Oversteken van de rijbaan
Voor het plaatsen van de inleidende bebording en in voorkomende situaties ook voor het bereiken van het werkvak moeten wegwerkers de rijbaan oversteken. Bij dubbelbaans wegen is oversteken van de rijbaan vooral nodig voor het plaatsen van tijdelijke bebording in de middenberm en om een werkvak in de middenberm te bereiken.
Het te voet oversteken brengt risico’s mee. Deze zijn vooral afhankelijk van het aantal rijstroken en de naderingssnelheid van het verkeer. Om die reden moeten de werkzaamheden en werkvakken zo worden ingericht dat het oversteken van de rijbaan niet nodig is of dat de oversteek anders dan te voet over de rijbaan kan worden uitgevoerd (bijvoorbeeld via een tijdelijke brug of door met een voertuig het werkvak in te rijden).
Het lopend oversteken van de rijbaan op wegen binnen en buiten de bebouwde kom is verboden:
- bij twee of meer rijstroken op wegen met een Vmax = 100 km/h of hoger;
- bij drie of meer rijstroken op wegen met een Vmax = 80 of 70 km/h.
Het oversteekverbod geldt voor alle betrokkenen bij de werkzaamheden. Oversteken via reguliere oversteekvoorzieningen is uiteraard wel toegestaan.
Hierbij moet worden opgemerkt dat het oversteken van de verkeersruimte langs een werkvak extra risico’s met zich meebrengt en alleen is toegestaan als slechts één rijstrook moet worden overgestoken én de tijdelijke snelheid niet hoger is dan 70 km/h. Het versmallen van de rijbaan met als doel om de wegwerkers de verkeersruimte te kunnen laten oversteken voor het werken in de middenberm is niet toegestaan.