De reguliere verkeerstaak
Bij het deelnemen aan het verkeer, de verkeerstaak, wordt over het algemeen een onderscheid gemaakt in drie hiërarchisch geordende niveaus waarbij op elk niveau de kringloop van de informatieverwerking op een andere tijdschaal plaats heeft:
- Strategisch niveau: dit niveau bevat planningaspecten van de rijtaak zoals het reisdoel (waar ga ik heen?), vervoermiddelkeuze (ga ik met de auto?), en de te volgen route (via welke weg rijd ik er heen?). Tijdens het rijden zelf (als men eenmaal van het vertrekadres is vertrokken) vinden informatieverwerking en beslissingen op dit niveau maar af en toe plaats, met soms minuten tussentijd tot zelfs uren (bij langere ritten). De informatieverwerking vindt op dit niveau vrijwel volledig bewust plaats.
- Manoeuvre- of tactisch niveau: dit niveau gaat over taken die te maken hebben met de interactie met zowel de weg(omgeving) zoals bochten, rijstroken, verkeersborden en verkeerslichten als met andere weggebruikers (andere automobilisten, maar ook fietsers en voetgangers). Activiteiten op dit niveau komen tijdens het rijden zelf regelmatig voor, met enkele seconden tot enkele minuten tussentijd. De informatieverwerking vindt op dit niveau deels bewust, deels ‘automatisch’ plaats.
- Operationeel of regelniveau: op dit niveau regelt men direct de beweging van het voertuig door sturen, gas geven, remmen. Activiteiten vinden op dit niveau tijdens het rijden het meest frequent plaats, eigenlijk vrijwel continu met soms korte onderbrekingen (in intervallen van seconden tot tienden van seconden). De uitvoering vindt op dit niveau vrijwel geheel onbewust plaats; de beslissingen moeten soms in fracties van seconden worden genomen.
De taakuitvoering hangt bovendien nauw samen met de opgedane routine voor die taak. Ook hierin zijn drie niveaus te onderscheiden:
- Automatisch, gebaseerd op ervaring. De informatie wordt op basis van vaardigheden verwerkt.
- Regelgestuurd, waarbij de nadruk ligt op het toepassen van regels uitgaande van situaties die zich meermalen hebben voorgedaan.
- Beredeneerd, waarbij het opvolgen van kennis de grondslag is voor het handelen.
De menselijke mogelijkheden voor het verwerken van informatie zijn beperkt. De hoeveelheid informatie en het tempo waarin deze op ons afkomt, overtreffen vele malen onze verwerkingsmogelijkheden. Het is echter niet nodig en zelfs ongewenst dat aan alle informatie ook aandacht wordt besteed. De mens past een systeem van selectie en reductie toe, onder andere door zijn specifieke verwachtingen over wat er zal gebeuren voor zichzelf te toetsen. Hij gaat daarom actief selecterend te werk bij het zoeken naar informatie. De aandacht kan verslappen door te weinig informatie vanuit de omgeving. De prestatie kan ook verslechteren door een overmaat aan informatie. Wat dit laatste betreft, moet worden voorkomen dat verkeersdeelnemers overbelast raken. Bij de uitvoering van elke taak is er voor de informatieverwerking een moment van waarnemen, een moment van verwerken en een moment van uitvoering. De bestuurder zoekt naar oplossingen om de taakbelasting te verlagen wanneer de rijtaak te zwaar wordt. Dit kan door langzamer te gaan rijden, een gesprek met een inzittende te onderbreken of door de radio uit te zetten. De bestuurder maakt zelf die keuze. Is dit niet afdoende, dan kan er relevante informatie – zoals informatie voor de veiligheid en informatie behorend bij een verkeersmaatregel – worden gemist. Het is erg lastig om aan te geven wanneer de rijtaak te zwaar wordt omdat bestuurders zelf het nodige compenseren om dat te voorkomen.
In werkelijkheid is er een sterke verwevenheid tussen de processen van informatieverwerking op de verschillende niveaus, zij het met duidelijke prioriteiten. Bij gelijktijdige aanbieding krijgt de afhandeling van informatieverwerking op een lager niveau voorrang boven die op hogere niveaus. Bijvoorbeeld een plotselinge klapband zal alle aandacht naar het laagste niveau (operationeel of regelniveau) doen verschuiven om het voertuig op de weg te houden en zal informatieverwerking voor de te volgen route op strategisch niveau volledig onderbreken.
De kennis over de menselijke factor in het verkeer is samengevat in een set van tien gouden regels [5.13]. Die gouden regels geven wegbeheerders inzicht in de meeste elementaire factoren die spelen bij het gedrag van weggebruikers. In figuur 5.4/3 zijn de vijf domeinen van de gouden regels modelmatig weergegeven. De linkerkant van het model bevat regels die betrekking hebben op algemene, globale aspecten van mensen en zijn regels die met name zijn gericht op de bereidwilligheid (willen) van weggebruikers. De regels aan de rechterzijde hebben vooral betrekking op de begrijpelijkheid.
De tien gouden regels zijn in tabel 5.4/1 ingedeeld in de vijf domeinen.
Tabel 5.4/1. De tien gouden regels ingedeeld in de vijf domeinen [5.12]
Domein | Regel | Omschrijving |
Eigenschappen van weggebruikers | 1 | De weggebruiker is nogal egoïstisch. |
2 | Je kunt het de weggebruiker wel vertellen, maar doet hij het dan ook? | |
Deelname aan het verkeerssysteem | 3 | De weggebruiker kan niet alles tegelijk. |
4 | De weggebruiker accepteert alleen maatregelen die hij zinvol vindt. | |
Uitvoering van de rijtaak in verschillende wegomgevingen | 5 | De weggebruiker stelt de wegbeheerder voor verrassingen. |
6 | De weggebruiker heeft verwachtingen en gedraagt zich daarnaar. | |
Samenhang tussen de verschillende informatie-elementen | 7 | Wat als het fout gaat met het systeem of de weggebruiker? |
8 | Vertel de weggebruiker wat echt belangrijk is. | |
9 | Breng de weggebruiker niet in de war. | |
Kenmerken van informatie-elementen | 10 | Informatie moet voor de gebruiker zichtbaar, duidelijk en begrijpelijk zijn. |