Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Slimme en duurzame bouwlogistiek
Deze tekst is gepubliceerd op 17-07-19

De publieke kaders

Publieke partijen hebben naast hun rol als opdrachtgever ook bestuurlijk-juridische mogelijkheden om duurzame en efficiënte bouwlogistiek te borgen en te versnellen. Er is niet één context voor de publieke regulering van de bouwlogistiek, verschillende situaties vragen om verschillende maatregelen. Zo spelen er bij een kleine particuliere verbouwing deels andere juridische vraagstukken dan bij een omvangrijk bouwproject, daarnaast verschillen de kaders van verschillende overheden/overheidsorganen.
De bevoegdheden van overheden om beleid te formuleren en kaders te stellen zijn niet oneindig: voor ieder overheidshandelen is een wettelijke grondslag vereist en is er sprake van een doelbinding. Dit laatste heeft betrekking op de noodzaak een geschikte grondslag voor bestuursrechtelijke regulering van bouwlogistieke maatregelen te vinden. Dit is noodzakelijk omdat bouwlogistiek niet expliciet wettelijk geregeld is.
De meest bruikbare publieke kaders voor duurzame bouwlogistiek zijn:
  • De Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
  • De bouwverordening
  • Het bestemmingsplan
  • Beleidsprogramma’s zoals een verkeersplan of milieubeleidsplan
  • Vergunningen
  • Convenanten
  • Bouwbesluit
  • Omgevingswet (naar verwachting vanaf 2021)
Het totaal aan publieke kaders geeft voorwaarden aan het bouwproces, en heeft invloed op de uiteindelijke bouwlogistieke strategie en realisatie waarvoor gekozen kan worden. Zo is het bestemmingsplan met name van invloed op de plan- en ontwerpfase en is de APV met name relevant in de uitvoeringsfase. Bovenstaande instrumenten worden in deze publicatie niet verder toegelicht, verwezen wordt naar de publicatie ‘Met recht een verduurzaming van bouwlogistiek’ van de Topsector Logistiek (2018). Er is hier een voorbeeld van aanvullend kader uit Amsterdam toegevoegd.
Voorbeeld van aanvullend kader door gemeente Amsterdam
7,5 Ton zone Amsterdam
De binnenstad van Amsterdam, met name kades en bruggen, hebben te lijden onder zwaar vrachtverkeer. De schade aan kades en bruggen wordt veroorzaakt door een optelsom van factoren: de kades zijn oud en mogelijk aan het einde van hun levensduur. Daarnaast zijn ze niet ontworpen voor het huidige gebruik en de kades worden incidenteel overbelast door opslag en kraanbelastingen op de kademuur. Zwaar vrachtverkeer levert daarnaast schade op aan het wegennet, aan fundaties van monumentale panden en is nadelig voor de verkeersveiligheid.
In het verleden zijn daarom vrachtroutes ingesteld via welke de binnenstad bevoorraad kan worden, buiten deze routes is een verbod van kracht voor voertuigen zwaarder dan 7,5 ton, tenzij daarvoor een ontheffing wordt gegeven. Voor voertuigen van 45 ton en zwaarder kan alleen nog maar een ontheffing voor een specifieke route en termijn worden aangevraagd. Voor die route wordt vervolgens bekeken of de kades en bruggen op die route de belasting van het voertuig wel aankunnen.
Sinds in 2018 een nieuw en aangescherpt ontheffingenbeleid in werking is getreden zijn al meerdere ontheffingsaanvragen geweigerd. Hoewel de 7,5 ton zone niet specifiek op bouwlogistiek gericht is heeft het daar uiteraard wel effect op. Doordat het voor zwaar verkeer lastiger wordt de binnenstad te bereiken via de weg, wordt het water aantrekkelijker, zoals bijvoorbeeld ook blijkt uit het kadeherstelproject Recht Boomssloot (zie het best practice later in deze publicatie)

Voorbeeld aanvullend kader gemeente Amsterdam
Coördinatiestelsel Gemeente Amsterdam
Het Coördinatiestelsel in Amsterdam is een samenwerkingsverband van verschillende (lokale) over­heidsinstanties die zich bezighouden met de openbare ruimte (inclusief hulpdiensten). Bouwprojecten die in de openbare ruimte plaatsvinden of er een effect op hebben, moeten worden geregistreerd in het Coördinatiestelsel. Openbare diensten (bijvoorbeeld openbaar vervoer, waterdiensten, enzovoort) worden op de hoogte gesteld en zij besluiten of ze hun activiteiten willen afstemmen op die van het bouwproject. Het Coördinatiestelsel maakt gebruik van diverse instrumenten (met betrekking tot Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie (BLVC)) om het bouwlogistieke proces aan te sturen. De gemeente voert BLVC-scans uit om de impact van bouwwerkzaamheden (inclusief openbare voorzieningen) te analyseren en om bouwprojecten op elkaar af te stemmen via het gebruik van tijdvensters. De focus ligt op het gebied en op bereikbaarheid. De gemeente (met name de technische afdeling) stelt BLVC-kaders en specifieke BLVC-richtlijnen op, die worden opgenomen in de aan­besteding. Dit kan gaan om de ontwikkeling van een gebied of van een enkel project. Voor elk groot project is een BLVC-kader vereist. De projectmanager van de aannemer reageert op deze kaders met een meer gedetailleerd BLVC-uitvoeringsplan wat kan bestaan uit de volgende elementen:
  1. Omgevingsscan
  2. Faseringstekeningen
  3. Omleidings-, bebordings- en bebakeningstekeningen
  4. Bouwplanning en bouwlogistiek plan waarmee opdrachtnemer aantoont dat hij alle toepasbare en betaalbare mogelijkheden t.b.v. emissie reducerende maatregelen heeft onderzocht en toegepast bij de aan- en afvoer van materialen en personeel (verminderen aantallen en tijdsduur, verschonen en verspreiden (over modaliteiten en in de tijd)).
Een goedgekeurd BLVC-plan is een vereiste voor het verkrijgen van de WIOR(Werken in de Openbare Ruimte)-vergunning voor bouwwerkzaamheden in de openbare ruimte of gebruik van de openbare ruimte voor dergelijke activiteiten. De maatregelen uit het BLVC-plan zijn juridisch bindend en worden gebruikt als richtlijn voor handhaving. (Bron: CIVIC, 2018)