Selectieve toegang en doseren

Deze tekst is gepubliceerd op 25-01-13

Raamwerk ontheffingenregime Beleidsregel

Dit raamwerk kan door elke gemeente worden gebruikt om een eigen beleidsregel selectieve afsluiting stadscentrum vast te stellen. In het raamwerk is voorzien in diverse gebruikersgroepen, ontheffingsmogelijkheden en selectiemiddelen. Er is naar gestreefd zo volledig mogelijk te zijn. Het raamwerk is samengesteld aan de hand van een concreet voorbeeld. Specifieke waarden kunnen aan de lokale situatie worden aangepast. Onderdelen die voor een gemeente niet van toepassing zijn, kunnen worden weggelaten. Door gebruik te maken van dit raamwerk wordt een grote mate van uniformiteit tussen gemeenten bevorderd. Dit zal worden gewaardeerd door de gebruikersgroepen die in verschillende gemeenten met regels betreffende de toegang van het centrum worden geconfronteerd.

Beleidsregel ontheffingen

Gemeenteblad van ‘naam gemeente’

Het College van Burgemeester en Wethouders, gelet op de Wegenverkeerswet, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende beleidsregels, waarin wordt uiteengezet welke normen ons College hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheid ontheffing te verlenen van de verkeersbesluiten waarmee het berijden van het ‘Centrumgebied/voetgangersgebied’ wordt gereguleerd.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Centrumgebied: het gebied dat is aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende kaart “...... afgesloten gebied d.d. ......”, waar binnen door middel van verkeersbesluiten nummers ...... d.d. ...... alsmede de fysieke afsluitingen het in- en uitrijden van het centrumgebied met een motorvoertuig wordt gereguleerd.
Venstertijd: een vastgestelde tijdsperiode van maandag tot en met zondag tussen 7.00 uur en 12.00 uur waarin het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig is toegestaan.
Motorvoertuig: een gemotoriseerd voertuig alsmede een brommobiel en een bromfiets, uitgezonderd een gehandicaptenvoertuig (NB: wijkt af van RVV 1990).
Hoofdbewoner: degene die volgens de in de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het centrumgebied.
Ondernemer/instelling: (een exploitant van) een bedrijf dat is gevestigd in het centrumgebied.
Ambulante handel: de handel die wordt bedreven door een ondernemer die in het bezit is van een standplaatsvergunning ten behoeve van de dagmarkt in het centrumgebied.
Beroepsvervoerder/leverancier: (een exploitant van) een bedrijf dat met behulp van een motorvoertuig zorgt voor de bevoorrading van in het centrumgebied gevestigde bedrijven.
Parkeergelegenheid op eigen terrein: een parkeerplaats op eigen terrein of in een eigen garage, waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving, enzovoort) en waarvoor per parkeerplaats een toegangspas wordt verstrekt.
Ontheffing: de schriftelijke verklaring dat een verkeersmaatregel (gebod of verbod) (als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990) op basis van aan deze schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring.
Ontheffinghouder: degene aan wie door het College ontheffing is verleend.
Kentekenherkenningsysteem: een automatisch registratiesysteem dat, indien nodig handmatig bediend kan worden, waarmee met behulp van camera's het kenteken van een motorvoertuig kan worden gelezen, alvorens het motorvoertuig buiten de venstertijd de toegang tot het centrumgebied te verlenen.
Transponder: elektronisch apparaat, aan te schaffen door aanvrager, dat automatisch de afsluiting bedient en toegang verleent tot het centrumgebied.
Toegangspas: een elektronische pas die bij de toegang tot het centrumgebied, voor een leesunit gehouden, toegang tot het centrumgebied verschaft.
Tijdsbeperking: de uren van de dag en de dagen van de week dat de ontheffing niet geldig is.
Deactiveren: het op elektronische wijze onbruikbaar maken van de toegangspas.
Het College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente ‘naam gemeente’.

Artikel 1.2 Soorten ontheffingen
De door het College verleende ontheffingen betreffen:

Permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking: een ontheffing die wordt verleend om in het centrum te mogen rijden met een motorvoertuig buiten de venstertijd en al dan niet te gebruiken in combinatie met een toegangspas en/of transponder.
Permanente ontheffing met tijdsduurbeperking: een ontheffing als bedoeld in lid 1, met dien verstande dat de ontheffing alleen geldt voor een in de ontheffing vastgelegde periode van de dag, die kan verschillen per dag van de week.
Incidentele ontheffing: een ontheffing die eenmalig en voor de duur van een dag wordt verleend om het centrumgebied te mogen berijden met een voertuig buiten de venstertijd, door gebruikmaking van het kentekenherkenningsysteem, of in uitzonderingsgevallen op andere voorkomende wijze.
Ontheffing die wordt verleend voor het rijden in voetgangerspromenades met een motorvoertuig om in het gebied:

Artikel 1.3 Nadere regels
Het College is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen

Het College kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.
Degene aan wie ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.
Aan de ontheffing kunnen, naast specifiek per doelgroep te stellen voorschriften de volgende (algemene) voorschriften en beperkingen worden verbonden:
1. het gebied dient via de daartoe bestemde toegangen te worden betreden en via de daartoe bestemde uitgangen te worden verlaten;
2. voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen niet zodanig worden gehinderd dat zij in gevaar worden gebracht;
3. er mag slechts stapvoets worden gereden;
Aan het verlenen van een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden inzake de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt. De voorwaarden hebben betrekking op de plaats waar het centrumgebied kan worden binnengereden en de tijdsperiode waarbinnen het centrumgebied mag worden bereden met een motorvoertuig.
Aan de ontheffinghouder kan de verplichting worden opgelegd gebruik te maken van een toegangspas en/of transponder dan wel gebruik te maken van het kentekenherkenningsysteem om fysieke toegang tot het gebied te verkrijgen. Tegen de betaling van een waarborgsom verstrekt het College een toegangspas. Transponders worden aangeschaft door de aanvragers op nader te bepalen wijze en voor nader te bepalen kosten.

Artikel 1.5 Algemene vrijstellingen

Fietsen in het centrumgebied is toegestaan in de volgende straten: ‘straatnamen’ op de volgende tijdstippen: ‘tijdstippen’.
Tijdens de venstertijden is het toegestaan het centrumgebied te berijden met een motorvoertuig ten behoeve van het laden en lossen van goederen en of het bereiken van een binnen het centrumgebied gelegen parkeerplaats.
In onvoorziene en in dringende situaties met name buiten de openingstijden van de balies in het stadhuis kan de wachtcommandant van de politie/gemandateerde van de gemeente/stadsdeelmanager/centrummanager, toegang tot het centrumgebied verlenen.

Hoofdstuk 2 Aanvragen, verlenen en intrekken van ontheffingen

Artikel 2.1 Toewijzing van een ontheffing
Het College maakt gebruik van zijn bevoegdheid om ontheffing te verlenen zoals bedoeld in artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, conform het in deze beleidsregels bepaalde.

Artikel 2.2 De ontheffingsaanvraag

Een aanvraag voor een ontheffing voor het berijden van het centrumgebied van ‘naam gemeente’ met een motorvoertuig buiten de venstertijd moet schriftelijk worden ingediend bij het College.
Een aanvraag voor een ontheffing wordt getoetst aan de vastgestelde beleidsregels en eventueel bijbehorende besluiten en voorschriften.

Artikel 2.3 Beslissingstermijn

Het College beslist uiterlijk binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag.
Het College kan deze beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Voor afloop van de onder lid 1 vermelde termijn wordt aanvrager hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 2.4 Voorwaarden voor ontheffingsverlening

Een ontheffing wordt uitsluitend verleend indien alle voor de aanvraag van desbetreffende ontheffing benodigde gegevens of bescheiden zijn overgelegd en door aanvrager wordt voldaan aan alle in deze beleidsregels beschreven omstandigheden om voor een ontheffing in aanmerking te komen.
De aanvraag wordt pas in behandeling genomen nadat ook de aan de ontheffing verbonden legeskosten en, indien van toepassing, de in lid 2 van dit artikel vermelde waarborgsom zijn voldaan.
Aan de hoofdbewoner van een woonadres wordt een toegangspas verleend.
Aan een in het centrumgebied gevestigde ondeneming/instelling wordt per ondernemingsadres een toegangspas verleend onder de voorwaarde dat de desbetreffende ondernemer een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring kan overleggen.
Het College stelt in ieder geval de volgende voorschriften ten aanzien van verlies of diefstal van de toegangspas:
1. De ontheffinghouder doet terstond aangifte bij de politie.
2. Het afschrift van het proces-verbaal wordt terstond overgelegd door de ontheffinghouder aan de gemeente waarna de toegangspas wordt gedeactiveerd.
3. De ontheffinghouder voldoet de kosten die verbonden zijn aan verlies of diefstal van de toegangspas, voordat een nieuwe toegangspas wordt verstrekt.
De ontheffing is persoonlijk voor zover verleend aan een persoon en wordt ingetrokken bij overlijden, waarna de toegangspas wordt gedeactiveerd.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden
Het College kan de ontheffing weigeren indien een ontheffing van de aanvrager in de twee jaren voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag wegens het handelen in strijd met de ontheffingsvoorschriften en -beperkingen is ingetrokken.

Artikel 2.6 Duur van de ontheffing

De ontheffing zoals is bedoeld in de artikelen 3.1 tot en met 3.9 wordt afgegeven voor onbepaalde tijd.
Het College kan te allen tijde de houder van de ontheffing verzoeken te bewijzen dat wordt voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van de ontheffing.

Een ontheffing zoals is bedoeld in de artikelen 3.1 tot en met 3.9 wordt verleend voor een kalenderjaar.
Een ontheffing wordt automatisch met een zelfde termijn verlengd, tenzij burgemeester en wethouders ten minste twaalf weken voor het verstrijken van de termijn schriftelijk te kennen geven dat de houder van de ontheffing een verklaring moet indienen omtrent de juistheid van de verstrekte gegevens.
Een ontheffing bedoeld in artikel 4.1 wordt verleend voor een periode van maximaal vijf werkdagen.
Een ontheffing bedoeld in artikel 4.2 wordt verleend voor een periode van maximaal 24 uur.

Artikel 2.7 Intrekking van de ontheffing
De ontheffing wordt ingetrokken:

Voor zover niet aan de voorwaarden of beperkingen verbonden aan de ontheffing wordt voldaan.
Voor zover op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.
Op verzoek van de aanvrager.
Voor zover ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend.
Voor zover sprake is van misbruik van de ontheffing.
Bij het in gebreke blijven van de betaling van de leges en de waarborgsom als bedoeld in artikel 2.4 lid 2.
Bij verhuizing van een in het centrumgebied woonachtige of gevestigde ontheffinghouder. Het College stelt dienaangaande als voorschift dat de ontheffinghouder terstond melding doet bij de gemeente van verhuizing waarna, indien van toepassing, de toegangspas wordt gedeactiveerd.
Na het overlijden van de ontheffinghouder indien de ontheffing is verleend aan een persoon en in geval van faillissement of beëindiging van de onderneming in het geval de ontheffing is verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 2.8 Gebruik van de ontheffing

De ontheffing dient altijd zichtbaar aanwezig te zijn in het voertuig tijdens het berijden van het voetgangersgebied.
De ontheffing dient op eerste vordering van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen behoorlijk ter inzage worden afgegeven.
Een ontheffing voor het rijden of laden of lossen geeft geen recht op het parkeren in het centrumgebied.
Een ontheffing die is verleend aan een natuurlijk persoon is niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Aanvragen van permanente ontheffingen

Artikel 3.1 Permanente ontheffing voor bewoners en (exploitanten van) ondernemingen/instellingen met eigen parkeergelegenheid

Aan een hoofdbewoner die woont binnen het afgesloten centrumgebied en die aantoonbaar beschikt over eigen parkeergelegenheid kan een permanente ontheffing met tijdsduurbeperking buiten venstertijd voor het berijden van het centrumgebied worden verleend.
Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling die aantoonbaar beschikt over eigen parkeergelegenheid kan een permanente ontheffing buiten venstertijd met tijdsduurbeperking voor het berijden van het centrumgebied worden verleend.
Voor de aanvraag van een ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.
3. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
  
  Tevens dient te worden bijgevoegd:
4. Een bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van het aantal eigen parkeergelegenheden waarvoor ontheffing wordt aangevraagd.
5. Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.
Het maximale aantal te verlenen ontheffingen per aanvrager is gelijk aan het aantal aantoonbaar beschikbare parkeergelegenheden waarover de aanvrager beschikt.
De ontheffing voor de in lid 1 en in lid 2 vermelde aanvragers wordt op naam en adres gesteld.

Artikel 3.2 Permanente ontheffing voor bewoners en (exploitanten van) ondernemingen/ instellingen zonder eigen parkeergelegenheid

Aan een hoofdbewoner van het centrumgebied die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan buiten venstertijd een permanente ontheffing met tijdsduurbeperking voor het berijden van het centrumgebeid worden verleend.
Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling, die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan buiten venstertijd een permanente ontheffing met tijdsduurbeperking voor het berijden van het centrumgebied worden verleend.
Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.
3. Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.
4. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
Per woon-/vestigingsadres kan een ontheffing worden verleend.
De ontheffing voor de in lid 1 en 2 vermelde aanvragers wordt op naam en adres gesteld.

Artikel 3.3 Permanente ontheffing voor hulpdiensten, huisartsen en verloskundigen

Een permanente ontheffing met onbeperkte geldigheidsduur voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd wordt verleend aan ziekenauto's en motorvoertuigen ten dienste van politie, brandweer, centrale huisartsenpost en dierenambulance, voor zover de motorvoertuigen als zodanig herkenbaar zijn.
Een permanente ontheffing kan worden verleend aan huisartsen en verloskundigen met patiënten op adressen die alleen via het centrumgebied bereikbaar zijn en waarbij de loopafstand redelijkerwijs te groot moet worden geacht.
Behoudens de gevallen vermeld in lid 1 waarvoor geen aanvraagprocedure is vereist, dient de aanvrager van een ontheffing als bedoeld in lid 2 de volgende gegevens en bescheiden te overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.
3. En ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De fysieke toegang van de in lid 1 vermelde gevallen wordt verleend door gebruikmaking van een transponder. De gevallen in lid 2 verkrijgen fysieke toegang door een transponder of op ander voorkomende wijze.

Artikel 3.4 Permanente ontheffing ten behoeve van taxi's, taxi's-WVG, schoolbus

Aan een ondernemer van een taxi, van een taxi-WVG of een schoolbus kan voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd ontheffing worden verleend.
De ontheffing geldt voor de ondernemer van een taxi, voor de ondernemer van een taxi-WVG, de ondernemer van de schoolbus voor zover deze voertuigen als zodanig herkenbaar zijn.
Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring.
3. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.
4. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De fysieke toegang wordt verleend door gebruikmaking van het kentekenherkenningsysteem.
De ontheffing wordt op naam, adres en kenteken van het motorvoertuig waarvoor een ontheffing is afgegeven, gesteld.
Het College kan aan een ondernemer van een taxi, aan een ondernemer van een taxi-WVG en aan een ondernemer van een schoolbus nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 3.5 Permanente ontheffing ten behoeve van gehandicapten

Aan een gehandicapte inwoner van de gemeente die in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart kan voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd een permanente ontheffing worden verleend.
Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een geldige gehandicaptenparkeerkaart.
3. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De ontheffing wordt op naam, adres en kenteken van het motorvoertuig waarvoor een gehandicaptenparkeerkaart is afgegeven gesteld.

Artikel 3.6 Permanente ontheffing ten behoeve van het beheer openbare ruimte

Een permanente ontheffing, al dan niet met tijdsduurbeperking, voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd ten behoeve van het uitvoeren van een werkzaamheid, mits die aantoonbaar niet binnen de venstertijd kan worden verricht, wordt verleend aan een onderneming/instelling die is belast met:
1. het inzamelen van afval;
2. het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte.
Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
2. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.
3. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De ontheffing wordt op naam en adres van de onderneming/instelling gesteld.

Artikel 3.7 Permanente ontheffing ten behoeve van beroepsvervoerders/leveranciers

Aan een beroepsvervoerder/leverancier als bedoeld in artikel 1 kan een permanente ontheffing voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd worden verleend.
De aanvrager moet voor de aanvraag van deze ontheffing aantonen dat:
1. De bevoorrading ten behoeve van het doelmatig inzetten van het voertuig in relatie tot de afgeleverde goederen deels buiten de venstertijd moet plaatsvinden.
2. Voldaan wordt aan de voorwaarden die gesteld zijn aan het concept van bundeling, te weten dat er een aantoonbaar minimum aantal zendingen van 25 per leverdag, gemiddeld over een referentieperiode van een kalenderjaar plaatsvinden. Of een aantoonbaar minimum aantal drops van 15 per leverdag, gemiddeld over een referentieperiode van een kalenderjaar plaatsvinden.
3. Het motorvoertuig mag een maximale lengte van 12 meter hebben.
De aanvrager van de ontheffing moet de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.
2. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring.
De ontheffing:
1. Wordt op naam en adres van de desbetreffende beroepsvervoerder/leverancier gesteld.
2. Geldt van maandag tot en met zaterdag van 12.00 tot 14.00 uur waar binnen het centrumgebied met een motorvoertuig mag worden bereden ten behoeve van los- en laadactiviteiten.
De fysieke toegang wordt verleend met een toegangspas of op ander voorkomende wijze.
Het College kan aan een beroepsvervoerder/leverancier nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 3.8 Permanente ontheffing ten behoeve van de aanvoer van versproducten en waardeproducten

Aan een beroepsvervoerder/leverancier van versproducten en waardeproducten kan een permanente ontheffing, al dan niet met tijdsduurbeperking, voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig worden verleend.
Onder versproducten wordt verstaan:
1. vis;
2. groente;
3. fruit;
4. bloemen;
5. brood;
6. gekoelde en bevroren producten;
7. en hiermee gelijk te stellen versproducten.
Onder waardeproducten worden verstaan: contant geld en juweliersartikelen.
De aanvrager moet voor de aanvraag van deze ontheffing aantonen dat de bevoorradingsactiviteit noodzakelijkerwijs niet anders dan buiten de venstertijd kan worden verricht.
De aanvrager van de ontheffing moet de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motor voertuig.
2. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
3. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koop handel of een goedgekeurde accountantsverklaring.
De ontheffing wordt op naam en adres van de desbetreffende vervoerder/leverancier gesteld.
De fysieke toegang wordt verleend met een toegangspas of op andere voorkomende wijze.
Het College kan aan een vervoerder/leverancier nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 3.9 Permanente ontheffing ten behoeve van de ambulante handel

Aan een ondernemer in de ambulante handel als bedoeld in artikel 1 kan een ontheffing voor het berijden van ‘straatnamen’ met een motorvoertuig buiten de venstertijd worden verleend.
De ontheffing geldt voor ondernemers in de ambulante handel die beschikken over een standplaatsvergunning en is van toepassing op motorvoertuigen die zij redelijkerwijs nodig hebben voor de aan- en afvoer van hun waren.
Voor de fysieke toegangsverlening wordt geen toegangspas verleend of transponder verstrekt en wordt geen gebruik gemaakt van het kentekenherkenningsysteem. De fysieke toegang wordt verleend door openstelling van de daartoe aanwezige fysieke afsluiting door marktmeesters of medewerkers van de dienst Stadsbeheer voor een vastgestelde route op reguliere marktdagen van 05.00 tot 08.00 uur en van 17.00 tot 19.00 uur.
Voor de ontheffing is geen aanvraagprocedure vereist.
De ontheffing houdt in beginsel niet in de toestemming voor het aanwezig hebben van motorvoertuigen gedurende de markt op het ‘naam marktplein’; motorvoertuigen dienen van 05.00 tot 08.00 uur in en uit te rijden en van 17.00 tot 19.00 uur in en uit te rijden.
Het College kan aan een ondernemer in de ambulante handel nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 3.10 Permanente ontheffing voor concessiehouders personenvervoer

Een permanente ontheffing voor het berijden van bepaalde routes in het centrumgebied met een motorvoertuig ingericht voor het vervoer van personen kan worden verleend aan concessiehouders.
Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:
1. Een kopie van de verleende concessie.
2. Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.
3. Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring.
4. Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De fysieke toegang wordt verleend door gebruikmaking van het kentekenherkenningsysteem.
De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld.
Het College kan aan de ontheffing nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Hoofdstuk 4 Aanvragen van incidentele ontheffingen

Artikel 4.1 Incidentele ontheffing voor nader vermelde categorieën

Een incidentele ontheffing door gebruikmaking van het kentekenherkenningsysteem of op andere voorkomende wijze voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd kan worden verleend aan:
1. een bouw-, installatie- en reparatiebedrijf;
2. een uitvaartondernemer met maximaal vijf volgauto's;
3. een bruidsauto met maximaal vijf volgauto's;
4. een anoniem waardetransport;
5. een geldtransport;
6. een evenemententransport;
7. een schoonmaakbedrijf;
8. een storingsdienst;
9. een verhuisbedrijf;
10. een bewoner van het centrumgebied voor het door hem zelf uitvoeren van een verhuizing naar zijn eigen woonadres;
11. een decorwagen ten behoeve van de schouwburg;
12. een zendwagen van radio en tv;
13. hoogwaardigheidsbekleders als daar zijn de koningin, de commissaris van de koningin, ministers en staatssecretarissen;
14. en hiermee gelijk te stellen gevallen.
De aanvrager van de ontheffing moet een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring kunnen overleggen alsmede een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.
De aanvrager moet voor de aanvraag van deze ontheffing aantonen dat:
1. De uit te voeren werkzaamheid of de uit te voeren activiteit in het centrumgebied absoluut niet kan worden uitgevoerd tijdens de venstertijd.
2. De goederen, gereedschappen of materialen niet op een andere wijze of op andere tijden kunnen worden afgeleverd of afgehaald.
3. Door de politie, gemeente of een door de gemeente aangewezen partij een ontheffing voor de werkzaamheid in het centrumgebied is verleend.
In bijzondere omstandigheden zoals het verlenen van ontheffing voor het berijden van het centrumgebied door hoogwaardigheidsbekleders zoals vermeld in artikel 4.11 lid 1 sub m en daaraan gelijkgestelde gevallen kan ontheffing worden verleend zonder een aanvraag en overige procedurele handelingen zoals vermeld in lid 2 en lid 3 van dit artikel.
De ontheffing wordt op naam, adres en kenteken van het motorvoertuig gesteld.
Het College kan aan de ontheffing nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 4 Dagontheffing
Het College kan aan een aanvrager een dagontheffing verlenen voor het berijden van het voetgangersgebied buiten de venstertijden, indien om andere dan in de artikelen 3.7 tot en met 3.9 en artikel 4.1 genoemde redenen goederen worden vervoerd.
Een dagontheffing wordt niet vaker verleend dan drie keer per maand aan een natuurlijk of rechtspersoon.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Leges
De regels betreffende de leges zijn vastgelegd in de Legesverordening ‘jaartal’.

Artikel 5.2 Adviescommissie bevoorrading

Het College kan in geval van twijfel zich in het kader van de beoordeling ontheffingaanvragen laten adviseren door een Adviescommissie bevoorrading
De deelnemers in de adviescommissie zijn:
1. een vertegenwoordiger namens de in het gebied gevestigde winkeliers/ondernemers;
2. een vertegenwoordiger namens vervoerders en leveranciers;
3. een vertegenwoordigers namens de bewoners in het gebiedeen vertegenwoordiger namens de gemeente van de afdeling die betrokken is bij de verlening van de ontheffingen. Deze is tevens voorzitter van de adviescommissie.
De commissie heeft verder als taak te adviseren in het kader van wijziging van deze beleidsregels.
Het College benoemt, schorst en ontslaat de leden van de commissie.

Artikel 5.3 Mandatering
De uitvoering van de ontheffingsregeling wordt gemandateerd aan het hoofd van de afdeling ‘naam afdeling’ van de dienst ‘naam dienst’.

Artikel 5.4 Strafgrond
Handelen en/of nalaten in strijd met de voorwaarden van de in dit reglement beschreven ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177 lid 1 van die wet.

Artikel 5.5 Hardheidsclausule
Het College handelt overeenkomstig de beleidsregels tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 5.6 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel selectieve afsluiting stadscentrum’.

Artikel 5.4 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 5.5 Overgangsbepalingen
Alle eerdere beleidsregels over het onderwerp worden ingetrokken.

Vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van ‘naam gemeente’.

De secretaris, De voorzitter,

Interesse?

Raamwerk ontheffingenregime Beleidsregel