Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Specificaties voor materiaal en materieel
Deze tekst is gepubliceerd op 15-04-20

Algemeen

Bij omleidingen is altijd sprake van tijdelijke situaties en wordt van de weggebruiker een ander rijgedrag verwacht. De weggebruiker moet een andere route volgen of een specifieke plaats op de weg kiezen om zijn bestemming te bereiken. De hulpmiddelen (omleidingsborden en tijdelijke bewegwijzeringsborden) die dit gedrag moeten bewerkstelligen, worden bij omleidingen altijd uitgevoerd in de kleurstelling zwart op geel. Er wordt onderscheid gemaakt in tijdelijke bewegwijzering waarbij wel en waarbij geen sprake is van een ander gedrag in relatie tot de te volgen route:
  • Als tijdelijke bewegwijzering wordt geplaatst om een ander gedrag van de weggebruikers te bewerkstelligen, dan wordt de bewegwijzering beschouwd als tijdelijke maatregel en uitgevoerd in de kleurstelling zwart op geel. Voor deze tijdelijke bewegwijzeringsborden gelden de eisen zoals die in deze publicatie zijn verwoord bij het deelsysteem Omleiding.
  • Als tijdelijke bewegwijzering wordt geplaatst zonder dat van de weggebruikers een ander gedrag wordt verwacht, dan wordt de tijdelijke bewegwijzering beschouwd als permanente bewegwijzering en uitgevoerd in de permanente kleurstelling en afmetingen. Voor de eisen aan vorm, uitvoering en maatvoering wordt in dit geval verwezen naar de vigerende ‘Richtlijn bewegwijzering 2014’ (CROW-publicatie 322) [D 10].
Voorbeelden van situaties waarin sprake is van ‘ander gedrag’ en de tijdelijk geplaatste bewegwijzeringsborden moet worden uitgevoerd in zwart op geel zijn:
  • Bewegwijzering langs een omleidingsroute waar geen permanente bewegwijzering staat.
  • Bewegwijzering bij wegwerkzaamheden waar weggebruikers een bepaalde rijstrook moeten volgende om de bestemming te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan een afsluiting van een rijbaan op een dubbelbaansweg, waarbij het doorgaande verkeer via de andere rijbaan wordt geleid, maar het afslaand verkeer de rijbaan nog moet volgen naar de uitvoegstrook en/of afrit.
  • Bewegwijzering bij wegwerkzaamheden op en nabij een aansluiting of kruising waar als gevolg van de fasering de wegsituatie gedurende de uitvoering verandert en de weggebruikers een andere rijstrook moeten kiezen.
Voor de uitvoering van de omleiding wordt onderscheid gemaakt tussen omleidingsborden die separaat worden geplaatst en aanduidingen op (of net voor) permanente bewegwijzeringsborden. Op maatregelniveau zijn de omleidingen nog nader onder te verdelen in omleidingen aangeduid met namen (plaatsnamen of objectnamen), met nummers of hoofdletters en met symbolen. De keuze voor een van deze drie principes is zeer afhankelijk van lokale factoren. Daarnaast speelt de tijdsduur van de omleidingen een rol: bij kortdurende omleidingen zal eerder gebruik worden gemaakt van de eenvoudige aanduidingen met nummers of hoofdletters, terwijl het bij langdurende omleidingen de moeite waard is om de omleiding met namen aan te geven.
[ link ]

Figuur 8. Deelsysteem Omleiding & Tijdelijke bewegwijzering

In de periode voorafgaand aan de omleiding moet de weggebruiker worden geinformeerd over de ophanden zijnde verkeershinder of omleiding als gevolg van wegwerkzaamheden (zie deelsysteem Informatie & Communicatie). Langs de weg wordt deze informatie vaak gegeven in de vorm van een vooraankondiging van de omleiding.
Voor de uitvoering van omleidingen en tijdelijke bewegwijzering is een aantal algemene eisen geformuleerd waaraan de tijdelijke aanduidingen moeten voldoen (zie het hoofdstuk 'Omleidingen' in CROW-publicatie 527 'Werken op niet-autosnelwegen' [D 01] en in CROW-publicatie 529 'Werken op autosnelwegen' [D 01]). Deze algemene eisen hebben betrekking op uniformiteit, continuiteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid en zijn te beschouwen als de ‘topeisen’ voor het materiaal dat ingezet wordt bij omleidingen en tijdelijke bewegwijzering. Deze topeisen zijn dan ook bepalend voor de specificaties (objecteisen en objecteigenschappen) voor materiaal dat gebruikt wordt voor omleidingen en tijdelijke bewegwijzering.
Functie-eisen voor materiaal en materieel bij omleidingen
Eis-ID Eistitel Eistekst Toelichting
OML-01- 01 Informeren weggebruiker
over veranderde wegsituatie
De weggebruiker wordt goed geïnformeerd over de tijdelijk
veranderde wegsituatie stroomafwaarts, die aanleiding
is voor een verplicht te volgen omleidingsroute of de
beschikbaarheid van een alternatieve route.
De veranderde wegsituatie kan bijvoorbeeld bestaan uit
een gehele of gedeeltelijke afsluiting met bijbehorende
omleiding van het verkeer.
OML-01- 02 Informeren weggebruiker
over de te volgen route(s)
De weggebruiker wordt goed geïnformeerd over de tijdelijk
te volgen route(s) als gevolg van wegwerkzaamheden
of andere tijdelijke situaties.
OML-01- 03 Informeren weggebruiker
over status omleidingsroute
De weggebruiker moet uit de aangeboden informatie
kunnen afleiden of er sprake is van een verplicht te volgen
omleidingsroute (bij een volledige afsluiting) of een
adviesroute (bij verkeershinder of oponthoud op de
eigenlijke route).
Als de omleidingsroute niet verplicht is, of niet voor alle
weggebruikers verplicht is, moet dit duidelijk zijn
aangegeven.
OML-01- 04 Eisen aan vergelijkbaar materiaal
en materieel
Indien gebruik wordt gemaakt van materiaal en materieel
dat vergelijkbaar is met dat van de inleidende bebakening,
voldoet dit aan de relevante eisen voor materiaal en materieel
ten behoeve van de inleidende bebakening.
Bij omleidingen wordt gebruikgemaakt van borden die
vergelijkbaar zijn met de borden die in de inleidende bebakening
worden gebruikt. Voor deze borden gelden dan ook
de eisen die bij inleidende bebakening zijn genoemd.
Functie-eisen en raakvlakeisen voor de uitvoering van omleidingen en tijdelijke bewegwijzering
Voor de uitvoering van omleidingen en tijdelijke bewegwijzering is een aantal algemene eisen geformuleerd waaraan de tijdelijke aanduidingen moeten voldoen (zie CROW-publicatie 527 'Werken op niet-autosnelwegen' [D 01] en CROW-publicatie 529 'Werken op autosnelwegen' [D 01]).
Deze algemene eisen hebben betrekking op uniformiteit, continuiteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid en zijn te beschouwen als de ‘topeisen’ voor het materiaal en materieel dat ingezet wordt bij omleidingen en tijdelijke bewegwijzering. Deze eisen gelden daarmee ook voor alle onderliggende onderdelen begrijpelijkheid en zijn te beschouwen als de ‘topeisen’ voor het materiaal en materieel dat ingezet wordt bij omleidingen en tijdelijke bewegwijzering. Deze eisen gelden daarmee ook voor alle onderliggende onderdelen van omleidingen en tijdelijke bewegwijzering. Deze 'topeisen' zijn ook opgenomen in de eisen voor materiaal en materieel bij tijdelijke verkeersmaatregelen (zie hoofdstuk 2).
Raakvlakeisen voor materiaal en materieel bij omleidingen
Eis-ID Eistitel Eistekst Toelichting
Zichtbaarheid
OML-03- 01 Zichtbaarheid borden voor
omleidingen
Omleidingsborden zijn op zichtbaarheidsafstand
zichtbaar voor de weggebruikers.
Zie bijlage I – tabel I-5.
OML-03- 02 Onderlinge afstand
omleidingsborden
Omleidingsborden staan op de voorgeschreven
onderlinge afstand.
Zie bijlage I – tabel I-4.
OML-03- 03 Plaatsing omleidingsborden
ten opzichte van de rijbaan
Omleidingsborden worden rechts van de rijbaan
geplaatst.
In uitzonderingssituaties is plaatsing boven de rijbaan of
links van de rijbaan toegestaan.
Herkenbaarheid
OML-03- 04 Herkenbaarheid omleidingsborden Omleidingsborden zijn op herkenbaarheidsafstand
herkenbaar voor de weggebruikers.
Zie bijlage I – tabel I-5.
Leesbaarheid
OML-03- 05 Leesbaarheid omleidingsborden Omleidingsborden zijn op leesbaarheidsafstand leesbaar. Zie bijlage I – tabel I-5.
Uniformiteit
OML-03- 06 Uniforme kleurstelling
omleidingsborden
Omleidingsborden in vaste uitvoering worden uitgevoerd in fluorescerend gele ondergrond met zwarte tekst en symbolen.
Deze combinatie van fluorescentie en retroreflectie is gekozen uit het oogpunt van zichtbaarheid, herkenbaarheid, leesbaarheid en uniformiteit zowel in het donker als bij daglicht.
OML-03- 07 Uitvoering elektronische
tekstpanelen
Aanduidingen op elektronische tekstpanelen worden
uitgevoerd conform de eisen die aan deze middelen
worden gesteld.
Zie paragraaf 5.2.5.2 Elektronisch tekstpaneel
Functie-eisen voor materiaal en materieel voor tijdelijke bewegwijzering
De algemene eisen voor de uitvoering van tijdelijke bewegwijzering zijn vertaald naar functionele eisen voor de tijdelijke bewegwijzeringsborden. Deze zijn gelijk
aan de eisen voor omleidingen.
Raakvlakeisen voor materiaal en materieel voor tijdelijke bewegwijzering
Deze zijn gelijk aan de eisen voor omleidingen, met dien verstande dat voor de zichtbaarheid en uniformiteit onderstaande aanvullende eisen gelden.
Eis-ID Eistitel Eistekst Toelichting
Zichtbaarheid
TBW-03- 01 Afstand tot permanente
bewegwijzeringsborden
Tijdelijke bewegwijzeringsborden staan op de voorgeschreven
onderlinge afstand van permanente
bewegwijzeringsborden.
Zie bijlage I – tabel I-4. Deze eis geldt alleen wanneer de
permanente bewegwijzeringsborden nog ‘in bedrijf’ zijn.
Uniformiteit
TBW-03- 02 Uniforme kleurstelling
tijdelijke bewegwijzeringsborden
ter vervanging
van permanente
bewegwijzeringsborden
Tijdelijke bewegwijzeringsborden die permanente
bewegwijzeringsborden vervangen, worden uitgevoerd in
de kleurstelling van permanente bewegwijzeringsborden
(blauwe ondergrond met witte tekst en symbolen).