Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Verkeer bij evenementen
Deze tekst is gepubliceerd op 12-06-17

Bewegwijzering en DRIP’s

Op evenementen komen vaak veel mensen af die niet goed bekend zijn met de omgeving van het evenement. Maar ook mensen die wel bekend zijn met de omgeving weten door de tijdelijke andere situatie niet altijd precies hoe ze het beste bij het evenement kunnen komen. Wegafzettingen kunnen er voor zorgen dat verkeersstromen omgeleid moeten worden. Het is daarom belangrijk de bezoeker te begeleiden op zijn route naar het evenement. Voor een gedeelte kan dit al van tevoren gedaan worden door goede informatie te verstrekken over de te volgen routes, maar de weggebruiker heeft ook ter plekke informatie nodig over de route die hij moet volgen.
Bewegwijzering van en naar het evenement is soms gewenst of noodzakelijk, met het oog op verkeersgeleiding en -afwikkeling, veiligheid, leefbaarheid, milieu en openbare orde. Om te bepalen of het noodzakelijk is om de verkeersstroom met bewegwijzering te sturen, is een goede afstemming tussen organisator met politie, hulpdiensten en de wegbeheerders cruciaal.
De bewegwijzering dient voor alle te verwachten modaliteiten op orde te zijn om onnodig zoekverkeer te voorkomen. Niet alleen voor de auto maar ook voor fietsers en voetgangers moet duidelijk zijn welke route ze moeten volgen om bij de evenementenlocatie of de parkeerplaatsen en stallingen te komen. Ook routes van en naar het openbaar vervoer dienen goed aangegeven te worden.
Er zijn twee mogelijkheden om de bewegwijzering te realiseren: statisch met borden en dynamisch met DRIP’s (DynamischeRouteInformatiePanelen). Beide opties hebben voordelen en nadelen.
Bewegwijzering met borden
De eerste manier waarop de weggebruiker ter plekke geholpen kan worden, is door bebording. Vooraf kunnen op strategische locaties tijdelijke, gele verkeersborden aangebracht worden, waarop de route voor de autogebruikers en/of fietsers aangegeven wordt. Dit is een relatief goedkope maatregel. Nadeel is wel dat borden statisch zijn en er dus niet ingespeeld kan worden op de actuele situatie op de weg.
Voor statische bewegwijzering worden gele borden met zwarte letters gebruikt om de tijdelijkheid van de situatie aan te duiden. Statische bewegwijzering kan zonder extra kosten al langere tijd van tevoren aangebracht worden om de weggebruikers ervan bewust te maken dat er een evenement aan gaat komen en daar verkeersmaatregelen mee gemoeid zijn.
Bewegwijzering met DRIP’s
Het is ook mogelijk om gebruik te maken van Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP’s). Dit kan door gebruik te maken van tijdelijke tekstwagens of door al bestaande vaste DRIP’s. Het voordeel van het gebruik van DRIP’s is dat de teksten aangepast kunnen worden als de situatie verandert of er een incident is. Als er bijvoorbeeld een parkeerterrein vol is, kan er met DRIP’s doorverwezen worden naar een ander parkeerterrein. Als er een file ontstaat of er een ongeluk gebeurt, kan het verkeer via een alternatieve route geleid worden.
Eisen aan tijdelijke aanduidingen
Tijdelijke aanduidingen en borden moeten voldoen aan algemene eisen op het gebied van uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid.
  • Uniformiteit: tijdelijke aanduidingen zien er altijd hetzelfde uit, wat betreft aanduidingen zelf en informatiesystematiek
  • Continuïteit: de verwijzing wordt voortgezet tot de bestemming is bereikt om twijfel en onzekerheid over de route te voorkomen en het gewenst rijgedrag te realiseren.
  • Leesbaarheid: door contrast tussen tekst/symbolen en achtergrond, door lettertype en letterhoogte
  • Begrijpelijkheid: waar mogelijk wordt gekozen voor standaard beschikbare symbolen en teksten, zodat de weggebruiker de informatie in enkele seconden begrijpt.
Zie voor meer informatie over de toepassing van DRIP’s de CROW-publicatie Richtlijnen voor informatie op dynamische routepanelen.
Ten slotte is de er de mogelijkheid gebruik te maken van bestaande U-routes. Meer informatie over deze routes, en andere informatie over bewegwijzering, is te vinden in hoofdstuk 5 van de CROW-publicatie Richtlijn bewegwijzering 2014.