Inleiding
Deze publicatie is gericht op het verder professionaliseren van het beroep van parkeercontroleur. De publicatie beschrijft de randvoorwaarden waaraan parkeercontrole-organisaties moeten voldoen bij het aansturen van de controleurs. De tekst geeft duidelijkheid over de rol, taken en taakuitvoering. Dat geeft houvast om een sterke positie van parkeercontrole te waarborgen. Deze richtlijn is als leidraad te gebruiken bij het opstellen van parkeerbeleid en bij het optimaliseren van parkeercontrole in de praktijk.
Definitie parkeercontroleur
In deze richtlijn is parkeercontroleur als volgt gedefinieerd: ‘Een functionaris die toezicht moet houden op gedragingen door overwegend stilstaand en soms rijdend verkeer in een gemeente’. Dit toezicht bestaat uit het controleren van de naleving en handhaven van regels uit met name de Parkeerverordening en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens RVV 1990. Bij bepaalde geconstateerde feiten, gedragingen of overtredingen is de parkeercontroleur bevoegd om een naheffingsaanslag op te leggen, een kennisgeving van beschikking uit te schrijven of proces-verbaal op te maken.
In deze richtlijn is parkeercontroleur als volgt gedefinieerd: ‘Een functionaris die toezicht moet houden op gedragingen door overwegend stilstaand en soms rijdend verkeer in een gemeente’. Dit toezicht bestaat uit het controleren van de naleving en handhaven van regels uit met name de Parkeerverordening en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens RVV 1990. Bij bepaalde geconstateerde feiten, gedragingen of overtredingen is de parkeercontroleur bevoegd om een naheffingsaanslag op te leggen, een kennisgeving van beschikking uit te schrijven of proces-verbaal op te maken.
Bevoegdheden
De parkeercontroleur is dus bevoegd om corrigerend en repressief op te treden bij fiscale overtredingen en zogenoemde Mulderfeiten. De controleur heeft strafrechtelijke bevoegdheden, omdat hij (of zij) beëdigd is als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Wanneer het bevoegde bestuursorgaan de parkeercontroleur heeft aangewezen als belastingheffingambtenaar, is deze bevoegd om naheffingsaanslagen op te leggen. Parkeercontroleurs die door het bevoegde bestuursorgaan zijn aangewezen als toezichthouder voor lokale regelgeving, mogen deze regelgeving publiekrechtelijk handhaven. In de praktijk voldoet een parkeercontroleur niet altijd aan alle elementen van de bovengenoemde definitie. Zo kan een gemeente-boa ook opsporingsbevoegdheden hebben op het gebied van verkeer en parkeren. Indien de tekst gaat over een parkeercontroleur die uitsluitend fiscaal mag optreden, is dat expliciet aangegeven. Hoewel er veel vrouwelijke parkeercontroleurs zijn, wordt in de tekst de hele groep meestal met de mannelijke vorm aangeduid.
De parkeercontroleur is dus bevoegd om corrigerend en repressief op te treden bij fiscale overtredingen en zogenoemde Mulderfeiten. De controleur heeft strafrechtelijke bevoegdheden, omdat hij (of zij) beëdigd is als buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Wanneer het bevoegde bestuursorgaan de parkeercontroleur heeft aangewezen als belastingheffingambtenaar, is deze bevoegd om naheffingsaanslagen op te leggen. Parkeercontroleurs die door het bevoegde bestuursorgaan zijn aangewezen als toezichthouder voor lokale regelgeving, mogen deze regelgeving publiekrechtelijk handhaven. In de praktijk voldoet een parkeercontroleur niet altijd aan alle elementen van de bovengenoemde definitie. Zo kan een gemeente-boa ook opsporingsbevoegdheden hebben op het gebied van verkeer en parkeren. Indien de tekst gaat over een parkeercontroleur die uitsluitend fiscaal mag optreden, is dat expliciet aangegeven. Hoewel er veel vrouwelijke parkeercontroleurs zijn, wordt in de tekst de hele groep meestal met de mannelijke vorm aangeduid.
Doelgroep
Deze richtlijn is opgesteld voor iedereen die bij parkeercontrole betrokken is als sturende of bepalende partij, opdrachtnemer of opdrachtgever:
Deze richtlijn is opgesteld voor iedereen die bij parkeercontrole betrokken is als sturende of bepalende partij, opdrachtnemer of opdrachtgever:
- gemeentebestuurders en -ambtenaren, dat wil zeggen zowel de makers van parkeerbeleid als de beleidsvoorbereiders en -uitvoerders;
- de politie;
- private organisaties, zoals bedrijven die parkeercontroleurs inzetten in gemeenten;
- de Ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Verkeer en Waterstaat.
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat in op:
Hoofdstuk 2 gaat in op:
- het wettelijk kader;
- gemeentelijke parkeerbeleid inclusief verordeningen en uitvoeringsbesluiten;
- parkeerhandhavingsbeleid;
- resultaten, normen en monitoring.
In hoofdstuk 3 wordt het volgende besproken:
- kwaliteitsnormen;
- een functiebeschrijving en functie-eisen;
- de opleiding;
- eigenschappen en vaardigheden.
Hoofdstuk 4 gaat over:
- de betrokken partijen: politie, justitie, gemeenten en particuliere organisaties;
- mogelijke organisatiestructuren voor parkeercontrole.
Hoofdstuk 5 behandelt:
- bevoegdheden van de parkeercontroleur;
- geweldsmiddelen;
- faciliteiten;
- communicatie.
Het overzicht op de volgende pagina geeft de verbanden tussen de hoofdstukken aan en laat zien welke onderwerpen erin aan bod komen. Tussen haakjes staan de nummers van de hoofdstukken.