Heeft u vragen? U kunt ons ook bellen op tel: 0318-695315

ASVV 2021
Deze tekst is gepubliceerd op 28-10-12

Bussluizen

Bussluizen zijn fysieke maatregelen waarmee de doorgang wordt verhinderd voor alle autoverkeer, behalve de (lijn)bus en hulpdiensten. Er zijn vaste en beweegbare bussluizen. Elk type heeft specifieke kenmerken voor functie, uitvoering en vormgeving. Tegen het misbruik van een busbaan door ander verkeer, in het bijzonder personenauto's, kunnen de volgende voorzieningen worden gebruikt:
  • bussluis door verhoging middengedeelte (paragraaf 15.2.5);
  • bussluis – met slagboom (paragraaf 15.2.6);
  • afsluiting op wegvak – met fietsvoorziening en bussluis (paragraaf 11.2.12);
  • beweegbare fysieke afsluiter (BFA) (paragraaf 11.2.13).
Juridisch is het van groot belang dat een bussluis zodanig is ingeleid en aangeduid, dat de weggebruiker deze redelijkerwijs niet over het hoofd kan zien. Op basis van uitspraken van de Hoge Raad en van lagere rechtbanken moeten bussluizen en andere systemen voor selectieve doorgang aan de volgende eisen voldoen:
  • De veiligheid moet voor alle weggebruikers gewaarborgd zijn, waarbij er rekening mee moet zijn gehouden dat niet alle weggebruikers altijd even oplettend zijn.
  • Naast zichtbaarheid (denk aan verlichting) zijn tijdige en voldoende aankondigingen van belang.
  • Er moet duidelijk zijn aangegeven wat er wordt bedoeld (niet alleen tekst, maar ook een pictogram).
  • Het moet duidelijk zijn welk specifiek gevaar de weggebruiker bedreigt. Borden die qua vorm en kleurstelling aansluiten bij andere borden ter plaatse en borden die niet zijn bedoeld om gevaar aan te duiden, zijn onvoldoende.
Over bussluizen zijn duidelijke uitspraken bekend. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een weggebruiker een bewuste handeling moet verrichten om voor een bussluis te komen. Verder heeft de Hoge Raad bepaald dat de sluis geen schade mag veroorzaken; de wegbeheerder mag immers niet straffen. De wegbeheerder is aansprakelijk als een weggebruiker toch de bussluis inrijdt, tenzij hij het bewijs van eigen schuld van de weggebruiker kan aantonen.
Verder geldt dat een goede bussluis een bussluis is:
  • Die zodanig is gesitueerd dat het overige verkeer vanzelfsprekend de route volgt die niet via de bussluis loopt.
  • Die niet kan worden misbruikt.
  • Die een afzonderlijke passeermogelijkheid voor langzaam verkeer heeft.
  • Die ongevoelig voor storingen en vandalisme is.
Figuur 10.4/5 geeft het principe van de inrichting van een bussluis op een erftoegangsweg, met goede bijbehorende bebording, markering, verlichting en voorzieningen voor langzaam verkeer. Alhoewel in figuur 10.4/5 de bussluis is getekend in een rechtstand, mag een bussluis niet abrupt in een route voor het gemotoriseerde verkeer liggen. Dit om te vermijden dat doorgaand verkeer zich klemrijdt bij een bussluis.
[ link ]

Figuur 10.4/5. Het principe van de inrichting van een bussluis, voor de bebording zie [10.24]