Intensiteitenpatronen
Voor onder andere verkeers- en milieumodellering is het van belang goed inzicht te hebben in zowel het verkeerspatroon, als de verhouding tussen de verschillende voertuigcategorieën. Voor het berekenen van milieueffecten zijn de totale wegvakbelasting (van een gemiddelde weekdag) en de verhouding tussen de verschillende voertuigcategorieën nodig.
De figuren 6.2/2 en 6.2/3 geven een indicatie van het verkeerspatroon voor het personenautoverkeer, gebaseerd op verkeerscijfers van 2019 van vijftien permanente telpunten binnen de bebouwde kom van Ede. Ter vergelijking zijn de patronen uit de ASVV 2012 (grijs) weergegeven. Deze patronen waren gebaseerd op een verzameling tellingen uit meerdere gemeenten. Hoewel Ede als een gemiddelde stad kan worden gezien, kunnen de patronen vanwege de lokale situatie verschillend zijn. Daarom zal altijd lokaal verkeersonderzoek nodig blijven om het juiste inzicht te krijgen.
Uit het weekpatroon volgt dat de werkdagen elkaar qua aandeel niet veel ontlopen, terwijl er in het weekeinde duidelijk minder autoverkeer is. Het weekpatroon lijkt door de jaren heen redelijk stabiel, getuige de vergelijking met de cijfers uit de ASVV 2012.
Voor het autoverkeer valt de ochtendspitsperiode op werkdagen tussen 07.00 en 09.00 uur (circa 14 procent). De avondspitsperiode ligt ongeveer tussen 16.00 en 18.00 uur, over die periode bedraagt het percentage circa 18 procent. Het patroon uit de ASVV 2012 (met een stippellijn) lijkt ook sterk op dat van Ede van 2019.
Het aandeel vrachtauto's overdag is veelal hoger dan in de spits, maar veelal lager dan in de nacht. Uit onderzoek blijkt dat het aandeel vrachtauto's van plaats tot plaats heel sterk kan variëren. Er kunnen verschillen optreden van meer dan 100 procent per periode. Een gemeente kan met zogenaamde 'geclassificeerde tellingen' metingen uitvoeren naar de verhouding personenauto's, middelzware en zware vrachtauto's.
Het aandeel vrachtauto's overdag is veelal hoger dan in de spits, maar veelal lager dan in de nacht. Uit onderzoek blijkt dat het aandeel vrachtauto's van plaats tot plaats heel sterk kan variëren. Er kunnen verschillen optreden van meer dan 100 procent per periode. Een gemeente kan met zogenaamde 'geclassificeerde tellingen' metingen uitvoeren naar de verhouding personenauto's, middelzware en zware vrachtauto's.
[ link ]
Figuur 6.2/2. Indicatief weekpatroon intensiteiten autoverkeer binnen de bebouwde kom (Ede, 2019)
[ link ]
Figuur 6.2/3. Indicatief dagpatroon intensiteiten autoverkeer op werk- en weekenddagen binnen de bebouwde kom gemiddelde)
Figuur 6.2/4 toont seizoenfluctuaties in de verkeersintensiteit, waargenomen binnen de bebouwde kom van Den Haag. Ook dit seizoenspatroon verandert niet of nauwelijks in de loop der tijd.
[ link ]
Figuur 6.2/4. Fluctuaties in de intensiteit ten opzichte van het jaargemiddelde
De figuren 6.2/5 en 6.2/6 geven een indicatie van het verloop van het fietsverkeer over respectievelijk een week en een dag, op basis van twintig telpunten binnen de bebouwde kom van Ede in 2019. Voor het fietsverkeer is een duidelijke ochtendspitsperiode zichtbaar op werkdagen tussen 08.00 en 9.00 uur. Hoewel het aandeel van de ochtendspits op werkdagen sterk lijkt op het patroon uit de ASVV 2012, kunnen er lokaal grote verschillen zijn met dit beeld, bijvoorbeeld wanneer een weg of fietspad onderdeel is van een belangrijke scholierenroute of wanneer de stad veel studenten huisvest. Het beeld van de avondspits is veel diffuser.
[ link ]
Figuur 6.2/5. Indicatief weekpatroon intensiteiten fietsverkeer binnen de bebouwde kom (Ede, 2019)
[ link ]
Figuur 6.2/6. Indicatief dagpatroon intensiteiten fietsverkeer op werkdagen en op weekenddagen binnen de bebouwde kom (Ede, 2019)