Hinder voor autoverkeer
In deze handreiking wordt van verkeershinder gesproken als weggebruikers vertraging ondervinden als gevolg van een capaciteitsbeperking en/of extra verkeersaanbod. Het afsluiten van één rijstrook (waar meerdere beschikbaar zijn) is een voorbeeld van capaciteitsbeperking. Extra verkeersaanbod kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door omleidingen en evenementen. De hoeveelheid verkeershinder wordt bepaald door de omvang van de vertraging en/of het aantal gehinderden. Voor het begrip verkeershinder zijn echter veel verschillende definities in gebruik. In kader 10 staan diverse voorbeelden.
KADER 10 Voorbeelden hinderdefinities
10 minuten extra reistijd in Noord-Holland
RegioRegie (provincie Noord-Holland) legt voor de definitie van hinder de grens bij 10 minuten extra rijtijd voor het autoverkeer. Wanneer deze overschreden wordt, is er sprake van hinder.
De aanrijtijd van hulpdiensten moet haalbaar zijn en de doorstroming van het openbaar vervoer gegarandeerd (op gedefinieerde assen).
Daarnaast wordt er in Noord-Holland ook gewerkt met hinderklassen:
RegioRegie (provincie Noord-Holland) legt voor de definitie van hinder de grens bij 10 minuten extra rijtijd voor het autoverkeer. Wanneer deze overschreden wordt, is er sprake van hinder.
De aanrijtijd van hulpdiensten moet haalbaar zijn en de doorstroming van het openbaar vervoer gegarandeerd (op gedefinieerde assen).
Daarnaast wordt er in Noord-Holland ook gewerkt met hinderklassen:
Tabel 2. Hinderklassen RegioRegie
| Hinderklasse | Vertraging/file/omrijden | Voorbeelden |
| 0 geen hinder | - | Werken aan de weg |
| 1 kleine hinder | < 5 min. vertraging | Rijdende afzetting/bermafzetting |
| 2 matige hinder | 5-10 min. vertraging/omrijden | Tijdelijke VRI/om-en-om-regeling |
| 3 grote hinder | 10-30 min. vertraging/omrijden | 2-0-systeem/volledige wegafzetting/omleiding |
| 4 zeer grote hinder | > 30 min. vertraging/omrijden | Calamiteit |
2 minuten vertraging in Eindhoven
In Eindhoven worden werkzaamheden als substantiële verkeershinder gezien als deze op een gedefinieerd wegennet leiden tot meer dan 2 minuten vertraging.
In Eindhoven worden werkzaamheden als substantiële verkeershinder gezien als deze op een gedefinieerd wegennet leiden tot meer dan 2 minuten vertraging.
Hinderklassen en categorieën bij RWS: vertraging en aantal gehinderden
Rijkswaterstaat bepaalt de hinder in twee stappen: via hinderklassen (op basis van vertraging) naar hindercategorieën (op basis van hinderklasse en aantal gehinderden, waarbij het aantal gehinderden wordt bepaald door de verkeersintensiteit en de duur van het werk). A betekent veel hinder; E betekent weinig hinder.
Rijkswaterstaat bepaalt de hinder in twee stappen: via hinderklassen (op basis van vertraging) naar hindercategorieën (op basis van hinderklasse en aantal gehinderden, waarbij het aantal gehinderden wordt bepaald door de verkeersintensiteit en de duur van het werk). A betekent veel hinder; E betekent weinig hinder.
Tabel 3. Hinderklassen Rijkswaterstaat
| Hinderklasse | Omschrijving | Kenmerken | Aantal werken 2008 |
| Klasse 0 | Geen hinder | - | 10.000 |
| Klasse 1 | Kleine hinder | Geen file: vertraging seconden of minuten | 43.000 |
| Klasse 2 | Beperkte hinder | Minder dan 10 min. vertraging door file of omrijden | 7.500 |
| Klasse 3 | Grote hinder | Tussen 10-30 min. vertraging door file of omrijden | 600 |
| Klasse 4 | Zeer grote hinder | Meer dan 30 min. vertraging door file of omrijden | < 50 |
Tabel 4. Hindercategorieën RWS (gehinderden: intensiteit x duur van het werk)
| Gehinderden | < 1.000 | < 10.000 | < 100.000 | < 1 miljoen | > 1 miljoen |
| Hinderklasse | |||||
| 1 (geen file) | E | E | D | C | B |
| 2 (< 10 min.) | D | D | C | C | B |
| 3 (10-30 min.) | C | C | B | A | A |
| 4 (> 30 min.) | C | B | B | A | A |
Alle werkzaamheden die hinder veroorzaken op de Amsterdamse hoofdnetten moeten toestemming voor uitvoering krijgen van de Amsterdamse Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU). In de WWU hebben onder andere de nood- en hulpdiensten, ov-bedrijven en het Amsterdamse bureau Stadsregie zitting. Voor de behandeling in de WWU moeten projecten een BLVC-plan (bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie) indienen. In het BLVC-plan staat aangeven welke BLVC-maatregelen tijdens de uitvoering van het project worden getroffen. Hoe ingrijpender het project, hoe groter het BLVC-plan en hoe eerder het bij de WWU moet worden ingediend (bijvoorbeeld een jaar voor uitvoering). De WWU kan bij de toetsing ook een zogenoemd cumulatiecriterium toepassen. Op basis van het verleden en lokale factoren wordt gekeken of vanuit leefbaarheid en redelijkheid het project doorgang kan vinden. Dit kan aanleiding zijn om nieuwe projecten vanuit bijvoorbeeld het leefbaarheidsoogpunt te verbieden of aan strenge beperkingen te onderwerpen.
Hinderklassen in Utrecht: capaciteitsbeperking en intensiteit
De gemeente Utrecht gaat ervan uit dat in stedelijk gebied de vertraging van weggebruikers zonder goede hulpmiddelen (bijvoorbeeld een dynamisch model) niet goed is te bepalen. Het verkeersproces in een stedelijke omgeving is daarvoor te complex. Als indicator voor verkeershinder is daarom gekozen voor de capaciteitsbeperking. Het aantal gehinderden is vertaald naar een intensiteitscriterium.
De gemeente Utrecht gaat ervan uit dat in stedelijk gebied de vertraging van weggebruikers zonder goede hulpmiddelen (bijvoorbeeld een dynamisch model) niet goed is te bepalen. Het verkeersproces in een stedelijke omgeving is daarvoor te complex. Als indicator voor verkeershinder is daarom gekozen voor de capaciteitsbeperking. Het aantal gehinderden is vertaald naar een intensiteitscriterium.
Tabel 5. Definitie hinderklassen gemeente Utrecht
| intensiteit (mvt/etmaal) in 2 richtingen gemiddelde werkdag | ||||||
| 1 strook/richting | < 50.00 | < 10.000 | < 15.000 | < 20.000 | > 20.000 | |
| 2 stroken/richtingen | < 50.00 | < 10.000 | < 20.000 | < 30.000 | > 30.000 | |
| Capaciteits beperking | Voorbeeld | |||||
| 10% | Verschoven rijstroken | E | E | E | E | E |
| 10-25% | Versmalde rijstroken, minder opstelstroken | D | D | D | C | B |
| 25-50% | 1 rijstrook afgesloten, gecombineerde opstelstroken | D | D | C | C | B |
| 50-75% | Weekend- en avondafsluiting | C | C | B | A | A |
| 75-100% | Afsluiting rijbaan | B | B | B | A | A |