Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

Handleiding globale visuele inspectie 2011
Deze tekst is gepubliceerd op 30-07-15

Inspectiemethodiek

In dit hoofdstuk wordt de globale inspectie nader beschreven. Achtereenvolgens worden de volgende aspecten behandeld:
  • schadegroepen en schades;
  • toelichting op formulieren;
  • stappenplan beoordeling schades;
  • klein onderhoud;
  • voorbeeld invulling inspectieformulier.
Schadegroepen en schades
In tabel 2 zijn de voor de globale inspectie relevante schadegroepen met de daarbij behorende schades weergegeven.
Randschade, voegwijdte en zetting behoren niet standaard tot de inspectie, maar kunnen door de beheerder naar eigen inzicht facultatief bij de inspectie worden betrokken. Voor andere schades geldt deze uitzondering niet. Afwateringsproblemen worden als opmerking genoteerd bij de inspectie, indien deze aanleiding geven tot hinder of gevaarlijke situaties.
Tabel 2. Relevante schadegroepen en schades bij de globale inspectie
SchadegroepSchade
AsfaltbetonverhardingenElementenverhardingenCementbetonverhardingen
TextuurRafeling
Vlakheid Dwarsonvlakheid Dwarsonvlakheid
Oneffenheden Oneffenheden Oneffenheden
Samenhang Scheurvorming Scheurvorming
Waterdichtheid Voegvulling
Aanvullend bestaat er de mogelijkheid tijdens de inspectie de noodzaak tot klein onderhoud aan te geven en opmerkingen te plaatsen, bijvoorbeeld de wens tot het laten verrichten van metingen.
Schades kunnen optreden in onderling verband, bijvoorbeeld oneffenheden met dwarsonvlakheid of scheurvorming met dwarsonvlakheid. Elke schade wordt in dat geval afzonderlijk beoordeeld en genoteerd.
In de schadecatalogus zijn voor ieder verhardingstype per te inspecteren schade, de volgende aspecten beschreven:
  • definitie;
  • ernst en omvang;
  • toelichting.
Toelichting op de formulieren
Voor het uitvoeren van de globale inspectie zijn twee formulieren beschikbaar (zie bijlage I):
  • asfaltbeton/elementenverhardingen;
  • asfaltbeton/elementenverhardingen
De formulieren hebben een algemeen informatiedeel en een inspectiedeel. De invulling van het inspectiedeel is beschreven in een stappenplan (zie tabel 3).
Tabel 3. Stappenplan globale inspectie
StapActieToelichting
1Bepaal per schade de maatgevende ernstklasse(E > M > L)





of stel vast dat geen schade of geen schade van betekenis wordt geconstateerd (G).
Dit is de hoogst voorkomende ernstklasse.
Als ernstige schade (E) als klein onderhoud wordt genoteerd (zie tabel 4), dan wordt de maatgevende ernstklasse de eerstvolgende aanwezige lichtere ernst klasse (dus M of L):
E = ernstig, M = matig, L = licht.
Bij de tabellen waarin de ernst van de schade wordt gedefinieerd, zijn voor een aantal schades per ernst- klasse verschillende criteria opgenomen, gescheiden door gedachtestreepjes. In die gevallen geldt de regel dat als aan een van de criteria wordt voldaan, de schade daarmee dan in de desbetreffende klasse valt. Als aan criteria van verschillende ernstklassen wordt voldaan, dan geldt de hoogste ernstklasse.

G: geen schade of geen schade van betekenis.
2Bepaal per schade de omvang in oppervlak, lengte of aantal van de maatgevende ernstklasse.Houd er rekening mee dat ernstige schade soms als klein onderhoud dient te worden genoteerd (zie stap 5 en tabel 4).
3Bepaal per schade de omvangklasse van de maat gevende schade.De omvang van rafeling en voegwijdte wordt bepaald op basis van de totale oppervlakte van het wegvakonderdeel. De omvang van alle andere schades wordt uitgedrukt per 100 m wegvakonderdeellengte.
4Markeer op het inspectieformulier het vakje dat behoort bij de vastgestelde ernst- en omvangklasse

Als geen schade of geen schade van betekenis wordt geconstateerd, dan dient het meest linkervakje te worden aangekruist (G).

5Geef per schadegroep afzonderlijk aan of klein onderhoud noodzakelijk is, door het plaatsen van een ‘X’ in het desbetreffende hokje.Alleen de noodzaak tot klein onderhoud wordt aangegeven; niet het soort klein onderhoud of de omvang. Voor een omschrijving van klein onderhoud zie tabel 4.




Ernstige schade die wordt genoteerd onder klein onderhoud mag niet meer worden genoteerd zoals aangegeven in stap 4.
6Noteer onder opmerkingen de eventuele opmerkingen.Aanvullende informatie invullen of tekst toevoegen op het formulier.
In het algemene informatiedeel van de formulieren dient het volgende te worden ingevuld:
  1. wegnaam;
  2. wegnummer;
  3. wegvaknummer;
  4. van ... tot ... ‘informatie’;
  5. lengte wegvak;
  6. wegvakonderdeel;
  7. verhardingstype;
  8. oppervlakte wegvakonderdeel;
  9. lengte wegvakonderdeel;
  10. datum;
  11. waarnemers (inspecteurs);
  12. weersomstandigheden.
De onderdelen a tot en met i komen uit het gegevensbestand. De onderdelen j, k en l spreken voor zich. Voor de notatie van het wegvakonderdeel zijn als voorbeeld de volgende afkortingen gebruikt:
  • RB = rijbaan;
  • FP = fietspad;
  • VP = voetpad.
Op het formulier is ruimte opengelaten voor eventuele afwijkende benamingen (bijvoorbeeld: PS = parkeerstrook,VS = vluchtstrook, WE = woonerf).
Voor de plaats van het wegvakonderdeel in het dwarsprofiel van het wegvak zijn als voorbeeld de volgende afkortingen gebruikt:
  • L = links;
  • R = rechts.
Ook hier is enige ruimte om afwijkende aanduidingen aan te geven (bijvoorbeeld: M = midden). Voor een nadere toelichting van de codering van het wegvakonderdeel wordt verwezen naar figuur 2.
Stappenplan beoordeling schades
In tabel 3 is aangegeven volgens welke stappen de beoordeling van elke schade bij de globale inspectie dient te worden uitgevoerd en genoteerd. Als het wegvak uit meerdere wegvakonderdelen bestaat (rijbaan links, rijbaan rechts, voetpad, fietspad, enzovoort), dan dienen de stappen in tabel 3 voor ieder wegvakonderdeel afzonderlijk te worden doorlopen.
Klein onderhoud
Bij het aantreffen van ernstige schade in een omvang die valt in de kleinste omvangklasse (zeer gering) wordt klein onderhoud aangekruist (zie tabel 3). De aangegeven hoeveelheid in tabel 4 is een maximum per wegvakonderdeel en kan over enkele plaatsen zijn verdeeld.
Tabel 4. Relatie reparatiemaatregel - schade (hoeveelheden gebaseerd op een wegvaklengte van 500 m)
ReparatiemaatregelHoeveelheidEenheidSchade/Schadegroep
Asfaltbeton
Emulsiebehandeling
Plaatselijke oppervlakbehandeling
laatselijk slemmen
Gaten vullen
Inlagen
Micro deklaag/spoorvulling
Uitvullen warm of koud
Scheurvulling
Randschade repareren

50
50
50
alle
25
15
alle
alle
15


m
2

m
2

m
2

stuks
m
2

m
stuks
m
m




rafeling en/of scheurvorming


dwarsonvlakheid
dwarsonvlakheid/oneffenheden
scheurvorming/lassen
samenhang
Elementen
Plaatselijk herstraten
Plaatselijk hertegelen

50
25

m
2

m
2


dwarsonvlakheid/oneffenheden
Cementbeton
Gedeeltelijk plaat vervangen
Geheel plaat vervangen
Reparatie afbrokkeling
Opspatting reparatie
Plaathoek reparatie
Krammen/verdeuvelen
Voegvulling aanbrengen
Scheurvulling aanbrengen
Scheuren opzagen/vullen

3
1
2
incidenteel
2
2
incidenteel
alle
2

stuks platen
stuks platen
stuks platen
stuks
stuks
stuks platen
m
m
stuks platen



oneffenheden


scheurvorming

voegvulling
Bij het aankruisen van klein onderhoud gaat de inspecteur ervan uit dat de reparatie of conservering in het lopende begrotingsjaar wordt uitgevoerd. De ernstige schade wordt dus opgeheven. De eerstvolgend aanwezige schade (matig of licht) wordt als schade genoteerd naast klein onderhoud. Komt er geen andere schade voor in het wegvakonderdeel, dan wordt in het hokje geen schade een kruisje bij de desbetreffende schade ingevuld.
Voorbeeld
Op de volgende pagina is een voorbeeld opgenomen van een ingevuld formulier voor de globale inspectie.