Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Basiskenmerken wegontwerp - Categorisering en inrichting van wegen
Deze tekst is gepubliceerd op 05-09-12

Veilige snelheid en geloofwaardige snelheidslimieten en inrichting

Op twee momenten wordt vanuit de functionele indeling overgegaan naar de component ‘veilige snelheid en geloofwaardige snelheidslimiet en inrichting’ (zie figuur 6):
Figuur 6. Invulling component ‘Veilige snelheid en geloofwaardige snelheidslimiet en inrichting’
  • Het eerste moment is als in stap 4 blijkt dat de basiskenmerken van de wegcategorie niet in de fysieke beschikbare ruimte passen of als de omgeving een dermate grote invloed heeft op het veilig functioneren dat maatregelen gewenst zijn. In beide gevallen kan sprake zijn van verkeersveiligheidsrisico’s die gecompenseerd moeten worden. Stap 5 moet dan tussentijds voor een weggedeelte worden doorlopen.
  • Na toets-1 wordt in toets-2 nagegaan of een veilige snelheid en geloofwaardige snelheidslimiet aanwezig zijn. Dit wordt gedaan aan de hand van ‘veilige snelheden en geloofwaardige snelheidslimieten’ (VSGS) [1]. Als hiervan geen sprake is, is het nodig om stap 5 voor het weggedeelte te doorlopen.
In beide gevallen moet per wegvak worden nagegaan welke compenserende maatregelen er nodig zijn zodat het wegvak een herkenbare wegcategorie heeft en het veilig functioneert. Doel is dat alle weggebruikers zich veilig kunnen voortbewegen en ze herkennen welk gedrag er wordt verwacht. De weginrichting moet dus naast een veilige ook een geloofwaardige limiet hebben.
Stap 5 Selecteren en toepassen compenserende maatregelen
Stap 5 moet alleen voor wegen in het wegennet worden uitgevoerd waar knelpunten zijn ten aanzien van de inpassing van het beoogde dwarsprofiel, of als er geen veilige of geloofwaardige snelheidslimiet kan worden ingesteld.
Het selecteren van welke compenserende maatregel het beste kan worden toegepast, is maatwerk en per situatie afhankelijk. Vanuit VSGS is wel een volgorde in de maatregelen aangegeven. Er is helaas nog geen inzicht in welke maatregel het beste werkt.
De mogelijke VSGS-maatregelen zijn (volgorde zoals in [1]):
  1. De omgeving en/of weg aanpassen zodat de weg op een veilige en/of geloofwaardige wijze past bij de geldende limiet:
    a Realiseren fysieke snelheidsremmers op wegvakken.
    b Parkeren langs de rijbaan opheffen.
    c Aanleggen parallelvoorzieningen en (brom)fietspaden.
    d Aanleggen duurzaam veilige fysieke rijbaanscheiding.
    e Aanleggen van veilige bermen.
    f Wegbreedte aanpassen en redresseerstroken en pechvoorzieningen aanleggen.
    g Kruispuntmaatregelen (realiseren rotondes, LaRGaS, Natuurlijk Sturen of kruispuntplateaus).
  2. De limiet aanpassen aan de veilige en/of de geloofwaardige limiet: de limiet verhogen zodat deze geloofwaardiger wordt of de limiet verlagen ten behoeve van de verkeersveiligheid.
  3. Handhaving initiëren, intensiveren of van een effectievere methode van handhaving gebruikmaken. Tevens voorlichting daarover geven.
Voorkomen moet wel worden dat op een traject te veel (compenserende) maatregelen worden toegepast waardoor de trajectsnelheid dusdanig daalt dat de route onaantrekkelijk wordt, minder verkeer trekt en mogelijk weerstand vanuit weggebruikers oproept. De consequentie kan zijn dat het verkeer een andere, minder gewenste route kiest. Onbeperkt (compenserende) maatregelen toepassen kan leiden tot een geringer draagvlak.
Stap 5 samengevat
Locatiespecifiek moet voor de wegen met een beperkte fysieke ruimte (uit stap 4) worden nagegaan welke maatregelen toepasbaar zijn om de weg, ondanks de beperkte ruimte, toch herkenbaar in te richten en veilig te laten functioneren. Dit is maatwerk per locatie/wegvak.

Toets-2 Checken inrichting op VSGS
Toets-2 moet voor het gehele wegennet worden uitgevoerd om een duurzaam veilige wegcategorisering te verkrijgen. Ga na of op wegvakken een veilige snelheid(slimiet) aanwezig is door de feitelijke ongevallen die op het wegennet plaatsvinden in beeld te brengen. Ga vervolgens voor de bestaande wegen na of de snelheidslimiet geloofwaardig is aan de hand van de feitelijk gereden snelheden (V85). Op basis van de indicatoren voor de veilige snel­heid en de geloofwaardige snelheidslimiet kunnen wegbeheerders de knelpuntlocaties selecteren en prioriteren waar de wegcategorisering nog niet afdoende is gerealiseerd omdat daar nog ongevallen en/of snelheidsoverschrijdingen plaatsvinden.
Als per wegcategorie, per weggedeelte niet kan worden voldaan aan de basiskenmerken, dan moeten aanvullend maatregelen worden getroffen om het gehele beeld van de wegkenmerken in combinatie met de omgevings­kenmerken te laten kloppen. De maatregelen moeten de veiligheidsrisico’s beperken of in het uiterste geval beheersen.
Mogelijke maatregelen staan in het overzicht bij stap 5. Ga eventueel terug naar stap 5 of via stap 5 naar stap 3. Nieuwe wegen moeten direct zo worden ontworpen dat ze voldoen aan VSGS.
Toets-2 samengevat
Ga na of op wegvakken een veilige snelheid(slimiet) aanwezig is. Ga vervolgens na of de snelheidslimiet geloofwaardig is. Check het wegennet aan de hand van de twee componenten en tref maatregelen als de snelheidslimiet niet een veilige snelheid of geloofwaardige snelheidslimiet is.