Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Specificaties voor materiaal en materieel
Deze tekst is gepubliceerd op 15-04-20

Tijdelijke verkeersmaatregel

Definitie
De tijdelijke verkeersmaatregel is het geheel van verkeerstekens en/of de toegevoegde of gewijzigde wegmarkeringen op of langs de weg.

De tijdelijke verkeersmaatregel is te beschouwen als een systeem dat uit vijf deelsystemen bestaat met onderscheidende functies. De deelsystemen zijn opgebouwd uit een of meer systeemelementen. In figuur 6 zijn de deelsystemen weergegeven, waarbij als voorbeeld het systeem ‘Tijdelijke verkeersmaatregel’ is uitgewerkt in de onderliggende systeemelementen. De wegafzetting en de verkeersruimte zijn vaste deelsystemen van de tijdelijke verkeersmaatregel. De wegafzetting bestaat uit de inleidende bebakening, de nulpuntinrichting, de langsafzetting en het eindpunt. Het meeste materiaal en materieel behoort tot deze deelsystemen en systeemelementen.
De deelsystemen Informatie & Communicatie en Omleidingen & Tijdelijke bewegwijzering worden niet bij elke verkeersmaatregel toegepast; de inzet hiervan is afhankelijk van de feitelijke werkkarakteristieken en weg- en verkeerskenmerken.
Het deelsysteem Wegwerkers & Werkvoertuigen bestaat uit de maatregelen die gebonden zijn aan de wegwerkers (de signaalkleding als onderdeel van de persoonlijke beschermingsmiddelen) en de werkvoertuigen (de attentiesignalen).
Functie-eisen tijdelijke maatregelen
Voor de uitwerking en toepassing van tijdelijke verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering is een zestal beleidsuitgangspunten vastgesteld; zie richtlijndeel ‘Beleid en proces veilig werken aan wegen’ (96a/96b). Deze beleidsuitgangspunten zijn te beschouwen als de functie-eisen (‘topeisen’) voor de tijdelijke verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering. Deze functie-eisen gelden voor alle onderliggende deelsystemen en systeemelementen (het materiaal en materieel dat onderdeel is van de maatregel of ingezet wordt voor het plaatsen, onderhouden en verwijderen van de maatregel). Onderstaand een samenvatting van de topeisen (beleidsuitgangspunten) die van toepassing zijn voor tijdelijke verkeersmaatregelen. Deze eisen worden beschouwd als de functie-eisen voor tijdelijke verkeersmaatregelen.
[ link ]

Figuur 6. Opbouw tijdelijke verkeersmaatregel

Algemene functie-eisen (topeisen) voor tijdelijke verkeersmaatregelen
Es-ID Eistitel Eistekst Toelichting
TVM-01- 01 Veilige werkplekDe verkeersmaatregelen waarborgen een veilige werkplek voor de wegwerkers.Het bieden van een veilige werkplek voor de wegwerkers is verankerd in de Arbowet. Werken aan de weg is alleen verantwoord als dat op een veilige wijze kan.
TVM-01- 02 Veiligheid weggebruikersDe verkeersmaatregelen waarborgen de veiligheid van de weggebruikers. Het veiligheidsniveau in de tijdelijke situatie is niet veel
lager dan dat in reguliere situaties.
TVM-01- 03Maximale doorstroming van het verkeerDe overlast voor het verkeer blijft tot een minimum beperkt met het oog op een maximale doorstroming van het verkeer.Als sprake is van vertraging, blijft deze beperkt tot een door de wegbeheerder en/of opdrachtgever te bepalen niveau.
TVM-01- 04Gevolgen voor leefbaarheid en milieuDe overlast voor de omgeving, het milieu en alle betrokkenen blijft tot een minimum beperktBehalve op de geluidsoverlast, luchtverontreiniging, gevolgen voor flora en fauna en de milieubelasting van de gebruikte bouwstoffen, heeft deze eis ook betrekking op de oversteekbaarheid, de barrièrewerking, de bereikbaarheid van percelen en dergelijke.
TVM-01- 05 LifecyclekostenDe beschikbare budgetten worden op een zorgvuldige en verantwoorde wijze besteed.De uitgaven voor verkeersmaatregelen zijn rechtmatig, doelmatig en verantwoord.
TVM-01- 06 Informatie en communicatieWeggebruikers en andere belanghebbenden worden goed geïnformeerd over de werkzaamheden en over mogelijke hinder als gevolg van de werkzaamheden.Bij goed gei¨nformeerde weggebruikers is de acceptatie van de hinder en vertraging groter en de kans op agressie in het verkeer bij wegwerkzaamheden kleiner.
Aspecteisen voor materiaal en materieel bij tijdelijke verkeersmaatregelen
Eis-ID Eistitel Eistekst Toelichting
Levensduur
TVM-02- 01Levensduur retroreflecterend materiaalRetroreflecterend materiaal dat gebruikt wordt in klasse II en fluorescerend geel in klasse III heeft een levensduur van minimaal 10 jaar, voor klasse III geldt een levensduur van minimaal 12 jaarDeze eis geldt voor de retroreflecterende folie op verkeersborden n onderborden.
TVM-02- 02Productinformatie retroreflecterend materiaalRetroreflecterend materiaal is voorzien van informatie over producent, productiedatum, reflectieklasse, levensduur e.d.
Onderhoud
TVM-02- 03 Staat van onderhoud Het materiaal en materieel is schoon en onbeschadigd.Hierbij moet ook gelet worden op verkleuring en veroudering van het retroreflecterend of fluorescerend materiaal.
TVM-02- 04 Behoud functionaliteitDe functionaliteit van het materiaal en materieel is gedurende de duur van de werkzaamheden en/of het gebruik van de tijdelijke verkeersruimte gewaarborgd.Materiaal en materieel is aan slijtage onderhevig. Wanneer het materiaal of materieel niet meer voldoet aan de gestelde minimumeisen, dan dient het hersteld of vervangen te worden.
Veiligheid
TVM-02- 05 Veiligheid bij aanrijdingDe afzonderlijke onderdelen, constructies en ondersteuningsconstructies zijn bij aanrijding veilig voor wegwerkers en weggebruikers (en voertuigen).Bij een aanrijding moet worden voorkomen dat er kans op (extra) letsel ontstaat als gevolg van het object. Ook moet worden voorkomen dat (constructie)onderdelen losraken en op die wijze tot (extra) letsel leiden.
TVM-02- 06 BrandwerendheidHet materiaal en materieel is voldoende brandwerend en brandvertragend.Wanneer bij een aanrijding brand ontstaat, moet voorkomen worden dat het vuur via het object overslaat naar andere voertuigen.
Duurzaamheid
TVM-02- 07Milieubelasting materiaal en materieelDe milieubelasting van het materiaal en materieel voldoet aan de vigerende wetgeving.Om de milieubelasting zo gering mogelijk te laten zijn, moet bij de keuze van het materiaal aandacht besteed worden aan conservering en hergebruik.
TVM-02- 08 Milieubelasting bij aanrijdingExtra milieubelasting ten gevolge van een aanrijding wordt voorkomen.Bij de keuze van materiaal moet rekening worden gehouden met de gevolgen voor het milieu van restmateriaal dat in de berm achterblijft na een aanrijding. Dit geldt met name voor de gebruikte kunststoffen. Het restmateriaal moet eenvoudig te verwijderen zijn.
Voor meer informatie over de topeisen (beleidsuitgangspunten) wordt verwezen naar het richtlijndeel 'Beleid en proces' [D01].
Tijdelijke maatregelen bij werk in uitvoering dienen te voldoen aan de richtlijnen en standaardmaatregelen zoals die in de CROW-publicatiereeksen 96a en 96b zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn echter te beschouwen als minimumeisen voor standaardsituaties. Voor elke situatie moet worden bepaald of de standaardmaatregelen voldoende veiligheid bieden.
Hierbij wordt opgemerkt dat de uitgaven voor verkeersmaatregelen rechtmatig, doelmatig en (maatschappelijk) verantwoord moeten zijn (goed is goed genoeg). Dit impliceert dat de risico’s bij wegwerkzaamheden niet volledig worden voorkomen, maar wel tot een aanvaardbaar minimum worden teruggebracht. De situatie moet zodanig zijn ingericht dat het veiligheidsniveau bij wegwerkzaamheden niet veel lager is dan in de reguliere verkeerssituatie.
De eisen voor de tijdelijke verkeersmaatregel als geheel worden bij de afzonderlijke onderdelen nader uitgewerkt. De eisen worden zo concreet mogelijk beschreven. Zo worden de eisen aan de zichtbaarheid vertaald in concrete afstanden en wordt de afscherming vertaald in eisen aan de voertuigkerende functie. Waar mogelijk worden grenswaarden genoemd waaraan het materiaal en materieel moet voldoen.
Raakvlakeisen voor materiaal en materieel bij tijdelijke verkeersmaatregelen
Eis-ID Eistitel Eistekst Toelichting
Zichtbaarheid
TVM-03- 01Zichtbaarheid situatie voor weggebruikerDe tijdelijke situatie is op zichtbaarheidsafstand zichtbaar voor de weggebruikers. Zie bijlage I – tabel I-5.
TVM-03- 02Zichtbaarheid werkvak en verkeersruimteDe afbakening van het werkvak en de verkeersruimte zijn goed zichtbaar voor de weggebruikers.
Herkenbaarheid
TVM-03- 03Herkenbaarheid situatie voor weggebruikerDe tijdelijke situatie is op herkenbaarheidsafstand herkenbaar voor de weggebruikers. Zie bijlage I – tabel I-5.
TVM-03- 04Herkenbaarheid situatie voor weggebruikerDe wijze waarop het verkeer wordt afgewikkeld is goed herkenbaar voor de weggebruikers.
TVM-03- 05 Kleur draag- en bevestigingsconstructiesDe draag- en bevestigingsconstructies zijn uitgevoerd in een niet-opvallende kleur, tenzij deze constructies onderdeel zijn van de afbeelding en/of de kleur die specifiek is voorgeschreven.Het gebruik van felle, opvallende kleuren voor draag- en bevestigingsconstructies kan de herkenbaarheid van de afbeeldingen negatief beïnvloeden. Om die reden worden deze constructies in onopvallende kleurstelling uitgevoerd. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld het frame van de actiewagen en de voet van de verkeerskegel, waarbij de eigenaar door de kleur van het materieel kan worden herkend.
Leesbaarheid
TVM-03- 06Leesbaarheid informatie in relatie tot afstandDe informatie op de borden is op leesbaarheidsafstand leesbaar. Zie bijlage I – tabel I-5.
TVM-03- 07Leesbaarheid informatie in relatie tot lettertypeDe informatie op borden is uitgevoerd in het voorgeschreven lettertype.Het lettertype dient te zijn afgestemd op de noodzakelijke leesbaarheidsafstand.
TVM-03- 08Leesbaarheid informatie in relatie tot letterhoogteDe informatie op borden is uitgevoerd in de voorgeschreven letterhoogte.De letterhoogte dient te zijn afgestemd op de noodzakelijke leesbaarheidsafstand.
TVM-03- 09Leesbaarheid informatie in relatie tot contrastEr is voldoende contrast tussen de achtergrond en de daarop aangebrachte tekst en figuratie.Witte letters op blauwe achtergrond en zwarte letters op een gele achtergrond contrasteren uitstekend. In Nederland is op basis van internationaal overleg over permanente bewegwijzering gekozen voor witte tekst op een blauwe achtergrond. Voor tijdelijke bewegwijzering en andere tijdelijke (informatie)borden is gekozen voor zwarte tekst en figuratie op een fluorescerend gele achtergrond.
Begrijpelijkheid
TVM-03- 10Begrijpelijkheid informatie in relatie tot leestijdDe informatie op borden is binnen de beschikbare leestijd voor de weggebruiker te begrijpen.De begrijpelijkheid stelt eisen aan de te gebruiken teksten en symbolen.
TVM-03- 11Begrijpelijkheid informatie in relatie tot teksten en symbolenVoor het overdragen van de informatie op borden wordt gebruikgemaakt van de standaardsymbolen en -teksten.Indien standaardsymbolen en -teksten beschikbaar zijn, dienen deze gebruikt te worden. Bijvoorbeeld: een inrijverbod moet met een RVV-bord worden aangegeven en niet met de tekst ‘inrijden verboden’.
Uniformiteit
TVM-03- 12Uniformiteit in uitvoering tijdelijke verkeersmaatregelTijdelijke verkeersmaatregelen in vergelijkbare situaties worden op de dezelfde wijze uitgevoerd.
TVM-03- 13Uniformiteit in materiaal en afbeelding in de verkeersmaatregelOnderdelen van de verkeersmaatregel worden in dezelfde materialen en/ of afbeeldingen uitgevoerd.Een langsafzetting van een werkvak moet bestaan uit of alleen verkeerskegels of alleen geleidebakens.
TVM-03- 14Uniformiteit in materiaal en afbeelding in afzettingHet gebruik van materialen en/of afbeeldingen in verschillende uitvoeringen in één afzetting is niet toegestaan.Bij toepassing van verkeerskegels hebben deze allemaal dezelfde kleurstelling voor de afbeelding en drager. Bij toepassing van geleidebakens hebben deze allemaal dezelfde kleurstelling voor de afbeelding, het schild en de voet.
TVM-03- 15Combinatie van materiaal en afbeelding in een afzettingCombinatie van materialen en/of afbeeldingen is alleen toegestaan als deze niet storend is in het beeld voor de weggebruiker.De combinatie van geleidebakens naast een voertuigkerende barrier of andere afscheiding van de werkruimte (bouwhek) is niet bezwaarlijk.
Continui¨teit
TVM-03- 16Continuïteit in informatieInformatie die eenmaal is opgenomen in de tijdelijke aanduidingen en borden wordt voortgezet tot het punt waarop deze niet meer van toepassing is.Deze eis heeft met name betrekking op het opnemen van plaats- en objectnamen in omleidingen en tijdelijke bewegwijzering. Deze dienen te worden voortgezet tot de plaats waar de omleidingsroute weer aansluit op de normale route, tot de plaats waar de verwijzingen in de permanente bewegwijzering zijn opgenomen of tot de bestemming is bereikt.
Arbeidsomstandigheden
TVM-03- 17 Hanteerbaarheid materiaalDe afzonderlijke onderdelen van de materialen zijn niet te zwaar in relatie met de wijze van plaatsen en de frequentie van (ver)plaatsen en verwijderen.Deze eis komt voort uit de wet- en regelgeving voor de arbeidsomstandigheden in relatie tot het zwaar tillen.
TVM-03- 18Afbakening werkruimte en werkvakDe werkruimte en het werkvak zijn zichtbaar en herkenbaar afgebakend.De wegwerker moet in een oogopslag kunnen zien waar hij/zij wel of niet veilig kan werken.
Eigendom
TVM-03- 19Bedrijfskleur draag- en bevestigingsconstructiesDraag- en bevestigingsconstructies mogen worden uitgevoerd in een niet opvallende kleur waaraan de eigenaar herkenbaar is.Deze eis heeft een relatie met de herkenbaarheid van de afbeelding(en).
TVM-03- 20Markering met naam eigenaar bordenRVV-borden en andere borden die gebruikt worden bij wegafzettingen en omleidingen mogen aan de achterzijde zijn voorzien van een naam en logo van de eigenaar in een klein formaat.Wegbeheerders en aannemers maken vaak gebruik van gespecialiseerde bedrijven voor het plaatsen en onderhouden van bebakening en afzettingen bij werken in uitvoering of huren het afzettingsmateriaal. Dit maakt het wenselijk dat het materiaal is voorzien van een naam en/of logo van de eigenaar.
TVM-03- 21Markering met naam eigenaar bordenRVV-borden en andere borden die gebruikt worden bij wegafzettingen en omleidingen mogen aan de voorzijde zijn voorzien van een naam of logo van de eigenaar in de bies van het bord.
TVM-03- 22Markering met naam eigenaar afzettingsmateriaalAfzettingsmateriaal mag aan de zijde met de afbeelding zijn voorzien van één markering met naam en/of logo van de eigenaar.Dit geldt voor materiaal waarvan de draagconstructie geen ruimte biedt om naam en/of logo van de eigenaar te vermelden, zoals verkeerskegels (VKK-05-04 t/m VKK-05-07), geleidebakens (GLB-05-05 t/m GLB-05-08) en waarschuwingshekken (WSH-05-04 t/m WSH-05-09).
TVM-03- 23Afmeting markering naam eigenaarDe markering van de eigenaar beslaat maximaal 0,4% van de oppervlakte van de afbeelding.
Overige eisen
TVM-03- 24 Reclame-uitingenReclame-uitingen op materiaal en materieel voor de onderdelen van tijdelijke verkeersmaatregelen zijn niet toegestaan.De rijtaak van de weggebruiker is in tijdelijke situaties al zwaarder en mag niet nog eens extra belast worden door elementen die de aandacht afleiden.