Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

ASVV 2021
Deze tekst is gepubliceerd op 28-10-12

Begripsbepaling

Verkeersvoorzieningen zijn voorzieningen voor het verkeer. Er zijn twee soorten:
  • (Fysieke) constructies, bijvoorbeeld straten en onderdelen daarvan.
  • (Op de wet gebaseerde) maatregelen waartoe een wegbeheerder het initiatief kan nemen, zoals het instellen van een parkeerverbod.
De term 'verkeer' omvat meer alleen het maken van verplaatsingen. In de (openbare) ruimte waar verkeersvoorzieningen zijn, is ook op een andere manier sprake van 'verkeren', namelijk van 'verblijven'. Elke verkeersvoorziening kan dus ook in meer of mindere mate een verblijfsvoorziening zijn, bijvoorbeeld een (woon)erf'. Het woord 'verkeersvoorziening' heeft daarom een ruime betekenis.
Kortheidshalve staat in plaats van 'verkeersvoorziening' in de ASVV meestal alleen het woord 'voorziening'. Gezien het centrale thema, lijkt verwarring met het begrip 'voorzieningen' in de planologische betekenis (scholen, winkels en dergelijke) daarbij uitgesloten.
In de titel van de oorspronkelijke ASVV zat het begrip ‘stedelijke verkeersvoorzieningen’. Het woord 'stedelijke' werd daarbij steeds uitgelegd als 'gelegen binnen de bebouwde kom' en kon dus ook betrekking hebben op situaties in plaatsen die niet een uitgesproken stedelijk karakter of historische stadsrechten hebben. Ter vergroting van de duidelijkheid is de titel van de ASVV in 1988 aangepast door de ondertitel 'Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom' toe te voegen. Omdat de letters ASVV echter een vertrouwde klank hebben gekregen, zijn deze in de titel gehandhaafd.
Het woord 'aanbevelingen' in de ondertitel van het boek geeft aan welk karakter deze publicatie in hoofdzaak heeft, maar ook dit woord is, net als 'verkeersvoorziening', ruim te interpreteren. Daaronder vallen ook zaken met een grotere of met een geringere mate van 'bindendheid' of 'hardheid'. De geboden informatie varieert van een wet of voorschrift die/dat moet worden gevolgd, tot een mogelijkheid waarover maar weinig zekerheid bestaat dat de uitwerking ervan gunstig is. Het kenbaar maken van dit onderscheid staat in paragraaf 1.3.
In de ASVV is veel ruimte ingericht voor de zogenoemde 'voorzieningenbladen'. Die voorzieningenbladen hebben telkens dezelfde indeling. Op elk blad staan de volgende aspecten:
  • Het toepassingsgebied: in welke gevallen de voorziening kan of moet worden toegepast.
  • De uitvoering: hoe de voorziening kan of moet worden gemaakt (materiaalgebruik en dergelijke).
  • De maatvoering: geeft de maten aan.
  • De combinatiemogelijkheden: met welke andere (onderdelen van een) voorziening is de voorziening te combineren.
  • De positieve aspecten: de te verwachten positieve effecten van de voorziening op het verkeer of de omgeving, zoals veiligheid, leefbaarheid, doorstroming en bereikbaarheid.
  • De negatieve aspecten: de mogelijke, negatieve effecten van de voorziening op het verkeer of de omgeving, zoals veiligheid, leefbaarheid, doorstroming en bereikbaarheid.
In paragraaf 2.1 staat een beschrijving van een aantal andere gebruikte begrippen.