Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

WIU 2020 – Werken op niet-autosnelwegen
Deze tekst is gepubliceerd op 26-06-20

Keuzeboom regionale stroomwegen buiten de bebouwde kom

Voor regionale stroomwegen is een selectieschema ontwikkeld dat leidt tot de toe te passen keuzeboom (zie figuur 47). Aan de hand van de belangrijkste basiskenmerken van regionale stroomwegen (maximumsnelheid, wegprofiel, rijrichtingscheiding, aanwezigheid landbouwverkeer en verkeersaanbod) kan worden bepaald of de betreffende weg – wat betreft de uitvoering van tijdelijke verkeersmaatregelen – als regionale stroomweg kan worden beschouwd of dat ‘downgraden’ naar een gebiedsontsluitingsweg noodzakelijk is. Als de regionale stroomweg veel kenmerken heeft van een nationale stroomweg (bijvoorbeeld een vluchtstrook), dan moet veelal worden opgeschaald naar maatregelen voor autosnelwegen; hiervoor wordt verwezen naar het richtlijndeel 'Werken op autosnelwegen' [1].
[ link ]

Figuur 47. Schema weg- en verkeerskenmerken regionale stroomwegen

De toe te passen verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden op en naast regionale stroomwegen buiten de bebouwde kom volgen uit een aantal te doorlopen stappen waarin de relevante werkkarakteristieken en weg­ en verkeerskenmerken worden beoordeeld en afgewogen.
Om snel en eenvoudig de toe te passen verkeersmaatregel te kunnen bepalen, is het afwegingsproces uitgewerkt in een keuzeboom (zie figuur 48). Deze keuzeboom leidt naar een toe te passen principe en vervolgens tot één of meer standaardmaatregelen. De principes zijn in deze publicatie opgenomen, de standaardmaatregelen in het handboek ‘Standaardmaatregelen op niet­autosnelwegen 96b' [17], de Online Kennismodule en de Online­tool 96a/96b.
[ link ]

Figuur 48. Keuzeboom 4: Maatregelen op regionale stroomwegen