Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handleiding onderhoud verkeersregelinstallaties
Deze tekst is gepubliceerd op 02-08-16

NEN-normen

De belangrijkste NEN-normen die op het onderhoud van verkeersregelinstallaties van toepassing zijn, staan hieronder opgesomd:
  • NEN 1010: elektrische installaties voor laagspanning
    De NEN 1010 bevat afspraken over de minimumveiligheidseisen waaraan laagspanningsinstallaties in woningen, gebouwen en infrastructuur moeten voldoen. In de norm staat beschreven welke metingen en beproevingen moeten worden uitgevoerd om de veilige situatie te borgen, de meest relevante zijn:
      - het ononderbroken zijn van geleiders;
      -isolatieweerstand van de elektrische installaties;
      - automatische uitschakeling van de voeding;
      -aanvullende bescherming;
      -spanningsverlies;

  • NEN 3140: bedrijfsvoering van elektrische installaties – laagspanning
    De NEN 3140 voorziet in de bepalingen voor het voldoen aan de Nederlandse wet die stelt dat elektrische installaties en apparaten veilig moeten zijn en dat werkzaamheden met of aan deze installaties veilig moeten worden uitgevoerd. De norm is specifiek gericht op elektrotechnische laagspanningsinstallaties in woningen, gebouwen en infrastructuur tot een nominale spanning van 1000 Volt wisselspanning en 1500 Volt gelijkspanning. In de norm staat onder andere beschreven welke metingen en beproevingen moeten worden uitgevoerd om de veilige situatie te borgen, de meest relevante zijn:
      - visuele inspecties;
      -metingen en/of beproevingen, zoals ook opgenomen in de NEN 1010;

  • NEN 3322: Verkeersregelinstallaties – Verkeerslantaarns – Aanvullende eisen, uitgegeven door het Nederlands Normalisatieinstituut
    Deze NEN 3322 geeft in aanvulling op NEN-EN 12368 eisen voor verkeersregelinstallaties voor het wegverkeer. De norm is van toepassing op tram-/buslichten, rijstrooklichten, symbolen in voetgangers- en fietslichten, de vorm en afmetingen van richtingpijlen in verkeers- en fietslichten, de vorm en kleur van achtergrondschilden van verkeerslantaarns en bijbehorende onderborden en de markering van masten, mastarmen en portalen;

  • NEN 3384: Verkeersregelinstallaties – Aanvullende eisen
    De NEN 3384 bevat verkeersregeltechnische, elektrische en mechanische eisen en beproevingmethoden voor verkeersregelinstallaties die niet vallen onder het toepassingsgebied van NEN-EN 12675, NEN-HD 638 S1, NEN-EN50293 en de toewijzing van de klassen uit NEN-EN 12675 zoals die voor Nederland geldt;

  • NEN-EN 12368: Verkeersregelinstallaties – Verkeerslantaarns
    In de Europese norm NEN-EN 12368 zijn voor iedere eigenschap verschillende prestatieniveaus gedefinieerd in de vorm van klassen. Met de norm kunnen daardoor per land verschillende prestatieklassen worden geformuleerd, afhankelijk van de geldende nationale regelgeving, de geografische ligging, het klimaat en bestaande gebruiken. De voor Nederland geldende prestatieklassen zijn geformuleerd in NEN 3322;

  • NEN-EN 12675: Verkeersregelinstallaties – Functionele Veiligheidseisen
    De Europese norm NEN-EN 12675 beschrijft de functionele veiligheidseisen voor verkeersregelinstallaties. De norm is van toepassing voor zowel permanente als tijdelijke verkeersregelinstallaties, maar mobiele regeltoestellen zijn uitgesloten. De verkeersregelinstallaties die zijn gedefinieerd in deze norm zijn bedoeld om conflicterende verkeersstromen van zowel voertuigen als voetgangers op een veilige manier te reguleren. Hieronder vallen kruispunten, voetgangersoversteken en openbaarvervoer en doelgroepstromen. Aanvullende eisen zijn opgesteld in NEN 3384;

  • NEN-EN 50556: Verkeersregelinstallaties
    De NEN-EN 505556 beschrijft de specificaties voor verkeersregelinstallaties, inclusief de ontwikkeling, het ontwerpen, het testen, de installatie en het onderhoud. De norm vormt in het bijzonder het elektrotechnische deel van de normen NEN-EN 12368 en NEN-EN 12675. De norm is van toepassing op permanente en tijdelijke verkeersregelinstallaties, behalve mobiele regeltoestellen;

  • NEN-EN-IEC 62305: Bliksembeveiliging (met name deel 4 is van toepassing)
    De NEN-EN-IEC 62305 bestaat uit vier delen:
      - deel 1 behandelt de algemene principes die in aanmerking moeten worden genomen voor de bliksembeveiliging van objecten met inbegrip van installaties en hun inhoud, alsmede van personen, en dienstleidingen met aansluiting op een object;
      -deel 2 is van toepassing op de risicobeoordeling van een structuur of voor een dienst als gevolg van bliksemschichten naar de aarde. Het doel is een procedure voor de evaluatie van een dergelijk risico;
      -deel 3 bevat de eisen voor de bescherming van een object tegen fysieke schade door een bliksembeveiligingsinstallatie (LPS) en voor de bescherming tegen verwondingen van levende wezens ten gevolge van aanraak- en stapspanningen in de nabijheid van een LPS;
      -deel 4 geeft informatie voor het ontwerp, de installatie, de inspectie, het onderhoud en het testen van het elektrische en elektronische systeem van bescherming (SPM) om het risico van permanente storingen als gevolg van blikseminslag elektromagnetische impuls (LEMP) binnen een structuur te verminderen;

  • NEN 2767-4: Conditiemeting – Deel 4: Infrastructuur
    De NEN 2767-4 volgt de methode van de bepaling van de conditie van bouw- en installatiedelen als vastgelegd in NEN 2767-1. In deze methode is gesteld dat het technische aspecten van bouwdelen betreft. De risicoinschatting voor bijvoorbeeld de bedrijfsvoering en toenamen van onderhoud spelen geen rol bij de vaststelling en berekening van de conditiescore. NEN 2767-4 is van toepassing voor bijna alle typen infrastructurele werken met bijbehorende installaties en groenelementen.