Hoofdstuk F. Overige geboden en verboden
Overzicht borden conform het RVV 1990.
RVV-nummer | Fabrieksnummer/ modelnummer | Afbeelding | Omschrijving |
F1 | F01 | Verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen | |
F2 | F02 | Einde verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen | |
F3 | F03 | Verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen | |
F4 | F04 | Einde verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen | |
F5 | F05 | Verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting | |
F6 | F06 | Bestuurders uit tegengestelde richting moeten verkeer dat van deze richting nadert voor laten gaan | |
F7 | F07 | Keerverbod | |
F8 | F08 | Einde voor alle door verkeersborden aangegeven verboden | |
F9 | F09 | Einde van alle op een elektronisch signaleringsbord aangegeven verboden | |
F10 | F10 | Stop. In het bord kan worden aangegeven door wie of waarom het bord wordt toegepast |
Ingevoerd per 1 juli 2017.
RVV-nummer | Fabrieksnummer/ modelnummer | Afbeelding | Omschrijving |
F11 | F11 | Verplicht gebruik passeerbaan of passeerstrook (rijbaan of -strook om ingehaald te kunnen worden), uitsluitend bestemd voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines | |
F12 | F12 | Einde verplicht gebruik passeerbaan of passeerstrook (rijbaan of -strook om ingehaald te kunnen worden), uitsluitend bestemd voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines | |
F13 | F13 | Rijbaan of-strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen | |
F14 | F14 | Einde busbaan of - strook | |
F15 | F15 | Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van trams | |
F16 | F16 | Einde trambaan of -strook | |
F17 | F17 | Rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen en trams | |
F18 | F18 | Einde bus- en trambaan of -strook | |
F19 | F19 | Verplichte rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s en lijnbussen | |
F20 | F20 | Einde verplichte rijbaan of -strook voor vrachtauto’s en lijnbussen | |
F21 | F21 | Verplichte rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s | |
F22 | F22 | Einde verplichte rijbaan of -strook voor vrachtauto’s |
Bord F1: verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F1
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Plaatsing
- De plaatsing van dit bord geschiedt op enige afstand voor het punt of weggedeelte waar het inhalen gevaarlijk of hinderlijk is.
- Bij rijbaanbreedte van meer dan 5 meter, wordt het bord tevens aan de linkerzijde van de rijbaan geplaatst.
2. Toepassing bord F1
Het bord F1 wordt niet geplaatst indien het inhalen verboden is op grond van een verkeersteken op het wegdek (bijvoorbeeld doorgetrokken asstreep of asstrepen) of als het inhaalverbod uit een andere gedragsregel (bijvoorbeeld inhaalverbod vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats) voortvloeit. Het aanbrengen van doorgetrokken asstrepen verdient de voorkeur boven het plaatsen van het bord F1.
Op gebiedsontsluitingswegen is de rijrichtingscheiding een belangrijk (onderscheidend) basiskenmerk (zie ook CROW-publicatie 315 ‘Basiskenmerken wegontwerp’). Deze vorm van scheiding tussen tegemoetkomende rijrichtingen is om vier redenen van belang:
- ruimte voor (kleine) koerscorrecties
- voorkomen/beperken van frontale ongevallen
- voorkomen/beperken van inhaalmanoeuvres
- herkenbaarheid wegcategorie als zodanig
De rijrichtingscheiding voor enkelbaans gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom (80 km/h) bestaat in beginsel uit twee doorgetrokken strepen met een breedte van elk 0,15 meter en een tussenruimte van 0,80 meter voor een standaarddwarsprofiel. In CROW-publicatie 330 ‘Handboek wegontwerp 2013 – Gebiedsontsluitingswegen’ zijn gedetailleerde dwarsprofielen opgenomen.
Meer informatie over de doorgetrokken streep is opgenomen onder markering bij doorgetrokken streep.
[ link ]
[ link ]
3. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van bord F1, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.13 ‘F Overige geboden en verboden (1)’.
Bij de toepassing van een enkele doorgetrokken streep als asmarkering op tweestrookswegen ontstaat een inhaalverbod, wat duidelijker is dan de toepassing van bord F1 of F3. Voor meer informatie, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.20 ‘Doorgetrokken streep – enkel’. Ook staat hier meer informatie over in CROW-publicatie 263 ‘Tweestrooksweg met inhaalstroken’, paragraaf 4.4.2 ‘Rijstrook’.
Een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom waar een inhaalverbod geldt (bord F1) is geschikt om LZV’s op toe te laten. Voor meer informatie zie CROW-publicatie 320 ‘LZV’s op het onderliggend wegennet 2013’, paragraaf 6.2 ‘Stappenplan’.
Bord F2: einde verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F2
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Plaatsing
- De plaatsing van dit bord geschiedt op enige afstand voor het punt of weggedeelte waar het inhalen gevaarlijk of hinderlijk is.
- Dit bord wordt niet geplaatst indien de beëindiging van het inhaalverbod samenvalt met een geplaatst bord B6 of B7.
2. Toepassing bord F2
Volgens de Uitvoeringsvoorschriften BABW wordt bord F2 niet geplaatst indien de beëindiging van het inhaalverbod samen valt met een geplaatst bord B6 of bord B7. Plaatsing van bord F2 blijft ook achterwege indien bord F8 wordt geplaatst (einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden).
3. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van bord F2, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.13 ‘F Overige geboden en verboden (1)’.
De toepassing van bord F8 maakt de plaatsing van het bord F2 overbodig. Zie hiervoor CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’ en CROW-publicatie 265 ‘Verkeersmaatregelen bij evenementen’, paragraaf 4.4 ‘Wegafzetting en fysieke afbakening evenemententerrein’.
Bord F3: verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F3
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Plaatsing
- De plaatsing van dit bord geschiedt op enige afstand voor het punt of weggedeelte waar het inhalen gevaarlijk of hinderlijk is.
- Bij rijbaanbreedte van meer dan 5 meter, wordt het bord tevens aan de linkerzijde van de rijbaan geplaatst.
2. Toepassing bord F3
Zie ook de toepassingsmogelijkheden van bord F1.
Bord F3 wordt toegepast op smalle rijbaansecties waar het inhalen door personenauto’s nog wel kan worden toegestaan.
Op autosnelwegen wordt bord F3 niet toegepast om brede voertuigen op de linkerrijstrook te weren. In deze situaties wordt bord L11 (verkeersbord geldt alleen voor de aangegeven rijstrook/rijstroken) geplaatst met daarop een afbeelding van bord C18 (gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord is aangegeven). Op een autosnelweg is het bestuurders van een samenstel van voertuigen met een totale lengte van meer dan 7 meter en van een vrachtauto verboden op een rijbaan met drie of meer rijstroken enig andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken te gebruiken. Het verbod geldt niet voor het geval zij moeten voorsorteren, conform artikel 43 van het RVV 1990.
3. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van bord F3, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.13 ‘F Overige geboden en verboden (1)’.
Bij de toepassing van een enkele doorgetrokken streep als asmarkering op tweestrookswegen ontstaat een inhaalverbod, wat duidelijker is dan de toepassing van bord F1 of F3. Voor meer informatie, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.20 ‘Doorgetrokken streep – enkel’.
Bord F4: einde verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F4
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Plaatsing
- De plaatsing van dit bord geschiedt op enige afstand voor het punt of weggedeelte waar het inhalen gevaarlijk of hinderlijk is.
- Dit bord wordt niet geplaatst indien de beëindiging van het inhaalverbod samenvalt met een geplaatst bord B6 of B7.
2. Toepassing bord F4
Volgens de uitvoeringsvoorschriften BABW wordt bord F4 niet geplaatst indien de beëindiging van het inhaalverbod samen valt met een geplaatst bord B6 of bord B7. Plaatsing van bord F4 blijft ook achterwege indien bord F8 wordt geplaatst (einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden).
3. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van bord F4, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.13 ‘F Overige geboden en verboden (1)’.
De toepassing van bord F8 maakt de plaatsing van het bord F4 overbodig. Zie hiervoor CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’ en CROW-publicatie 265 ‘Verkeersmaatregelen bij evenementen’, paragraaf 4.4 ‘Wegafzetting en fysieke afbakening evenemententerrein’.
Borden F5: verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting en F6: bestuurders uit tegengestelde richting moeten verkeer dat van deze richting nadert voor laten gaan
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F5 en F6
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Vooraanduidingen F5 en F6
1) Bord F5 wordt niet als voorwaarschuwing gebruikt. Als vooraanduiding kunnen de borden J17, J18 of J19 worden gebruikt.
1) Bord F6 wordt niet als voorwaarschuwing gebruikt. Als vooraanduiding kunnen de borden J17, J18 of J19 worden gebruikt.
2. Toepassing bord F5 en F6
De borden F5 en F6 worden niet toegepast indien de passeerregeling ter plaatse voor de bestuurder duidelijk is en indien in de praktijk geen problemen zijn te verwachten.
De borden F5 en F6 dienen in ieder geval niet te worden toegepast bij snelheidsverlagende voorzieningen in 30 km/h-zones (wegversmallingen) (zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 11.2.29 ‘Tweezijdige versmalling tot een rijstrook – met fietsvoorziening’) en op erftoegangswegen.
Bord F6 tonen aan de verkeersstroom die het minst gestoord wordt en/of met de kleinste opstelruimte en/of het slechtste zicht heeft.
3. Meer informatie
Voor meer informatie over de toepassing, uitvoering, plaatsing, maatvoering en combinatiemogelijkheden van de borden F5 en F6, zie CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.14 ‘F Overige geboden en verboden (2)’.
Ook wordt bord F5 toegepast bij de uitvoering van een Mini-ahob. Meer informatie is hierover te vinden in CROW-publicatie 168 ‘Verbeteren veiligheid op en nabij AHOB-overwegen’, paragraaf 6.3.2 ‘Uitvoering’.
Bord F7: keerverbod
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F7
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Plaatsing
- Dit bord wordt aan de linkerzijde van de rijbaan geplaatst.
2. Toepassing bord F7
Wanneer een rijbaan nabij een kruispunt wordt verdeeld in voorsorteerstroken of opstelvakken met daarin pijlen op het wegdek, dan mag het verkeer op het kruispunt conform artikel 78 van het RVV 1990 geen andere richting volgen dan die, welke door de pijlen wordt aangegeven. Plaatsing van bord F7 (of de borden D4, D5, D6 en D7) is daarom overbodig.
Verder kan vermeld worden dat het bevoegd gezag op grond van artikel 87 van het RVV 1990 met betrekking tot bord F7 een ontheffing kan verlenen aan bepaalde weggebruikers. Deze informatie is ook te vinden in CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’ en CROW-publicatie 264 ‘Handboek verkeerswetgeving’, paragraaf 6.4.2 ‘Verkeersregels en verkeerstekens’.
Bord F8: einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F8
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Geen uitvoeringsvoorschriften
2. Toepassing bord F8
Indien bord F8 wordt gebruikt, dan is het plaatsen van de borden A2, F2, F4 en F9 overbodig. Hiernaast is F8 alleen toe te passen ter aanduiding van het einde van tijdelijk ingestelde verboden. Deze informatie is ook te vinden in CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’. Meer informatie over de plaatsing van bord F8 ter aanduiding van het einde van verkeersmaatregelen van evenementen is te vinden in CROW-publicatie 265 ‘Verkeersmaatregelen bij evenementen’, paragraaf 4.4 ‘Wegafzetting en fysieke afbakening evenementen’.
3. Meer informatie
Bord F8 wordt ook geplaatst in het geval van selectieve toegang. Omdat er sprake is van een specifieke ‘poortconstructie’ moet direct na de selectieve toegang het bord F8 ‘einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden’ worden geplaatst. Deze informatie is te vinden in CROW-publicatie 268 ‘Selectieve toegang en doseren’, paragraaf 3.4.3 ‘Poort’.
Bord F9: einde van alle op een elektronisch signaleringsbord aangegeven verboden
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | n.v.t. |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Bord F9 wordt weergegeven in verschijningsuitvoering, maar hoeft niet te voldoen aan de norm NEN-EN 12966:2013 ‘Verticale verkeerstekens - Variabele verkeersborden’.
Als een bord op een elektronisch signaleringsbord wordt weergegeven, kan het symbool in wit op een zwart veld worden uitgevoerd in plaats van in zwart op een wit veld.
2. Toepassing bord F9
Bord F9 wordt alleen toegepast ter aanduiding van het einde van tijdelijk ingestelde verboden. Aangezien F8 geen afzonderlijke uitvoeringsvoorschriften kent, wordt aanbevolen om de uitvoeringsvoorschriften van A3 toe te passen. Deze informatie is te vinden in CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’.
Bord F10: stop, in het bord kan worden aangegeven door wie of waarom het bord wordt toegepast
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F10
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Uitvoering
- In het bord wordt zo mogelijk aangegeven door wie of waarom het bord wordt toegepast.
- Buiten de bebouwde kom wordt een voorwaarschuwing geplaatst.
2. Toepassing bord F10
Bord F10 wordt onder andere als afbeelding op het ‘spiegelei’ van verkeersbrigadiers toegepast (op schoolroutes). In artikel 82 van het RVV 1990 en de ‘Regeling verkeersregelaars 2009’ is hierover meer opgenomen. Ook is meer informatie te vinden in CROW-publicatie 723 ‘ASVV 2012’, paragraaf 16.1.15 ‘F Overige geboden en verboden (3)’.
Een verkeersbrigadiers regelt het verkeer op een vaste plaats, zoals bij een school. Een verkeersregelaar kan op meerdere plaatsen worden ingezet. Bijvoorbeeld bij evenementen, bij het begeleiden van lange, hoge en brede transporten en bij tijdelijke verkeersmaatregelen.
Bord F11: verplicht gebruik passeerstrook of passeerbaan
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F11
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
Het bord wordt uitsluitend toegepast aan het begin van een passeerstrook of passeerbaan.
Plaatsing
Het bord wordt aan de rechterkant, haaks op de as van de passeerstrook of passeerbaan, aan het begin van deze strook of baan geplaatst.
Het bord wordt aan de rechterkant, haaks op de as van de passeerstrook of passeerbaan, aan het begin van deze strook of baan geplaatst.
Uitvoering
Het bord wordt uitgevoerd in minimaal type I.
Het bord wordt uitgevoerd in minimaal type I.
Bord F12: einde verplicht gebruik passeerstrook of passeerbaan
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F12
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
Het bord wordt uitsluitend toegepast aan het einde van de passeerstrook of passeerbaan.
Borden F13, F15 en F17: rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen, respectievelijk trams of lijnbussen en trams
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F13, F15 en F17
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
De borden worden uitsluitend toegepast aan het begin van een – niet verplicht te gebruiken – lijnbusbaan of trambaan, of lijnbus- en trambaan of -strook. Toepassing van deze borden verdient in beginsel de voorkeur boven borden van hoofdstuk C bij een besluit om een specifieke rijbaan of -strook voor een of meer van deze categorieën voertuigen in te stellen.
Plaatsing
De borden worden aan de rechterkant, haaks op de as van de busbaan, of de trambaan, of de bus- en trambaan, aan het begin van deze baan geplaatst.
De borden worden aan de rechterkant, haaks op de as van de busbaan, of de trambaan, of de bus- en trambaan, aan het begin van deze baan geplaatst.
Uitvoering
Deze borden worden uitgevoerd in minimaal type I.
Deze borden worden uitgevoerd in minimaal type I.
Borden F14, F16 en F18: einde rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van lijnbussen, respectievelijk trams of lijnbussen en trams
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F14, F16 en F18
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
De borden worden uitsluitend toegepast in die situaties waarin het niet duidelijk is, dat de lijnbusbaan of trambaan of lijnbus- en trambaan of -strook overgaat in een baan of strook waarvoor een ander regiem geldt.
Borden F19 en F21: rijbaan of -strook uitsluitend ten behoeve van vrachtauto’s en lijnbussen, respectievelijk vrachtauto’s
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F19 en F20
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
De borden worden uitsluitend toegepast aan het begin van een – niet verplicht te gebruiken – rijbaan of -strook voor vrachtauto’s en lijnbussen, of voor vrachtauto’s. Toepassing van deze borden verdient in beginsel de voorkeur boven borden van hoofdstuk C bij een besluit om een specifieke rijbaan of -strook voor een of meer van deze categorieën voertuigen in te stellen.
Plaatsing
Deze borden worden aan de rechterkant, haaks op de as van de rijbaan voor vrachtauto’s en lijnbussen of voor vrachtauto’s, aan het begin van deze rijbaan geplaatst. Ten behoeve van doelgroepstroken mogen deze borden boven de rijbaan of -strook worden geplaatst conform bord L12.
Deze borden worden aan de rechterkant, haaks op de as van de rijbaan voor vrachtauto’s en lijnbussen of voor vrachtauto’s, aan het begin van deze rijbaan geplaatst. Ten behoeve van doelgroepstroken mogen deze borden boven de rijbaan of -strook worden geplaatst conform bord L12.
Uitvoering
Deze borden worden uitgevoerd in minimaal type I.
Deze borden worden uitgevoerd in minimaal type I.
Borden F20 en F22: einde rijbaan of -strook voor vrachtauto’s en lijnbussen, respectievelijk vrachtauto’s
- Uitvoeringsvoorschriften BABW
- Toepassing bord F20 en F22
- Meer informatie
Verkeersbesluit | Verplicht |
Zonaal toepasbaar | Nee |
Retroreflectie | Minimaal klasse I volgens Uitvoeringsvoorschriften BABW Aanbevolen minimaal klasse II |
1. Uitvoeringsvoorschriften BABW
Toepassing
De borden worden uitsluitend toegepast in die situaties waarin het niet duidelijk is, dat de rijbaan of -strook voor vrachtauto’s en lijnbussen of die voor vrachtauto’s overgaat in een baan of strook welke openstaat voor andere bestuurders.