Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Werken op niet-autosnelwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 26-06-20

Keuzeboom erftoegangswegen binnen en buiten de bebouwde kom

Voor erftoegangswegen is een selectieschema ontwikkeld dat leidt tot de toe te passen keuzeboom (zie figuur 27).
Aan de hand van de belangrijkste basiskenmerken van erftoegangswegen (maximumsnelheid, rijbaanbreedte, rijrichtingscheiding, fietsvoorzieningen, verkeersaanbod) kan worden bepaald of de betreffende weg – wat betreft de te nemen maatregelen – daadwerkelijk als erftoegangsweg kan worden beschouwd of dat deze moet worden opgeschaald naar gebiedsontsluitingsweg.
[ link ]

Figuur 27. Schema wegkenmerken van erftoegangswegen binnen en buiten de bebouwde kom

De toe te passen verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden op en naast erftoegangswegen binnen en buiten de bebouwde kom, volgen uit een aantal te doorlopen stappen waarin de relevante werkkarakteristieken en weg­ en verkeerskenmerken worden beoordeeld en afgewogen. Om snel en eenvoudig de toe te passen verkeersmaatregel te kunnen bepalen, is het afwegingsproces uitgewerkt in een keuzeboom (zie figuur 28).
Deze keuzeboom leidt naar een toe te passen principe en vervolgens tot één of meer standaardmaatregelen. De principes zijn in deze publicatie opgenomen, de standaardmaatregelen in het handboek ‘Standaardmaatregelen op niet­autosnelwegen 96b' [17], de Online Kennismodule en de Online­tool 96a/96b.
[ link ]

Figuur 28. Keuzeboom 2: Maatregelen op erftoegangswegen binnen en buiten de bebouwde kom

Werken in de luwte van het werkvoertuig
Het plaatsen en verwijderen van verkeerskegels vanuit rijdende voertuigen, omdat collega’s in het werkvak aan het werk zijn, brengt extra gevaar mee voor de wegwerkers die de verkeerskegels plaatsen en verwijderen. Wanneer dit extra gevaar niet in verhouding staat tot de feitelijke werkzaamheden, kan de langsafzetting achterwege blijven, mits de wegwerkers die in het werkvak aanwezig zijn voldoende worden afgeschermd, bijvoorbeeld door toepassing van tussenwagens of een extra vrije ruimte tussen het verkeer en de feitelijke werkruimte.
Bij kortdurende werkzaamheden en bij rijdende afzettingen kan ook gekozen worden voor het werken in de luwte van het werkvoertuig of de actiewagen (in het nulpunt). In de luwte werken van een (werk)voertuig in het nulpunt kan alleen direct naast het voertuig, globaal over een lengte van de achterzijde van het voertuig tot maximaal 10 meter voor de voorzijde van het voertuig. Wanneer niet naast maar (pal) voor het voertuig moet worden gewerkt, moet het werkvoertuig worden begeleid door een actiewagen of werkvoertuig met eigen bebakening in het nulpunt. Direct voor een werkvoertuig werken kan alleen zonder langsafzetting wanneer de wegwerker niet te ver voor het voertuig aan het werk is (maximaal 5 meter voor het werkvoertuig).
[ link ]

Figuur 29. Voorbeelden van werken in de luwte van een werkvoertuig naast (links) en op (rechts) een erftoegangsweg