Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Karakteristieken van voertuigen en mensen
Deze tekst is gepubliceerd op 12-12-12

Visuele veld: gezichtsveld en blikveld

Definitie
Het visuele veld is wat iemand op een bepaald moment kan zien [13]. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het gezichtsveld en het blikveld.
Het gezichtsveld is het beeld dat kan worden bekeken zonder het hoofd of de ogen te bewegen. Ieder oog heeft zijn eigen gezichtsveld. Het blikveld is het beeld dat kan worden bekeken door de ogen, maar niet het hoofd, te bewegen. Dit komt overeen met de gezichtsvelden van beide ogen samen. De gezichtsvelden van de twee ogen vallen voor een groot deel samen. Hierdoor kunnen afwijkingen in het gezichtsveld van het ene oog worden opgevangen door het andere oog.
[ link ]

Figuur 11. Het visuele veld: bovenaanzicht en zijaanzicht [8]

Het gezichtsveld kan worden onderverdeeld in het centrale deel van het gezichtsveld en het gebied dat daarbuiten ligt. Het centrale deel van het gezichtsveld heet de fovea. Foveaal zicht bestaat uit een specifiek gebied van circa twee graden visuele hoek om het centrum van fixatie. Het gebied dat buiten deze twee graden visuele hoek valt, noemen we de periferie. Er wordt ook wel gesproken van perifeer zicht. De periferie beslaat een veel groter gebied dan de fovea.
Informatie uit de omgeving kan zowel worden waargenomen in het foveale gebied als in het perifere gebied. Het gebied waaruit iemand omgevingsinformatie haalt is niet altijd even groot. Soms is dit beperkt tot het foveale gebied. Soms is het groter en omvat het ook een (deel van) het perifere gebied. De grootte van het gebied waaruit iemand omgevingsinformatie haalt, wordt bepaald door het ‘useful field of view’ (UFOV). Het UFOV wordt gedefinieerd als ‘de spanwijdte van de aandacht als het gaat om het kunnen opmerken van verschillende prikkels uit de omgeving die zich kunnen voordoen’ [2]. Het UFOV bepaalt daarmee de diameter van het gebied in de periferie waarin een object kan worden gedetecteerd, als dit aanwezig is. De diameter van het UFOV is taakafhankelijk. Wanneer iemand zoekt naar zeer subtiele objecten die vragen om grote visuele scherpte, dan is het UFOV zeer klein. Wanneer het gezochte object opvallend is en eenvoudig kan worden gedetecteerd in het perifere gebied, dan kan het UFOV veel groter zijn dan de fovea [4].
Relatie tot leeftijd
Het blikveld van kinderen is beperkter dan dat van volwassenen. Door de kortere lichaamslengte is het perifere gezichtsveld van kinderen minder breed en minder ver. Daarnaast zijn de ogen van kinderen jonger dan circa negen jaar nog in ontwikkeling, waardoor zij minder goed kunnen waarnemen wat zich in de randen van hun blikveld afspeelt. Vanaf circa 22 jaar is het perifere zicht volledig ontwikkeld. Wanneer kinderen de aandacht fixeren op een bepaald object draaien zij hun hoofd niet opzij.
Het driedimensionale dieptezicht, dat van belang is voor de inschatting van snelheden, is pas voldoende ontwikkeld vanaf een leeftijd van ongeveer 10 jaar [20].
Het visuele veld neemt af naarmate de leeftijd hoger wordt. Tenzij er sprake is van een oog­ of neurologische ziekte, zal het afgenomen visuele veld blijven voldoen aan de minimumeisen die worden gesteld voor het rijbewijs.
Bij mensen met glaucoom, diabetes, een hersenziekte of die een beroerte hebben gehad is sprake van afname van het visuele veld [14]. Zie hiervoor ook de paragrafen 20.2.2, 20.3.2, 20.3.3 en 20.3.4 van deze publicatie.
Er zijn aanwijzingen dat ouderen een beperkter UFOV hebben.
[ link ]

Figuur 12. Reductie in het UFOV voor oudere chauffeurs (55 jaar en ouder) [2]