
Wanneer de wegenverkeersrechtelijke instrumenten geen uitkomst bieden, kan een wegbeheerder het parkeren van grote voertuigen verbieden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Dit is aan de orde wanneer men in gebieden zoals binnensteden het parkeren door grote voertuigen wil verbieden. Wanneer men dat zou doen op grond van de WVW 1994, zouden in het hele gebied bij parkeerterreinen en andere voor het parkeren bestemde weggedeelten borden E08 moeten worden geplaatst, voorzien van het personenautosymbool; bij de overige weggedeelten zouden borden E01, voorzien van een onderbord met vrachtwagensymbool, moeten worden aangebracht. Gezien de doelstelling van het RVV 1990 om de hoeveelheid borden te beperken, is dit niet wenselijk. Uit oogpunt van uniformiteit wordt het gebruik van de borden uit figuur 19 aanbevolen. Deze kunnen zowel voor afzonderlijke weggedeelten als voor zones worden toegepast.