Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handboek verkeersmanagement 2022
Deze tekst is gepubliceerd op 01-09-22

9.2.1 Weggebonden systemen

Weggebonden systemen meten het verkeer op een punt langs de weg. De kracht is dat ze alle voertuigen detecteren. De handicap is dat het steeds maar op één punt is, zonder dat een relatie gelegd wordt tussen opeenvolgende punten langs de weg.
De weggebonden systemen maken gebruik van de volgende technieken:
  • Lusdetectie op basis van magnetische inductie (met lussen die in het wegdek ingeslepen zijn) voor het detecteren van voertuigpassages en (met lussenparen, zoals in de afbeelding) snelheden, richting en voertuiglengte (-categorie)
  • Radardetectie, voor passages en (op basis van het Dopplereffect) snelheden, richting en voertuiglengte (-categorie)
  • Infrarooddetectie, idem
  • Laserdetectie, idem
  • Kentekenherkenning, voor het meten van actuele reistijden, of in feite de ‘zojuist geschiedenis geworden’ reistijden (gerealiseerde reistijd).
  • Cameradetectie (b.v. met virtuele lusdetectie nagebootst in de beeldverwerking)
Met camerabeelden kan met steeds slimmere beeldverwerkingssoftware (dus wel afhankelijk van de gebruikte software en/of leverancier) steeds meer automatisch geregistreerd worden. Voor voertuigen zijn dat in ieder geval de standaardindicatoren snelheid, richting en voertuigcategorie. Ook kunnen voertuigen “gevolgd” worden door het camerabeeld, om bijvoorbeeld kruispuntstromen, wachttijden, et cetera te meten. Ook zijn er toepassingen om van stromen fietsers en voetgangers indicatoren te bepalen. Voor verkeersmanagementdoeleinden is het niet nodig dat naar personen herleidbare informatie (herkenbare beelden) vastgelegd worden; i.v.m. de AVG moet dat ook niet ’per ongeluk’ gebeuren, wat dus eisen oplegt aan de software.
[ link ]

Afbeelding XX Een lussenconfiguratie voor het meten van intensiteit en snelheid (foto: Gerard van Dijck

Vaak zijn dergelijke technieken onderdeel van de verkeersregelinstallatie. De specifieke gegevens die voor de VRI-toepassing gebruikt worden, zijn niet altijd even bruikbaar voor het interpreteren van de verkeerssituatie op het niveau van verkeersmanagement. Ze worden specifiek voor de verkeersregeling ingewonnen en vaak wil je ook meer weten dan (bij wijze van spreken) het specifieke gedrag rond de stopstreep.
Elk van de technieken heeft specifieke voor- en nadelen. Het voorgaande handboek gaat uitgebreider in op de details. Het meest gangbaar is nog steeds de lusdetectie.
Communicatie van de deelcomponenten met hun wegkantsysteem dan wel met de passerende auto’s kan geschieden via DSRC, WiFi, Bluetooth et cetera.
Communicatie van de systemen met de rest van de wereld geschiedt via vaste netwerken (koper, glasvezel) en in toenemende mate via mobiele verbindingen, en verder via internet. Een mate van redundantie is bevorderlijk voor de continuïteit/robuustheid van de dataleverantie.
Een aparte categorietechniek of combinaties betreft handhaving: roodlichtdetectie en - camera’s en weegsystemen als Weigh-in-Motion (plus camera’s, om zware vrachtauto’s die een aslastbeperking overtreden, te kunnen verbaliseren).