Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek verkeersmanagement 2022
Deze tekst is gepubliceerd op 21-03-23

8.5.2 Multimodale afweging en afstemming

Gegeven de fysieke, ontvlochten netwerken, zien we voor ‘multimodaal’ meerdere invalshoeken:
  1. Unimodale netwerken onderling in balans
  2. Multimodale ketens
  3. Afstemming waar meerdere modaliteiten de totaal beschikbare capaciteit moeten delen.
Ad 1:
Meer voor het niveau van de netwerkvisie, maar hier aangestipt: bekijk hoe de kwaliteiten van de verschillende netwerken ten opzichte van elkaar liggen. Voorbeeld: faciliteer het fietsen in voldoende mate voor de afstanden die in principe goed te fietsen zijn als aantrekkelijk alternatief voor de auto en als noodzaak wanneer een busverbinding niet haalbaar is.
Ad 2:
  • In de klassieke ‘ov-keten’ de kwaliteit van voor- en natransport betrekken. Je neemt niet de trein als je niet fatsoenlijk bij het station kunt komen (doorfietsen en je fiets snel, veilig en droog kunt achterlaten).
  • Buschauffeur: even geduld voor overstappers, zolang dienstregeling het toelaat.
  • Combi van fietsinfo en ov-dienstregeling.
Ad 3:
  • Busprioriteit bij VRI’s, is een bekende maatregel die in het iVRI-algoritme ingebouwd kan worden
  • Fiets-/voetgangersprioriteit bij VRI’s: idem
  • Voor de monitoring en regeldoelen: generaliseer de verkeersprestatie, bijvoorbeeld door te kijken naar het aantal personen dat per uur een doorsnede passeert: busbezetting, fietsers, autoreizigers bij elkaar: met welke mix van vervoermiddelen en bijpassende indeling van het wegprofiel haal je de grootste prestatie?
Algemeen:
  • Kijk integraal, dat wil zeggen in samenhang met de gebiedsgerichte uitwerking van beleid naar regelstrategie/netwerkvisie (zie in dit handboek de onderdelen over ‘netwerkvisie’, onder andere Multimodaal netwerkkader)
  • Bezie de situatie, per modaliteit en/of bundel van modaliteiten, op trajectniveau of corridorniveau. Dat kan betekenen dat op kruispuntniveau soms een specifieke modaliteit wat minder bevoordeeld hoeft te worden dan lokaal mogelijk is of wenselijk lijkt, omdat het op de rest van het traject wel ingehaald kan worden. Het kan ook betekenen dat er liever wat meer gedaan wordt, om extra drukte en vertraging op de rest van het traject te kunnen opvangen (‘krediet opbouwen’).