Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Werken op niet-autosnelwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 26-06-20

Functionele wegindeling

Als gevolg van Duurzaam Veilig is de inrichting van het wegennet in Nederland veranderd. De vorm en de inrichting van wegen zijn meer in overeenstemming gebracht met de functie en het gebruik ervan. De functie van de weg en het gebruik hiervan zijn bepalend voor de verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden.
Voor de gebruikers van deze publicatie betekent dit dat bij de selectie van maatregelen niet alleen gekeken wordt naar de weg- en verkeerskenmerken – die zijn af te leiden uit de verschijningsvorm van de weg – maar ook naar de functie en het gebruik van de weg. De functie kan variëren van het toegankelijk maken van de aanliggende bestemmingen (woonstraat) tot het snel en veilig afwikkelen van grote verkeersstromen (autoweg). Het gebruik kan variëren van alle weggebruikers (voetgangers, fietsers, auto’s) tot uitsluitend gemotoriseerd verkeer (of een andere specifieke groep). Daarnaast is het verkeersaanbod een graadmeter voor de functie en het gebruik: in een woonstraat rijden minder auto’s dan op een autoweg.
Binnen Duurzaam Veilig wordt een functionele wegindeling aangehouden waarbij drie wegcategorieën worden onderscheiden: erftoegangswegen, gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen.
De mens als maatstaf
Duurzaam Veilig is een integrale benadering van het verkeerssysteem: mens, voertuig en weg. De weg en het voertuig sluiten aan bij wat de mens kan (en niet kan) en bieden de mens voldoende bescherming.
Het doel van Duurzaam Veilig is het voorkomen van ongevallen en het uitsluiten van de kans op ernstig letsel. Daarbij wordt de mens als uitgangspunt gehanteerd voor het ontwerp en de inrichting van de verkeersruimte om een optimale afstemming te bewerkstelligen tussen mensen, voertuigen en weginrichting. Duurzaam Veilig streeft naar verkeersveiligheidsmaatregelen die zo vroeg mogelijk ingrijpen in de keten van het wegontwerp naar het uiteindelijk verkeersgedrag. De hiaten in het verkeerssysteem leiden tot onveilig gedrag (fouten en overtredingen) die de kans op ongevallen vergroten.
Het principe van Duurzaam Veilig is leidend voor het ontwerp van de weginfrastructuur. Door afstemming van de functie, de vorm, de regelgeving en het gebruik wordt de kans op verkeersongevallen verkleind en het aantal verkeersslachtoffers verminderd.

Op erftoegangswegen is sprake van menging van alle verkeerssoorten. De snelheid van het gemotoriseerd verkeer ligt laag en er kunnen overal oversteekbewegingen worden gemaakt, zowel op wegvakken als op kruispunten. Tussen de verschillende verkeerssoorten bestaan conflictmogelijkheden. Er zijn veel omgevingsinvloeden. Noemenswaardige problemen worden voorkomen door de lage rijsnelheden en doordat de bestuurders door de korte afstand die ze afleggen alert zijn. Gangbare aanduidingen voor erftoegangswegen binnen de bebouwde kom zijn ‘woonstraat’ en ‘erf’; buiten de bebouwde kom wordt vaak gesproken van een ‘plattelandsweg’.
Bij gebiedsontsluitingswegen is sprake van een scheiding tussen langzame en snelle vervoerswijzen, dat wil zeggen tussen enerzijds voetganger en fiets en anderzijds auto, motor, bus, bestel- en vrachtauto. Bromfietsers rijden binnen de bebouwde kom op de rijbaan en buiten de bebouwde kom op het fiets-/bromfietspad of op de parallelweg. Landbouwvoertuigen rijden buiten de kom bij voorkeur op erftoegangswegen en niet op gebiedsontsluitingswegen. Gangbare aanduidingen voor gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom zijn ‘hoofdweg’ en ‘wijkontsluitingsstraat’; buiten de bebouwde kom wordt vaak gesproken van een ‘provinciale weg’.
Op stroomwegen rijdt het verkeer relatief snel omdat het (meestal) een grotere afstand aflegt. De doorstroming van het verkeer is belangrijk. Op stroomwegen komen weinig conflicten voor met tegemoetkomend of kruisend verkeer en er is geen langzaam verkeer aanwezig. Het verkeer rijdt in een overzichtelijke omgeving met weinig verstorende invloeden. Gangbare aanduidingen voor stroomwegen buiten de bebouwde kom zijn ‘autosnelweg' en ‘autoweg’.
Buiten de bebouwde kom komen alle drie de wegcategorieën voor. Binnen de bebouwde kom komen alleen erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen voor. De stroomwegen zijn onderverdeeld in nationale stroomwegen (autosnelwegen, zie 'Werken op autosnelwegen' [1]) en regionale stroomwegen (autowegen).