§ 11 Wettelijke voorschriften en beschikkingen
Voor de tekst van paragraaf 11 UAV-GC 2005 klik hier
Algemeen Deze paragraaf is voor een belangrijk deel gelijk aan de regeling in de UAV 2012. De leden 1 tot en met 3 zijn op dezelfde uitgangspunten gebaseerd als § 6 leden 11 tot en met 13 UAV 2012. | 1, 2, 3 |
Kostenvergoeding en of termijnsverlenging Ten opzichte van de tekst van § 6 leden 12 en 13 UAV 2012 zijn de leden 2 en 3 aangepast omdat voor de regeling van kostenvergoeding en/of termijnsverlenging wordt aangesloten bij de algemene regeling van § 44 lid 1 sub a. Daarom is vereist dat kosten en/of vertraging hun oorzaak vinden in een omstandigheid die niet aan de Opdrachtnemer kan worden toegerekend. | 2, 3 |
Rechterlijke of arbitrale uitspraken Anders dan § 6 lid 13 UAV 2012 regelt lid 3 van deze paragraaf dat uitspraken van de gewone rechter en arbitrale uitspraken, die worden gewezen na de dag waarop de Opdrachtnemer zijn Aanbieding heeft gedaan, uitdrukkelijk dezelfde status hebben als de wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege die na die dag in werking treden. | 3 |
Verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten De toepassing van het bepaalde in lid 3 in fine is afhankelijk van de wijze waarop artikel 10 MBO wordt ingevuld. | 3 |
Vrijwaringsplicht Opdrachtnemer Anders dan de UAV 2012 regelt lid 4 de vrijwaringsplicht van de Opdrachtnemer jegens de Opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade en betaling van boetes verband houdende met de niet naleving door de Opdrachtnemer van een uit deze paragraaf voortvloeiende verplichting. Daarbij is met name gedacht aan het voorbeeld waarin de Opdrachtgever door de overheid wordt aangesproken omdat de Opdrachtnemer verzuimt wettelijke zorgverplichtingen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu na te leven. Voor zover dit lid ziet op de verplichting van de Opdrachtnemer tot vrijwaring van de Opdrachtgever tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade, kan de Opdrachtnemer zich beroepen op de in § 28a, § 28b en § 29 voorziene beperkingen van zijn verplichting tot vrijwaring. Die mogelijkheid heeft de Opdrachtnemer dus niet voor de in dit lid bedoelde boetes. | 4 |