Ontwikkeling van stroefheid gedurende de levensduur
De stroefheidseigenschappen van een wegdek veranderen in de tijd omdat de textuur zich wijzigt. Dit geldt voor alle typen wegverhardingen: asfalt, beton, gebakken materiaal, natuursteen en andere materialen. De ontwikkeling van de stroefheid van wegverhardingen, en dan in het bijzonder die van asfaltverhardingen, staat al langere tijd in de belangstelling. Zo is eind jaren zestig van de vorige eeuw door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) onderzoek uitgevoerd naar dit fenomeen [11]. Hierbij zijn relaties gelegd tussen voertuigsnelheden, wegtypen, de gemeten stroefheid en het aantal ongevallen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zijn de op dit moment nog steeds gangbare stroefheidseisen bepaald. Deze zijn in eerste instantie opgenomen in de Eisen Rijkswaterstaat en naderhand in de Standaard RAW Bepalingen.
Omdat in het algemeen op het hoofdwegennet asfalt en beton worden toegepast en omdat zich daar de grootste snelheidsverschillen tussen weggebruikers voordoen, richt het gangbare onderzoek naar stroefheidsontwikkeling zich vooral op deze verhardingsmaterialen. In Nederland is in de jaren negentig bijvoorbeeld nog onderzoek gedaan naar een aantal proefvakken op de N790 Lonneker-Losser [12]. Ook in het buitenland, met name Duitsland, is op verschillende plaatsen onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn in grote lijnen eensluidend, wat overigens nog niet betekent dat ze daarom ook algemeen geldend zijn. De betreffende proefvakken beschrijven namelijk niet alle mogelijk verkeersomstandigheden. De conclusie luidt dat een aantal asfaltmengsels direct na aanleg een lagere stroefheidswaarde vertoont, die echter snel hoger wordt mits er goed wordt afgestrooid en de juiste mengselsamenstelling wordt gebruikt [4, 13].
Dit gedrag kan worden verklaard uit het feit dat in de bedoelde gevallen na openstelling voor het verkeer eerst de bitumenhuid van het steenslag moet afslijten. De microtextuur van het steenslag is tot dat moment niet beschikbaar. Na verloop van tijd zal, afhankelijk van de verkeersbelasting en de eigenschappen van het gebruikte steenslag, de stroefheid voor elk mengsel afnemen doordat de macrotextuur en microtextuur verminderen (rafeling, dichtrijden en polijsting). De mate waarin en de snelheid waarmee dit gebeurt, zijn echter verschillend. Bepalend hiervoor is het soort asfaltmengsel (continu gegradeerde mengsels zoals dicht asfaltbeton enerzijds en steenskeletmengsels als zeer open asfaltbeton anderzijds) en de toegepaste steenslagsoorten.
Hoewel naar het gedrag van elementen- en betonverhardingen weinig tot geen onderzoek is gedaan, geldt dat zij in de regel direct na aanleg een ruim voldoende stroefheidswaarde vertonen. Na verloop van tijd neemt deze langzaam af door slijtage van de cementsteen en polijsting van het toeslagmateriaal. De mate waarin en de snelheid waarmee dit gebeurt, worden sterk bepaald door de hoeveelheid verkeer en de soort belasting. Als bijvoorbeeld regelmatig met stalen borstels wordt geveegd, mag worden verwacht dat de stroefheid sneller terugloopt dan wanneer dit niet het geval is.
[ link ]
Figuur 9. Het verloop van de stroefheid in de tijd voor diverse niet afgestrooide asfaltwegdekken
Over de stroefheidsontwikkeling van natuursteenverhardingen en andere meer bijzondere verhardingen (hout, metalen, kunststoffen) valt moeilijk iets te zeggen. Van nogal wat materialen is niet duidelijk of zij bij aanleg een voldoende stroefheid bezitten en ook over het slijtagegedrag is weinig bekend. Feit is dat het bij stroefheidsproblemen in de openbare ruimte vaak gaat om deze meer bijzondere verhardingen.
Voor een wegbeheerder is kennis van het stroefheidsverloop in de tijd door het gebruik van de verharding van belang. Met deze kennis is in te schatten wanneer de stroefheid mogelijk te laag wordt en deze inschatting te toetsen met metingen. Waar de stroefheid onvoldoende blijkt, moeten verkeersmaatregelen (snelheidsbeperking, waarschuwingsborden) worden getroffen of kan onderhoud worden uitgevoerd. In de volgende paragrafen wordt per type verharding stilgestaan bij hetgeen bekend is over de stroefheidsontwikkeling.