Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

ASVV 2021
Deze tekst is gepubliceerd op 25-10-12

Beplanting

Bij het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van beplanting langs wegen en straten moet met een aantal aspecten worden rekening gehouden. In de volgende paragrafen staan de eisen en aanbevelingen geformuleerd.
Vanwege de verschillen in ruimtebehoefte is de beplanting onderverdeeld in drie categorieën:
  1. bomen;
  2. heesterachtigen (heesters, bosplantsoen, struikrozen, hagen);
  3. gras- en kruidachtigen (gras, kruidachtigen, bodembedekkers, planten).

Beplanting vervult een groot aantal functies in de openbare ruimte, daarom is het belangrijk beplanting in het ontwerp te overwegen. Vooral binnen klimaatadaptatie is er veel aandacht voor groenvoorzieningen (bomen en andere beplanting) langs straten en wegen. Beplanting kan ook een verkeerskundige functie hebben, zoals:
  • geleiding van de weg en de weggebruiker;
  • beschutting van de weggebruiker;
  • markering van bijzondere punten;
  • accentuering van een recreatieve functie;
  • verfraaiing van de weg.
Bij de afweging om beplanting in het wegontwerp op te nemen, is een groot aantal aspecten van belang, zoals veelal verwoord in het groenbeleidsplan. In deze paragraaf staat uitsluitend informatie die van belang is voor de verkeerskundig ontwerper. Het belangrijkste aandachtspunt is dat beplanting voldoende ruimte eist (en krijgt). Ten eerste om het gewenste eindbeeld te kunnen bereiken, ten tweede om efficiënt te kunnen beheren. Het gaat hierbij zowel over de ondergrondse, als over de bovengrondse ruimtebehoefte.