Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Toelichting bij Model Basisovereenkomst en UAV-GC 2025
Deze tekst is gepubliceerd op 25-11-24

§ 29 Meerjarig Onderhoud

Voor de tekst van paragraaf 29 UAV-GC 2005 klik hier

Algemeen
Zie voor een toelichting op de verplichting van de Opdrachtnemer tot het realiseren van het Meerjarig Onderhoud ook de toelichting op artikel 2 lid 2 MBO.
Toepasselijkheid bepalingen Hoofdstuk 12
De UAV-GC bieden een integrale regeling voor de realisatie van zowel het Werk als het Meerjarig Onderhoud van dat Werk. Partijen kunnen in artikel 2 lid 2 MBO overeenkomen dat de Opdrachtnemer Meerjarig Onderhoud zal realiseren. Dan zijn alle bepalingen in de Overeenkomst die betrekking hebben op het Meerjarig Onderhoud van toepassing. Het eerste lid van de onderhavige paragraaf voorziet in een regeling daarvoor. Indien de realisatie van het Meerjarig Onderhoud niet is overeengekomen, kan er een normale onderhoudstermijn overeen worden gekomen conform de regeling in de UAV 2012. Zie de toelichting op § 27 lid 1 en 2.
1
Hoofdverplichting Opdrachtnemer en aansprakelijkheid voor tekortkomingen
De hoofdverplichting van de Opdrachtnemer met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud blijkt uit § 4 lid 2, bezien in samenhang met lid 3: hij moet de Onderhoudswerkzaamheden zodanig verrichten dat het Meerjarig Onderhoud gedurende de Meerjarige Onderhoudsperiode voldoet aan de uit de Overeenkomst voortvloeiende eisen. De strekking van die verplichting is dat de Opdrachtnemer het gerealiseerde Werk gedurende de Meerjarige Onderhoudsperiode in stand houdt. Wat in dit verband precies van de Opdrachtnemer wordt verwacht, moet door de Opdrachtgever in eisen worden vastgelegd in de Vraagspecificatie die de basis vormt voor de Aanbieding van de Opdrachtnemer (zie artikel 2 lid 2 MBO).

De Opdrachtgever kan de hiervoor bedoelde verplichting van de Opdrachtnemer op verschillende manieren in de Vraagspecificatie uitwerken (zie ook artikel 5 MBO en de toelichting op die bepaling). Hij kan ervoor kiezen zelf te bepalen welke concrete Onderhoudswerkzaamheden de Opdrachtnemer gedurende de Meerjarige Onderhoudsperiode moet verrichten, in de hoop dat daarmee het door de Opdrachtgever beoogde resultaat wordt bereikt, namelijk: dat het gerealiseerde Werk gedurende de Meerjarige Onderhoudsperiode over bepaalde door hem gewenste kwalitatieve eigenschappen zal (blijven) beschikken. De Opdrachtgever kan er echter ook voor kiezen enkel die kwalitatieve eigenschappen als zodanig in eisen in de Vraagspecificatie vast te leggen en het verder aan de oplossingsvrijheid van de Opdrachtnemer over te laten hoe het met die eisen beoogde resultaat wordt bereikt. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de Opdrachtgever kiest voor een mix van de hiervoor geschetste mogelijkheden (zie opnieuw artikel 5 MBO en de toelichting op die bepaling).

De Opdrachtgever kan op dezelfde manier invloed uitoefenen op de aard, de omvang en de reikwijdte van de verplichtingen van de Opdrachtnemer met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud, zoals hij dat kan doen op de verplichtingen van de Opdrachtnemer met betrekking tot de realisatie van het Werk. Zie bijvoorbeeld de artikelen 6, 7, 9 en 12 MBO (publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen, informatie, verband met andere werken, acceptatieplan) en § 6 lid 2, § 14, § 16 lid 1 en § 21 UAV-GC (voorgeschreven Zelfstandige Hulppersonen, Wijzigingen, schorsing en de toetsing van Onderhoudswerkzaamheden).

Indien de Opdrachtnemer toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud en de schadelijke gevolgen daarvan zich tijdens de Meerjarige Onderhoudsperiode manifesteren, is hij voor die gevolgen aansprakelijk op grond van lid 2. In dat geval moet hij die tekortkoming onverwijld voor eigen rekening en risico herstellen op grond van lid 3. Op grond van artikel 7:759 lid 1 BW heeft hij in beginsel ook overigens het recht om dat zelf te doen. De gevolgen waarvoor de Opdrachtgever de aansprakelijke Opdrachtnemer kan aanspreken, zijn in lid 4 naar hun aard en omvang op dezelfde wijze beperkt als de gevolgen waarvoor de Opdrachtnemer kan worden aangesproken wanneer zich een gebrek in het Werk of schade tijdens de realisatie van het Werk (vóór de feitelijke datum van oplevering) manifesteert. Zie daarvoor § 28a lid 1. In het verlengde hiervan is in lid 5 ook de regel van § 28a lid 2 overgenomen. Zie de toelichting op deze bepalingen in hoofdstuk 11.

Indien de tekortkoming in de nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Meerjarig Onderhoud niet aan de Opdrachtnemer kan worden toegerekend en de Opdrachtgever die tekortkoming door de Opdrachtnemer wil laten herstellen, geldt het bepaalde in lid 7.
2, 3, 4, 5, 7
Aansprakelijkheid in geval van een gebrek in het Werk dat zijn oorsprong vindt in de realisatie van het Werk en dat zich manifesteert tijdens de Meerjarige Onderhoudsperiode
Tijdens de Meerjarige Onderhoudsperiode kan een gebrek in het Werk aan het licht komen dat zijn oorsprong vindt in de realisatie van het Werk. Dan moet worden bezien of de aansprakelijkheid van de Opdrachtnemer voor dat gebrek kan worden gevestigd. Dat hangt af van de optie die Partijen in artikel 13a MBO zijn overeengekomen. Wanneer aan de uit dat artikel blijkende voorwaarden van de overeengekomen optie is voldaan, kan de aansprakelijkheid van de Opdrachtnemer worden gevestigd. Dat betekent dat de aansprakelijke Opdrachtnemer het gebrek in het Werk dat zich tijdens de Meerjarige Onderhoudsperiode manifesteert voor eigen rekening en risico moet herstellen en de eventuele daaruit voortvloeiende schade moet vergoeden, met dien verstande dat hij de mogelijkheid behoudt een beroep te doen op de contractuele vervaltermijn van § 28a lid 1 en op de beperkingen naar de aard en de omvang van zijn verplichting tot schadevergoeding of vrijwaring als bedoeld in § 28b lid 2 en lid 3. Ook behoudt hij dan de mogelijkheid om de Opdrachtgever in vrijwaring op te roepen op grond van § 28b lid 4. Zie de toelichting op deze bepalingen in Hoofdstuk 11.

Wanneer het beroep van de Opdrachtnemer op § 28b lid 1, lid 2 of lid 3 slaagt, is de consequentie daarvan dat de Opdrachtgever tijdens de Meerjarige Onderhoudsperiode met een gebrek in het Werk en eventuele daaruit voortvloeiende schade wordt geconfronteerd waarvoor hij de Opdrachtnemer niet meer (volledig) kan aanspreken. Voor zover de Opdrachtgever het gebrek toch door de Opdrachtnemer wil laten herstellen, geldt dan overigens het bepaalde in lid 7. Voor zover hij eventuele schade aan het Werk door de Opdrachtnemer wil laten herstellen, geldt het bepaalde in § 41 lid 8.
6, 7