Nulpuntinrichting
Definitie
De nulpuntinrichting is het begin van het werkvak, vanuit de rijrichting gezien. Het wordt gevormd door de fysieke maatregelen (de wegafzetting) nodig voor de afbakening en de afscherming van het werkvak en de geleiding van het verkeer.
De nulpuntinrichting bestaat uit verticaal afzetmateriaal of -materieel aan het begin van een werkvak (zie figuur 3 in paragraaf 1.4).
De uitvoering van de nulpuntinrichting is afhankelijk van de mate waarin de afbakening voertuigkerend is en de naderingssnelheid van het (auto)verkeer.
De volgende paragrafen gaan in op de objecteigenschappen van de bovengenoemde onderdelen van de nulpuntinrichting.
De volgende paragrafen gaan in op de objecteigenschappen van de bovengenoemde onderdelen van de nulpuntinrichting.
[ link ]
Figuur 23. Deelsysteem nulpuntinrichting
Functie-eisen voor materiaal en materieel in nulpuntinrichting
Eis-ID | Eistitel | Eistekst | Toelichting | |
NLP-01- | 01 | Aanduiding en begrenzing werkvak | Het werkvak wordt eenduidig aangeduid en begrensd. | Aan de uitvoering van de nulpuntinrichting moet de weggebruiker kunnen ontlenen: - waar het werk plaatsvindt (op of naast de rijbaan); - waar het werkvak begint (afstand); - of er sprake is van een blokkade van een of meer rijstroken. |
NLP-01- | 02 | Beschermen wegwerkers tegen verkeer | Wegwerkers worden beschermd tegen de gevaren van het verkeer. | |
NLP-01- | 03 | Beperking aanrijdrisico wegwerkers | De nulpuntinrichting is op voldoende afstand vóór de werkruimte gesitueerd om het aanrijdrisico voor de wegwerkers te beperken. | De lengte van deze veiligheidsruimte is gerelateerd aan de V max in de reguliere situatie. |
NLP-01- | 04 | Beperking aanrijdrisico wegwerkers | Als niet wordt voldaan aan de voorgaande eis, is de nulpuntinrichting nagenoeg niet doordringbaar. | ‘Nagenoeg niet doordringbaar’ heeft niet alleen betrekking op normaal weggedrag, maar ook op onverwacht gedrag (inrijden op afzetting in de nulpuntinrichting). |
NLP-01- | 05 | Eisen voor voertuigkerende nulpuntinrichting | De voertuigkerende nulpuntinrichting voldoet aan de specificaties uit de relevante documenten. | |
NLP-01- | 06 | Maatgevend voertuig voertuigkerende nulpuntinrichting | De voertuigkerende nulpuntinrichting moet het maatgevende (ontwerp)voertuig kunnen keren. | De verificatiemethode bestaat uit het houden van botsproeven conform de eisen aan prestatieklassen en werkende breedte. |
NLP-01- | 07 | Voertuigvertraging door voertuigkerende nulpuntinrichting | De voertuigkerende nulpuntinrichting reduceert bij aanrijding door het maatgevende (ontwerp)voertuig de voertuigvertraging zodanig dat inzittenden van het voertuig geen (ernstig) letsel oplopen. | De verificatiemethode bestaat uit het houden van botsproeven conform de eisen aan de kans op letsel voor inzittenden tijdens de botsing. |
NLP-01- | 08 | Behoud functionaliteit voertuigkerende nulpuntinrichting bij aanrijding | De voertuigkerende nulpuntinrichting behoudt ook na aanrijding zo veel mogelijk het kerend vermogen. | |
NLP-01- | 09 | Geleiding verkeer langs nulpuntinrichting | Het verkeer wordt langs de nulpuntinrichting geleid. | |
NLP-01- | 10 | Snelle plaatsing en verwijdering van nulpuntinrichting | De nulpuntinrichting moet snel en eenvoudig kunnen worden geplaatst, verplaatst en verwijderd. | Hierdoor blijven de risico’s voor wegwerkers beperkt. |
Aspecteisen voor materiaal en materieel in nulpuntinrichting
Eis-ID | Eistitel | Eistekst | Toelichting | |
Onderhoud | ||||
NLP-02- | 01 | Snel herstel nulpuntinrichting na aanrijding | De nulpuntinrichting is na een aanrijding snel en eenvoudig herstelbaar. | |
Veiligheid | ||||
NLP-02- | 02 | Veiligheid materiaal nulpuntinrichting bij aanrijding | Het materiaal van de nulpuntinrichting is zodanig geconstrueerd en vormgegeven dat het bij omvallen of na een aanrijding niet kan wegrollen. | |
NLP-02- | 03 | Veiligheid onderdelen nulpuntinrichting bij aanrijding | Een aanrijding door het maatgevend (ontwerp)voertuig levert geen gevaar op voor de inzittenden van het botsende voertuig, de wegwerkers en andere weggebruikers als gevolg van losschietende onderdelen van de nulpuntinrichting. |
Raakvlakeisen voor materiaal en materieel in nulpuntinrichting
Eis-ID | Eistitel | Eistekst | Toelichting | |
Zichtbaarheid | ||||
NLP-03- | 01 | Zichtbaarheid markering nulpuntinrichting zichtbaar voor de weggebruikers. | De markering van de nulpuntinrichting is op zichtbaarheidsafstand zichtbaar voor de weggebruikers. | Zie bijlage I – tabel I-5. |
Herkenbaarheid | ||||
NLP-03- | 02 | Herkenbaarheid markering nulpuntinrichting | De markering van de nulpuntinrichting is op herkenbaarheidsafstand herkenbaar voor de weggebruikers. | Zie bijlage I – tabel I-5. |
NLP-03- | 03 | Herkenbare uitvoering nulpuntinrichting | De afbeelding in de nulpuntinrichting bestaat uit herkenbare rechthoekige afbeeldingen (in rood-wit) in combinatie met verkeersborden (RVV-borden), waarschuwingslichten en/of verlichte pijlfiguraties. | In de praktijk worden toegepast: - actieramen met verlichte pijlen; - actieramen met verkeersborden en gele waarschuwingslichten; - waarschuwingshekken. |
Leesbaarheid | ||||
NLP-03- | 04 | Leesbaarheid markering nulpuntinrichting | De markering van de nulpuntinrichting is op leesbaarheidsafstand leesbaar voor de weggebruikers. | Zie bijlage I – tabel I-5. |
Overige eisen | ||||
NLP-03- | 05 | Interactie voertuigkerende nulpuntinrichting met aanrijding door maatgevend (ontwerp)voertuig | Bij aanrijding van een voertuigkerende nulpuntinrichting door het maatgevende (ontwerp)voertuig mag het botsende voertuig niet kantelen, door de constructie breken, eroverheen rijden of onder de constructie doorschieten. | |
NLP-03- | 06 | Geleiding van maatgevend (ontwerp)voertuig bij aanrijding | Bij aanrijding van een voertuigkerende nulpuntinrichting door het maatgevende (ontwerp)voertuig wordt het botsende voertuig zodanig geleid dat het niet onder een grote hoek in de eigen of tegemoetkomende verkeersstroom wordt teruggekaatst. | |
NLP-03- | 07 | Geen schade aan deklaag door voertuigkerende nulpuntinrichting | Een voertuigkerende nulpuntinrichting moet zodanig op de verharding kunnen worden geplaatst dat schade aan de deklaag van de weg wordt voorkomen. |