Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Werken op niet-autosnelwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 26-06-20

Fietspaden en fietsroutes

Fietspaden zijn die gedeelten van het wegprofiel die uitsluitend bestemd zijn voor fietsers en snorfietsers en eventueel ook voor bromfietsers. Er wordt onderscheid gemaakt in verplichte fietspaden, verplichte fiets-/bromfietspaden en onverplichte fietspaden. Zie figuur 15 voor de aanduidingen van fietspaden conform het RVV 1990 [w1]. Een verplicht fietspad wordt aangeduid met bord G11 en is alleen bestemd voor fietsers en snorfietsers. Een fiets-/bromfietspad wordt aangeduid met bord G12a; fietsers, snorfietsers en bromfietsers zijn verplicht van dit pad gebruik te maken. Een onverplicht fietspad wordt aangeduid met bord G13; hierop zijn alleen fietsers en snor- en bromfietsers met uitgeschakelde motor toegestaan.
[ link ]

Figuur 15. Aanduidingen van fi etspaden conform het RVV 1990 [w1]
Er wordt onderscheid gemaakt in vrijliggende, aanliggende en solitaire fietspaden en fiets-/bromfietspaden. Een vrijliggend fietspad of fiets-/bromfietspad loopt parallel aan een naastgelegen rijbaan en is daarvan door een tussenberm gescheiden. Een aanliggend fietspad of fiets-/bromfietspad ligt direct naast een rijbaan of wordt door een zeer smalle tussenberm of verharde strook gescheiden van de rijbaan. Solitaire fietspaden of fiets-/bromfietspaden volgen een eigen tracé en zijn niet gebundeld met andere weginfrastructuur.
Een bijzondere vorm van een fietsvoorziening is de fietsstraat. Dit is een erftoegangsweg die door speciale vormgeving en inrichting herkenbaar is als (belangrijke) fietsroute. In fietsstraten is autoverkeer ‘te gast’ en slechts beperkt aanwezig (er rijden in principe meer fietsers dan auto’s). Fietsstraten zijn herkenbaar aan een rijloper van rood asfalt met rabatstroken voor het passeren van autoverkeer en aan speciale bebording. Er zijn fietsstraten met en zonder (overrijdbare) rijrichtingscheiding.
Naast fietspaden zijn er ook fietsvoorzieningen in de vorm van fietsstroken. Een fietsstrook is een door een doorgetrokken of onderbroken streep afgescheiden gedeelte van de rijbaan, waarop fietssymbolen zijn aangebracht en dat bestemd is voor fietsers en snorfietsers. Fietsstroken worden vaak in rood uitgevoerd, maar er zijn ook fietsstroken in de kleur van de rijbaan.
In de praktijk komen ook zogeheten suggestiestroken voor. Dit zijn door een onderbroken streep afgescheiden gedeelten van de rijbaan, die kunnen worden gebruikt door fietsers en snorfietsers. Suggestiestroken worden niet als volwaardige fietsvoorzieningen beschouwd.
Fietsroutes zijn in principe alle verbindingen in een netwerk die een functie hebben voor het fietsverkeer. Dit kunnen fietsverbindingen zijn met een woon-werk- en/of woon-schoolkarakter, maar ook fietsverbindingen met een recreatieve functie. Het tracé van fietsroutes loopt over erftoegangswegen, gebiedsontsluitingswegen (met fietsvoorziening) of over vrijliggende of solitaire fietspaden.
Voor meer informatie over de basiskenmerken en verschijningsvormen van fietsvoorzieningen wordt verwezen naar de richtlijnen in het ‘Handboek wegontwerp 2013’ [4-7], de ‘ASVV 2012’ [9] en de ‘Ontwerpwijzer fietsverkeer’ [10].
[ link ]

Figuur 16. Verschijningsvormen van fietspaden, fietsstroken en fietsstraten