Figuur 1103 Werken over de volle breedte van voetpad of voetgangersgebied met volledige afsluiting en omleiding

Toepassing

Bij statische en semidynamische werkzaamheden op voetpad of in voetgangersgebied.
Maatregelen kunnen achterwege blijven als de werkzaamheden geen enkel risico voor de gebruikers van het voetpad of voetgangersgebied opleveren.

Uitvoering

Maatregel bestaande uit afsluiting met behulp van twee (of meer) waarschuwingshekken en omleiding.
Indien afsluiting met alleen waarschuwingshekken niet voldoet, kan plaatsing van bord C16 ‘Gesloten voor voetgangers’ op de hekken noodzakelijk zijn.
Omleiding kan bestaan uit alternatieve route over voetpad aan andere zijde van de naastgelegen rijbaan, over andere voetpaden of over een tijdelijke voorziening direct langs het werkvak.
Bewegwijzerde omleiding is altijd noodzakelijk als omleidingsroute voor voetgangers niet direct herkenbaar is, bijvoorbeeld omdat deze ruim voor het werkvak begint. Voor de uitvoering van de omleiding wordt verwezen naar hoofdstuk 12 van richtlijndeel Werken op niet-autosnelwegen.
Bij de omleiding moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van specifieke gebruikersgroepen, zoals schoolkinderen en ouderen.
Bij omleiding naar voetpad aan andere zijde van de rijbaan steken de voetgangers bij voorkeur over op een bestaand kruispunt of een bestaande oversteekplaats.
Indien tijdelijke oversteekplaatsen noodzakelijk zijn, kunnen tevens aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn (snelheidsbeperking, extra bebording en geel waarschuwingslicht).
Bij werkzaamheden op voetpad of in voetgangersgebied is geen veiligheidsruimte noodzakelijk (b ≥ 0 meter).

Voorwaarden

Omleiding voor voetgangers is beschikbaar en zo kort mogelijk (maximaal 2 minuten extra looptijd = 100 tot 150 meter langer dan reguliere route).
Bij voetgangersgebieden kan het noodzakelijk zijn dat het afgesloten gebied beschikbaar moet blijven voor calamiteitenvoertuigen.
Werkvoertuigen die binnen de afzetting worden gebruikt of dienst doen als afzetting mogen op geen enkele wijze gevaar opleveren voor langslopende voetgangers.

Tijdsduur

Bij een tijdsduur ≤ 2 uur (zonder omleiding) kan inzet verkeersregelaars noodzakelijk zijn.

Relatie met andere maatregelen

Ligt het voetpad binnen 1,50 meter van een naastgelegen fietspad dan moet op 30 meter voor nulpuntinrichting(en) (of in actieraam werkvoertuig(en)) bord J16 worden geplaatst. Tevens moet rekening worden gehouden met een veiligheidsruimte ( ≥ 5,00 meter) en een vrije ruimte van minimaal 0,60 meter.
Ligt het voetpad naast een rijbaan voor autoverkeer en vinden de werkzaamheden plaats binnen de geldende afstand waarbij maatregelen noodzakelijk zijn, dan worden de maatregelen voor het voetpad afgestemd op en/ of gecombineerd met de maatregelen voor het autoverkeer (grotere veiligheidsruimte, meer voorwaarschuwingen en een snelheidsbeperking).