Meerjarig onderhoud
In de terminologie van de UAV-GC 2005 bestaat het meerjarig onderhoud uit onderhoudswerkzaamheden die samenhangen met het realiseren van een werk (zie paragraaf 29 van de UAV-GC 2005 en de toelichting) [2]. De meerjarige onderhoudsperiode start na de feitelijke datum van oplevering van het werk.
Definitie meerjarig onderhoud
In paragraaf 1, sub e, van de UAV-GC 2005 wordt meerjarig onderhoud gedefinieerd als ‘het in de basisovereenkomst genoemde meerjarig onderhoud van het werk dat de opdrachtnemer op basis van de vraagspecificatie en de aanbieding door middel van onderhoudswerkzaamheden dient te realiseren’ [2].
Het werk kan een nieuwbouwproject of een reconstructie (of sloop) zijn. Bij een nieuwbouwproject kan het ontwerp worden geoptimaliseerd voor materiaalkeuze, constructieopbouw en onderhoudsstrategie. Bij reconstructies is optimaliseren lastiger en blijft de optimalisatie beperkt tot de voor het ontwerp gestelde randvoorwaarden. Een functieverandering van een bestaande situatie heeft dus zijn beperkingen: er blijven enkele mogelijkheden over om het ontwerp in ruimtebeslag, materialen en vorm te optimaliseren.
In de UAV-GC 2005 wordt ervan uitgegaan dat na de oplevering van het werk geen onderhoudstermijn meer geldt als aan het werk een meerjarige onderhoudsperiode is gekoppeld. Een onderhoudstermijn kan alleen van toepassing zijn als de opdracht zich beperkt tot ontwerpwerkzaamheden en uitvoeringswerkzaamheden. De opdrachtnemer moet gedurende de onderhoudstermijn ervoor zorgen dat gebreken – het niet voldoen aan de eisen uit het contract – worden hersteld, met uitzondering van gebreken waarvoor de opdrachtgever op grond van de overeenkomst verantwoordelijk of aansprakelijk is. Dit houdt in dat de eisen op het moment van oplevering van het werk binnen de onderhoudstermijn blijven gelden.
Gedurende een meerjarige onderhoudsperiode geldt een ander niveau van eisen: het interventieniveau. De eisen op dit niveau hanteert een beheerder zelf ook bij het bepalen van de onderhoudsbehoefte als onderhoud niet is uitbesteed aan de markt. Het interventieniveau geeft maat aan het moment waarop ingegrepen moet worden. Deze eisen hebben betrekking op falen van techniek en het niet langer voldoen aan functies. Denk aan een wegdek dat niet meer voldoet aan de minimale stroefheidseis en daardoor gevaarlijk is geworden.
De kenmerken van een werk met aansluitend meerjarig onderhoud zijn wezenlijk anders dan die bij meerjarig onderhoud van een bestaand netwerk. In het laatste geval is sprake van functionele instandhouding, het beheer van kapitaalgoederen. Er is geen aanleiding om veranderingen door te voeren. Het beheer en onderhoud is daardoor meer gericht op het blijvend voldoen aan de eisen tijdens de meerjarige onderhoudsperiode. De degeneratie van de wegverhardingen kan worden tegengegaan door meer ingrijpende onderhoudsmaatregelen te treffen. Dit heeft een positief effect op de levensduur van de weg en daarmee op het aantal keren dat onderhoud binnen de meerjarige onderhoudsperiode moet plaatsvinden. Dit laatste is positief voor de kostenbeheersing en voor de beschikbaarheid van de weg.